Trefwoorden Tekenen dossier & verbeelding 2.1.
Doelstellingen
- Inzicht verwerven in een opgelegd thema; dit moet resulteren in een goed gestoffeerd
documentatiedossier (historisch/actueel).
- De student presenteert een samenhangende reeks tekeningen i.v.m. de opdracht:
‘punt en lijn, een onderzoek’.
- De student presenteert een uitgewerkt voorontwerp van de ‘ver-beelding’ van het thema.
Het toont een duidelijk persoonlijk standpunt t.o.v. dit thema ( relatie vorm-inhoud)
- Het zelfstandig kunnen raadplegen van informatiebronnen.
Leerinhoud - Het thema ( in samenwerking met enkele docenten theorie)
- Het werken aan een documentatiedossier rond dit thema
- Het interdisciplinaire binnen de kunsten (en wetenschappen)
- Het ver-beelden van het thema waarbij het persoonlijk standpunt t.o.v.dit thema steeds belangrijker wordt (relatie vorm/inhoud)
- Confrontatie met de complexiteit van de tekentaal (materialen en dragers)
- De bezochte tentoonstellingen ( + opdracht )
Begincompetenties De studenten die zich aanbieden voor het traject tekenen 2 bachelor beschikken in principe over de competenties van een eerste bachelor beeldende kunsten.Het zou toch wenselijk zijn dat de student over de volgende competenties beschikt:
-Een manier van waarnemen waardoor hij/zij in staat is om een eigen beeldtaal te ontwikkelen als bron van persoonlijk creatief werk.
-Demonstreert een basiskennis- en kunde i.v.m. het gebruik van de technische middelen en systemen eigen aan de gehanteerde media/expressievormen.
-Demonstreert dat hij/zij gebruik maakt van kennis en inzicht in de manier waarop de verschillende communicatiemiddelen en –vormen ervaringen veroorzaken en betekenissen overdragen.
-Kritische zin en een intellectueel weerbare persoonlijkheid.
-Kan een kritisch gesprek aan rond proces en resultaat.
-Toont een bijzondere affiniteit met het medium tekenen (in zijn complexiteit).
-Geeft blijk van een ruime culturele interesse.
-Orienteert zich in het actuele artistieke domein; in de geschiedenis van kunst en vormgeving; in de maatschappelijke actualiteit en in die menswetenschappen die inzicht geven in de kunst en het artistieke proces.
Eindcompetenties Algemene competenties
a. Legt verbanden tussen beeldende kunst en andere kunstdisciplines.
b. Kan een gestelde opdracht evalueren en erover communiceren.
Kerncompetenties
- Selecteert informatie en kennis op basis van relevantie voor het eigen werk.
a. Het dossier moet blijk geven van een persoonlijke – eigenzinnige benadering van het thema.
Die persoonlijke benadering wordt zichtbaar doorheen de opbouw van het dossier; door de verbanden tussen beelden en tekstfragmenten en uiteraard ook via gerichte vragen aan de student.
- Slaagt er in de ideeën om te zetten in een ontwerp / realisatie.
b. Die persoonlijke benadering van het thema moet al uitmonden in een reeks tekeningen die géén illustratie mogen zijn van dit thema.
c. Deze mate van ‘onafhankelijkheid’ t.o.v. het thema is belangrijk en kan
aantonen dat de student in staat is ook vrij onafhankelijk te functioneren
binnen bestaande structuren (de academie bv.)
d. De docenten theorie die het thema aanreiken bevragen de student over het
thema en de coherentie van het dossier.
- Kan processen afstemmen op de specificiteit van het tekenen.
- De manier waarop het dossier werd samengesteld moet getuigen van een
vanzelfsprekend hanteren van het medium tekenen en de specifieke beeld-
vorming die daarmee gepaard gaat.
Leermaterialen
a. Kunstboeken, literatuur i.v.m. het thema : bibliotheek kask.
b. Tekenmateriaal: basismateriaal zelf aankopen. Gespecialiseerd materiaal is aanwezig of wordt aangekocht met de ateliergelden (bv. rollen tekenpapier)
c. Video’s, dvd’s aanwezig in atelier.
d. Computer met internetverbinding: aanwezig in atelier.
Studiekosten a. Tekenmateriaal: 75 euro
b. Verplichte excursies: 50 euro
c. Fotocopies en dergelijke: 25 euro.
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen a. Zelfstandig werk in het atelier/thuis (themadossier/ ver-beelding).
b. Hoorcolleges, lezingen (thema).
c. Individuele begeleiding.
d. Verdediging van eigen werk.
e. Bezoek tentoonstellingen (gekoppeld aan opdracht).
f. Opzoekingswerk (dossier).
Evaluatievorm a. Permanente evaluatie.
b. Jurering per semester.
c. De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht
= géén tweede zittijd.
d. Omschrijving van de evaluatie:
1. Tijdens de atelieruren zijn er permanente evaluaties van het artistieke
proces en van de prestaties van de student. De toegekende cijfers tellen voor 1/3 van de punten.
2. In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury. Het toegekende cijfer telt voor 2/3 van de punten.
OP-leden
|
|