Trefwoorden Atelier mode 3.1.
Doelstellingen Atelier Mode 3.1 & 3.2 volgen op Atelier Mode 2.2. In deze beide opleidingsonderdelen komt het erop aan dat alle verworven competenties van de vorige vier semesters worden aangesproken. De beide semesters staan in het teken van het afstudeerproject om de Bachelor af te ronden en vormen zo een voorbereiding op de Master Beeldende Kunst. De student moet een deelcompetentie kiezen waaraan over beide semesters gewerkt wordt. De keuze kan een vervolg zijn op dezelfde deelcompetentie uit Atelier Mode 2.2 of de keuze kan een andere deelcompetentie zijn, niet volgend op 2.2
Leerinhoud · Atelier Mode 3.1 (Sem1)
De student maakt een analyse van zijn project door middel van woord, beeld en ontwerp.
Zijn inspiratiebron abstraheren, interpreteren, en verwerken via materie naar een vormgeving die in relatie staat tot het menselijk lichaam.
Een synthese vormen tussen beeldvorming, onderzoek en ontwikkeling. Inzicht verwerven in de relatie ontwerp en uitvoering.
Concept voor de collectie visualiseren met behulp van diverse presentatietechnieken. Onderzoek voeren naar materie, kleur, vorm, functie en realisatietechnieken ter voorbereiding van prototypes en definitieve realisaties binnen het Bachelor Project.
De atelierwerking is opgebouwd rond 3 deelcompetenties:
Binnen deze deelcompetenties moet de student een atelier project en bijhorend onderzoek opstarten en het resultaat van dit onderzoek gebruiken om een collectie objecten/items/vormen te concipiëren, hetzij functioneel of autonoom, thuishorend in het veld van
1.MODE & ACTIVITEIT
= aandacht voor de relatie mens-product-omgeving-activiteit
(efficiëntie, prestatie, nut, sport, beroepskledij, industrial leftovers, ecologie, tuin, medisch, sustainable, wegwerp, ...)
2.MODE & IDENTITEIT
=aandacht voor de relatie mens-religieuze-civiele-morele waarden of relatie mens-individu (semi-couture, haute-couture, subculturen,... grote mens, kleine mens, oude mens. speciale klanten, koningshuis, popsterren...)
3.MODE & RUIMTE
= aandacht voor de relatie mens-algemene omgeving (theater, choreografie, circus, discotheek, dans...) of de relatie mens-persoonlijke ruimte (lichaam, ondergoed, korset, ...)
Begincompetenties · Atelier Mode 3.1 Sem1 zie eindcompetenties Atelier Mode 2.2
Eindcompetenties · Atelier Mode 3.1 Sem1
Voor de 3 deelcompetenties
kerncompetentie 1: de student verdiept zich in artistiek onderzoek, procesmatig denken, contextueel werken, reflectief denken over beeld, vorm en inhoud van het eigen werk.
-zijn werk toont een actueel en vernieuwend concept m.b.t. vormgeving, ontwerp en beeldvorming.
kerncompetentie 2: de student heeft een visie op maatschappelijke en culturele ontwikkelingen zowel historisch als actueel en erkent het belang ervan op het eigen vakgebied.
Leermaterialen Paspop en naaimachine(indien nog niet aangekocht in vorige semesters), stoffen, diverse materialen, tekenmateriaal.
Studiekosten Raming van 500 euro, geheel afhankelijk van de keuzes in materiaal, al dan niet gesponsord door fabrikant of leveranciers (om de kosten te drukken is het aanbevolen om tijdig sponsoring te zoeken)
Studiebegeleiding Atelier, permanente individuele begeleiding binnen het atelier, begeleid zelfstandig werken/leren.
Onderwijsvormen Werkatelier met individuele begeleiding.
Evaluatievorm Voor de 3 deelcompetenties
Tijdens de lessen zijn er permanente evaluaties van het artistieke proces. De toegekende cijfers tellen voor 1/3 van de punten.
In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury. Het toegekende cijfer telt voor 2/3 van de punten.
Het werk moet steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
OP-leden
|
|