Trefwoorden Vrije vormgeving 1.1
Doelstellingen Initiatiemodule. Vrije Vormgeving 1.1 houdt zich in aanvang bezig met de vraag welke plaats de hedendaagse kunst en de vormgeving tegenover elkaar innemen. Deze module wordt gevolgd door Vrije Vormgeving 1.2 waar er verder gewerkt wordt aan deze probleemstelling.
Leerinhoud Algemeen inleidend karakter.
-De student maakt kennis met tal van begrippen en standpunten die een basis kunnen vormen voor het denken over kunst en vormgeving.
- De student engageert zich in een permanente dialoog. We trachten vat te krijgen op actuele ontwikkelingen door systematisch aftasten van de potenties, de persoonlijkheid en de eigen ervaringswereld van de studenten.
- De studenten geven een antwoord, via beeldend werk en discussie op een aantal aangereikte stellingen en loge-opdrachten.
-We analyseren hoe een voorwerp tot stand komt en hoe dit voorwerp vervolgens het technische kunnen en bepaalde opvattingen weerspiegelt.
- De groepsdynamiek werkt sturend wat betreft de inhoud van dit atelier. De docenten spelen dus in op voorstellen en werk van de studenten door middel van vraagstelling.
- Individueel handelen in collectief vormt de basis van dit atelier.
Begincompetenties - Vooral voor studenten die de aparte vakjes die doorgaan voor vormgeving in vraag stellen. Een grote openheid ten opzichte van de diverse media, verscheidene omgevingen en maatschappelijke bewegingen.
-Diploma Middelbaar Onderwijs. Slagen in de toelatingsproef, selectie gebaseerd op aantoonbare aanleg en motivatie.
Eindcompetenties Algemeen
-Creativiteit: een concept kunnen bedenken en uitvoeren.
- De opleiding, waarin we individueel talent willen ontdekken en het in zijn ontwikkeling stimuleren, gaat uit van verantwoordelijkheidsgevoel naar de samenleving.
Indicator: De student engageert zich tot het realiseren van persoonlijk geïnspireerde werkstukken. De student ontwikkelt een kritische zin die hem toelaat om verder positief te evolueren.
Kerncompetentie 1
Aanzet tot idee-ontwikkeling op kwaliteitsvol niveau.
Indicatoren:
Proces-evaluatie waarbij nagegaan wordt of deze evolutie heeft plaatsgevonden.
Kerncompetentie 2
Bewust werken aan persoonlijkheidsvorming en daarnaast bewijs leveren van intensief contact met de actualiteit en de producten van de verbeelding (theater, literatuur,.......).
Indicatoren: Zwaartepunt ligt bij de procesevaluatie. De student wordt geacht een persoonlijke taal te ontwikkelen, die getuigt van een technische vaardigheid, een levendige en oorspronkelijke verbeelding en een uitgesproken gevoel voor ruimtelijke, multimediale onderwerpen.
Leermaterialen Zorg voor de omgeving, over de betekenis van vormgeving - Tjeerd Deelstra en Paul Panhuysen. Steeds mooier - Maarten Doorman. Actuele en eigen teksten.
Studiekosten Nihil. Ontwerpcahier.
Studiebegeleiding Dokeos, elektronische leeromgeving.
Individueel na afspraak.
Onderwijsvormen Gesprekken. Artistiek werkatelier met opdrachtvorm. Loges en begeleide oefeningen. Vrij werk.
Het onderwijs in het 1ste semester heeft een individueel karakter maar vindt voornamelijk in groepsverband plaats. Verwacht wordt individueel handelen binnen de collectiviteit.
Evaluatievorm Permanente evaluatie, na iedere opdracht in groep, jury eindwerken.
Zwaartepunt ligt bij de procesevaluatie. De student wordt geacht een persoonlijke taal te ontwikkelen, die getuigt van een technische vaardigheid.
Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op gezamenlijk vastgestelde data worden gepresenteerd.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.
- Examencijfer van de 1ste examenperiode blijft behouden in de 2de examenperiode.
OP-leden
|
|