Trefwoorden
Atelier beeld & installatie 3.2
Doelstellingen
Laatste (zesde) module van zes. Specialiserend & finaliserend 2.
Leerinhoud
Realiseren van eindproject(en)
Individueel tijdschema opstellen en uitvoeren van toonmomenten in overleg met docenten
Reflectie en contextualiseren
Deelname aan (eigen) initiatieven binnen en buiten de school:
- tentoonstellingen
- manifestaties
- projecten
De student concipieert, ontwerpt en maakt beelden of installaties die op een persoonlijke, kritische en creatief-inventieve wijze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beeldend vermogen van de samenleving.
De opleiding stimuleert hen tot het formuleren van hypothesen, het concreet uitbouwen van een eigen onderzoek en een ontwikkelen en vormgeven van een oeuvre als actief beeldend kunstenaar.
De werken dienen de confrontatie met de hedendaagse kunstscène aan te gaan.
Realiseren van eigen werk en experimenten, en afronden met een finale publieke presentatie als volwaardige ‘tentoonstelling’.
Presenteren en ‘plaatsen’ als een uitspraak aan de hand van een tentoonstelling van eigen hedendaags beeld in de ruime zin, met ondersteunende inhoudelijke individuele argumentatie.
Begincompetenties
Slagen in mod 5, beeld en installatie, of andere module welke voldoende voorbereiding opgebouwd heeft, zie opgebouwde portfolio en gesprek.
Eindcompetenties
Kerncompetentie
In staat zijn tot ontwerpen/analyseren/ bouwen/ van een installatie
Indicatoren
a) de relatie tussen de installatie en de geformuleerde uitgangspunten discursief kunnen uiteenzetten.
b) kunnen aantonen dat de gebruikte beeldende middelen adequaat zijn ten opzichte van het geformuleerde werkproces.
c) kunnen aantonen dat de installatie een relatie met de kijker aangaat op een gestuurde wijze.
d) Het werkproces moet zichtbaar gemaakt worden dmv tekst, tekeningen of foto’s, voorbereidende studies, mondelinge toelichting. (algemene competentie)
3 deelcompetenties
A. Atelier afstudeerproject
De student presenteert en ‘verdedigt’ zijn eindproject(en) voor een gemengde jury (internen & externen).
De student(e) is vrij in de keuze van het onderwerp en draagt daar de volledige verantwoordelijkheid voor, zowel inhoudelijk, praktisch en eveneens voor de locatie waarop hij / zij zijn / haar presentatie aanbiedt op een door de docenten en de hogeschool aanvaarde en goedgekeurde locatie. (de student zorgt er tijdig voor de administratieve weg voor locatie goedkeuring af te handelen.)
Deze vrijheid berust op een ontwikkeling van het persoonlijk universum en een eigen beeld taal, in een consequente uitwerking.
Dit is een oefening in autonomie ter voorbereiding op het veld van de kunstwereld .
Studenten getuigen van een maturiteit omtrent de werking van het beeld, hoe technisch uitvoeren, communicatief-associatieve werking van het beeld, hoe het werkt op betekenisniveau (aanschouwelijk, letterlijk, metaforisch, symbolisch, ervaringsgericht,...).
Extra aandacht gaat naar het reflecteren over het eigen werk en het positioneren van het werk en zichzelf.
B. Portfolio & dossier : finalisatie, presentatie en ‘publicatie’
Afronden van dossier en portfolio als begeleidend en informatief ‘schetsboek’ binnen
onderzoek.
Opbouwen en afronden van een overzichtelijk ondersteunend dossier
(technische fiche, inhoudelijk concept, plaatsen binnen een referentiekader) en deze
laten uitmonden in beeldende reflectie en inzicht, met een ordening, organisatie en
duiding die een structurerende lezing aanwijst.
C. Reflectie, discours, tekst : finalisatie, presentatie en ‘publicatie’
Onderhouden van gesprek, dialoog, confrontatie, reflectie, tijdens presentatie en ten behoeve van juryleden.
Duidend/documenterend schrijven in schriftelijke neerslag over het eigen werk en het proces en resulterend in een kritisch reflexief document dat een professionele lezing toelaat, en dit tijdig toezenden aan alle juryleden.
Getuigen van een persoonlijke manier van uitwerken, enerzijds breed en anderzijds gefocust op eigen onderzoek, getuigen van inzicht in het artistieke proces, dit kunnen ontleden en met voldoende autonomie en trefzekerheid aanwenden in functie van ontwikkeling van eigen beeldende middelen.
In staat zijn om reflectieve en kritische perspectieven op het eigen werk te integreren en het eigen werkproces met relevante kunstkritische en kunstfilosofische invalshoeken te ondersteunen.
De klemtoon ligt in deze module in het formuleren van een eigen standpunt tov de lectuur.
Het onderzoek, het proces en vooral het formuleren van een eigen positionering wegen in deze zesde module sterk door en dient zich te vertalen in een individuele, gedragen en gewogen reflectie.
Het innemen en argumenteren van artistieke en technische posities en keuzes binnen het eigen onderzoek worden door de student zelf systematisch onderworpen aan bevraging in functie van hun relevantie binnen de eigen artistieke en in relatie tot het artistieke discours dat gevoerd wordt in de actuele kunstwereld.
Respecteren van deadlines.
Leermaterialen
Vakliteratuur, kunsttijdschriften, technisch/artistieke basistechnieken en handleidingen.
Hedendaagse artistieke creaties en realisaties binnen het vakgebied en aanverwante gebieden.
Bezoek aan het concrete werkveld en tentoonstellingen in functie van presentatie.
Deelname aan binnen- en buitenschoolse projecten, praktijkervaring in museale context, tentoonstellingscontext en projectopbouw.
Studiekosten
De kosten eigen aan het artistiek project per module (50- 200 euro)
De volgende aangekochte materialen zijn éénmalig:
Materialenkoffer
Aankoop van een externe harde schijf is wenselijk (150 €)
Bezit van een computer of laptop verdient aanbeveling wegens grotere autonomie, maar is niet verplicht
Een fototoestel en/of videocamera is nuttig
Opname mini dv cassettes, uitvoer miniDV, vhs, cd of dvd : 50 euro
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen
Het onderwijs verloopt veelal via individuele gesprekken met de lesgevers.
Vertrekkend van een open opdracht en / of projectvoorstel van de individuele student, wordt het werk begeleid en wordt er feedback gegeven op artistiek en technisch vlak.
Artistiek labo, werkatelier (labo), oefeningen, vrij werk, buitenopname, deelname aan en opzetten van projecten, studiereizen, tentoonstellingsbezoek, contacten met kunstenaars, galerijen, musea.
Theoretische uiteenzettingen, individuele gesprekken, groepsgesprekken, individuele en groepsbespreking van de resultaten.
Evaluatievorm
· De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie.
· De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht (= geen 2e zittijd).
· Tijdens de lessen zijn er permanente evaluaties van het artistieke proces.
· De toegekende cijfers tellen voor 1/3 van de punten.
· In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
· Het toegekend cijfer telt voor 2/3 van de punten.
· Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
· In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
· De ateliertitularissen kennen een evaluatiecijfer toe op de prestaties van de student tijdens de lesuren atelier.
OP-leden
|
|
