Trefwoorden Keuze documentaire/niet documentaire 3.2.
Doelstellingen
- De student moet komen tot een persoonlijke profilering binnen zijn vakterrein fotografie.
- De student moet persoonlijke keuzes maken.
- De student moet een onderzoekende attitude hebben.
Leerinhoud In het opleidingsonderdeel 3: keuze: documentaire / niet-documentaire fotografie moet de student een duidelijke keuze maken tussen documentaire fotografie of niet-documentaire fotografie.
De student moet zich persoonlijk kunnen profileren.
De studie van de fotografie gebeurt op inhoudelijk vlak, op het vlak van de vormgeving en op technisch vlak.
a. Inhoudelijke aspecten door middel van verschillende genres en thema's
De student kiest 1 van de 2 hieronder beschreven opdrachten (A of B).
A. Documentaire fotografie.
De student werkt aan een lange documentaire rond een zelfgekozen onderwerp.
De mens (het menselijke) staat centraal binnen deze opdracht.
B. Niet-documentaire fotografie.
· De beeldtaal van de reclamefotografie en de modefotografie wordt bestudeerd binnen foto opdrachten.
· Studie van de fotografie zoals die wordt gehanteerd binnen een artistieke context.
b. Aspecten van de vormgeving
- Scherpte /onscherpte, cadrage en compositie.
- De psychologie van de kleur wordt bestudeerd en toegepast.
- Kunnen onderscheiden en toepassen van de verschillende soorten licht (daglicht, handflits, studiolicht, combinaties van licht, lichtverhoudingen, enz.).
c. Technische aspecten
- Lichtmeting, verschillende filmsoorten, gebruik van verschillende fotografische dragers, digitale fotografie, digitale beeldbewerking en digitaal afdrukken
Begincompetenties
- Het 2de bachelorjaar met vrucht gevolgd hebben of opleidingsonderdelen gevolgd hebben die na een interne evaluatie als vergelijkbaar kunnen beschouwd worden.
- Het opleidingonderdeel 1; het menselijke – het ruimtelijke en het opleidingonderdeel 2; het menselijke – het object in de 3e bachelor gevolgd hebben of opleidingsonderdelen gevolgd hebben die na een interne evaluatie als vergelijkbaar kunnen beschouwd worden.
Eindcompetenties
a. algemeen
· beheerst de technische hulpmiddelen en systemen eigen aan de gehanteerde media / expressievormen
· kan opdracht analyseren en erover communiceren
b. specifiek
· kan persoonlijke keuzes maken binnen de aangeboden mogelijkheden
· kan welomschreven zowel als open opdrachten tot een afgewerkt, artistiek hoogstaand eindresultaat brengen.
· bezit en hanteert een persoonlijke vorm- en beeldtaal
· demonstreert kennis en inzicht in de manier waarop de verschillende soorten fotografie betekenis overdragen
Leermaterialen
Studiekosten De student dient te beschikken over een analoog of digitaal kleinbeeld fototoestel met meerdere objectieven.
Digitaal materiaal zoals laptop, externe harde schijf is nuttig.
Kosten voor uitvoering en presentatie kunnen sterk variëren naargelang de persoonlijk keuzes van de student.
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen Theoretische uiteenzettingen, groepsbespreking, individuele bespreking, beeldanalyse, werkatelier (studio, digitaal atelier en labo), buitenopnamen, opleidingsonderdelen en eigen werk.
Evaluatievorm Permanente evaluatie, eindjury.
*Voldoen aan de eindcompetenties.
*Regelmatige aanwezigheid en inzet.
*Beantwoorden aan de gestelde deadlines voor het afwerken van opdrachten.
De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie en vindt plaats tijdens het 2e semester.
Jurering :
De jury wordt ingericht op het einde van het tweede semester. Er is geen tweede zittijd.
De werkstukken moeten op de vastgelegde data worden ingediend of gepresenteerd. Er is geen uitstel mogelijk.
OP-leden
|
|