STUDIE VAN DE FOTOGRAFISCHE BEELDTAAL 1.1
 
Wordt gegeven in 1st jaar Bachelor in de beeldende kunsten - afstudeerrichting: fotografie
Hoorcollege [A] 60.0
Werkcollege [B] 70.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 70.0
Totale studietijd [D] 445.0
Studiepunten [E] 15
Niveau inleidend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Eric LEERMAN
Referentie ABBKUF01A00001
 
Trefwoorden
Studie van de fotografische beeldtaal 1.1.

Doelstellingen
De opleiding start met de studie van de fotografische beeldtaal, omdat hier de basis aangeleerd wordt van wat mogelijk is binnen de fotografische cadrage.
Hier wordt de student gewezen hoe een fotografisch beeld mogelijks kan worden opgebouwd.
Hij/zij wordt attent gemaakt op de verhouding tussen de beeldopbouw en de inhoud.

Leerinhoud
Artistiek.
Thematisch geordend
Inhoudelijke aspecten:
-Initiatie fotografische techniek: het proces van opname tot print.
-Studie beeldende middelen: een kennismaking met de technische en vormelijke instrumenten van de fotograaf.
-Relatie beeldende middelen en beeldinhoud: het ontdekken van de invloed van de beeldende middelen op de beeldinhoud.

Aspecten van de vormgeving:
- Cadrage en compositie. (Basis).
- Bestaande licht, gradatie en richting van het licht. (Basis).
- Scherpte, onscherpte. (Basis).
- Relatie tussen inhoud van het beeld enerzijds en technische en vormelijke aspecten anderzijds.
- Onderzoek van het project, formulering van eigen standpunt.

Begincompetenties
Toelatingsproef.

Eindcompetenties
1. Creërend vermogen.
Specifieke competentie
De student kan een opdracht een vorm geven en realiseren.
*Heeft inzicht in de principes en technieken van vormgeving, beeldcompositie.
*demonstreert interesse voor de basiskennis en kunde i.v.m. het gebruik van de technische middelen en systemen eigen aan de fotografie.

2. Gerichtheid op het onderzoek.
Specifieke competentie
*geeft blijk van een duidelijke evolutie in inhoud en vorm. Zowel voor wat betreft de techniek van de beeldvorming als voor het vormelijk en inhoudelijk onderzoek.
*Het onderzoek naar de relatie tussen de inhoud en de vorm van het werk moet aanwezig zijn.

3. Communicatief vermogen.
Specifieke competentie
De student kan zijn werk presenteren en toelichten.
*gaat het kritisch gesprek aan rond proces en resultaat.
*neemt deel aan het overleg met respect voor planning en timing.

4. Organiserend vermogen.
Algemene competenties
*vertoont de nodige discipline waardoor hij regelmatig werkt.
*houdt zich aan afspraken.

5. Algemene theoretische vorming.
Algemene competenties
De student geeft blijk zich te oriënteren in de theoretische referentiekaders die zijn/haar inzicht in de kunst en in de maatschappelijke realiteit verdiepen.

Leermaterialen
syllabus: “Technologie van de fotografie” van Marc De Moor

Studiekosten
Aankoop digitaal reflex-toestel, statief, externe harde schijf.
Toegang tot een digitaal werkstation is essentieel.

Studiebegeleiding
Het onderwijs verloopt veelal via individuele gesprekken met de lesgevers.

Onderwijsvormen
Theoretische uiteenzettingen, groepsbespreking van de resultaten, individuele bespreking, beeldanalyse, werkatelier (labo), buitenopname.

Evaluatievorm
Permanente evaluatie, tussentijdse beoordeling.
*Voldoen aan de eindcompetenties.
*Regelmatige aanwezigheid en inzet.
*Beantwoorden aan de gestelde deadlines voor het afwerken van opdrachten.

De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie en vindt plaats tijdens het academiejaar en in de 1ste examenperiode.
Alleen de examencommissie kan toestemming verlenen dat er een tweede evaluatie wordt gepland.
De werkstukken moeten op de vastgelegde data worden ingediend of gepresenteerd. Er is geen uitstel mogelijk.

OP-leden