Trefwoorden Atelier mode 3.2.
Doelstellingen Atelier Mode 3.2 volgt op Atelier Mode 2.2. In dit opleidingsonderdeel komt het erop aan dat de verworven competenties van het onderdeel Atelier Mode 2.2 worden aangesproken. De student moet een deelcompetentie kiezen waaraan één semester gewerkt wordt. De keuze kan een vervolg zijn op dezelfde deelcompetentie uit Atelier Mode 2.2 of de keuze kan een andere deelcompetentie zijn, niet volgend op 2.2, eventueel voorbereidend op het Master project.
Leerinhoud De atelierwerking is opgebouwd rond 4 deelcompetenties:
Binnen deze deelcompetenties moet de student een atelier-project en bijhorend onderzoek opstarten en het resultaat van dit onderzoek gebruiken om een minicollectie objecten/items/vormen te concipiëren (in relatie tot het menselijk lichaam), hetzij functioneel of autonoom, thuishorend in het veld van
1MODE & COMMUNICATIE
= aandacht voor de relatie mens-communicatie
(styling, pers, postorder mode, toekomst ...)
2 MODE EN ZINTUIGEN
=aandacht voor de relatie mens-zintuiglijke waarnemingen (onderzoek naar geur, geluid, tactiele invalshoek en inspiratie, liefde, textiel ...)
3 MODE EN ACCESSOIRES
= aandacht voor de relatie mens-accessoires ( vrije tijd, sociale en culturele trend, schoenen, tassen, sport, ....)
4 MODE EN THEATERKOSTUUM
= aandacht voor de relatie mens-performance kunsten (dans, theater, film, ...)
Begincompetenties zie eindcompetenties Atelier Mode 3.1
Eindcompetenties Voor de 4 deelcompetenties
*Kerncompetentie: de student verdiept zich in artistiek onderzoek, procesmatig denken, contextueel werken, reflectief denken over beeld, vorm en inhoud van het eigen werk; zijn werk toont een actueel en vernieuwend concept m.b.t. vormgeving, ontwerp en beeldvorming.
*Kerncompetentie: de student heeft een visie op maatschappellijke en culturele ontwikkelingen zowel historisch als actueel en erkent het belang ervan op het eigen vakgebied.
*Kerncompetentie: de student maakt functioneel of autonoom werk dat voortkomt uit het volgen van een eigen artistieke visie en bijdraagt aan een persoonlijke ambitie als ontwerper.
*Kerncompetentie: de student kan vanuit een inspirerende en functionerende werksituatie zijn eigen werk plannen, organiseren en heeft de discipline om een afstudeerproject te presenteren.
Leermaterialen Paspop en naaimachine(indien nog niet aangekocht in vorige semesters), stoffen, diverse materialen, tekenmateriaal.
Studiekosten Raming van 200 euro, geheel afhankelijk van de keuzes in materiaal, al dan niet gesponsord door fabrikant of leveranciers (om de kosten te drukken is het aanbevolen om tijdig sponsoring te zoeken).
Studiebegeleiding Atelier, permanente individuele begeleiding binnen het atelier, begeleid zelfstandig werken/leren.
Onderwijsvormen Werkatelier met individuele begeleiding.
Evaluatievorm Voor de 4 deelcompetenties
Tijdens de lessen zijn er permanente evaluaties van het artistieke proces. De toegekende cijfers tellen voor 1/3 van de punten.
In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury. Het toegekende cijfer telt voor 2/3 van de punten.
Het werk moet steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
OP-leden
|
|