ONTWERPANALYSE EN INITIATIE 1.1.
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in de interieurvormgeving
Hoorcollege [A] 48.0
Werkcollege [B] 72.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 66.0
Totale studietijd [D] 326.0
Studiepunten [E] 11
Niveau inleidend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Katia DE BONDT
Referentie ACINVG01A00022
 
Trefwoorden
Ontwerpanalyse en Initiatie 1.1., h00x kunst, t240- binnenhuisarchitectuur

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel ‘ontwerpanalyse en initiatie’ is het eerste luik van de over de 6 modules gespreide ontwerp-opleidingsonderdelen van de opleiding.
Deze worden beschouwd als de rode draad doorheen de opleiding met een stijgende graad van complexiteit.
Het opleidingsonderdeel bestaat uit 5 deelcompetenties die allen verband houden met het centrale thema van de eerste module van 1-ste bachelor Interieurvormgeving, namelijk ‘ontwerpanalyse en initiatie’:
1. Analyse- en initiatieopdracht
2. Vormleer
3. Ontwerpleer
4. Ergonomie
5. Artistieke vorming

De deelcompetenties analyse- en initiatieopdracht, vormleer, ontwerpleer en ergonomie zijn essentiële bouwstenen in het interieurontwerp en komen zo vroeg mogelijk in de opleiding aan bod om op een adequate manier de er op volgende opleidingsonderdelen te kunnen aanvatten.
De deelcompetentie artistieke vorming benadrukt op zijn beurt de persoonlijke en expressieve wijze waarop de student betekenis kan geven aan ontwerpen, vormleer, ontwerpleer en ergonomie.

Leerinhoud
1. Analyse- en initiatieopdracht:
Aanvankelijk leert men "spelenderwijs" vormbeheersing, ruimtelijk denken, creatief denken, schaal hanteren, plantekenen, voorstelling van een ruimtelijk ontwerp maken met schetsen, perspectieven, schaalmodel, omgaan met vakjargon van het beroepenveld en ruimtelijk als materiaalspecifiek aanvoelen.
In een 2-de stadium leert de student de kenmerken van "masters of design" kennen en begrijpen. Aansluitend wordt overgegaan tot de initiatie van deelfuncties van het wonen.

2. Vormleer:
Vormgeven als ontwerpdiscipline, ordening en betekenisgeving, ordeningsprincipes- en elementen, het vormgevingsproces, vormsemiotiek, niet levende vorm(en), biomorfe, antropomorfe, vormbegrippen (bv. symmetrie), psychologie van de vorm – gestalt, verband tussen basisvormen en afgeleide vormen, verband tussen eigenschappen van de vorm en de materie waaruit de vorm is gemaakt.

3. Ontwerpleer:
Ontwerpmethodes, stappen en fasen in ontwerpproces: eisenprogramma, relatieonderzoek, zonering, schetsontwerp, voorontwerp, opmaken van een organigram van een interieur, opvattingen over ruimte, principes van de (interieur)architectuur, ruimtelijke en vormelijke schema’s, composities van ruimten en objecten, organisatie van de architecturale ruimte, circulatie. Geïntegreerd denken vanuit het standpunt van de gebruiker, de producent en de ontwerper.

4. Ergonomie:
De ergonomie: ontstaan, begripsomschrijving, soorten, toepassingsgebieden van ergonomie.
Antropometrie: begripsomschrijving, variabelen, statistieken, gauskurve, begrippen als gemiddelde, standaardafwijking, percentiel, Z-waarde, de ergonomische ontwerptypes.
De basislichaamsmaten, statische en dynamische antropometrie.
Bijzondere richtlijnen mbt het interieurontwerpen.
Woonfuncties: eten, koken, zitten, slapen, baden.
Verticaal circuleren.

5. Artistieke vorming:
Er worden linken gelegd met de audiovisuele en beeldende kunsten.


Begincompetenties
Geen specifieke begincompetenties vereist.

Eindcompetenties
Kerncompetentie 1:
Deelfuncties van het verblijven kunnen analyseren, van elkaar kunnen onderscheiden en kunnen ontwerpen volgens de ergonomische normen
a. In staat zijn tot het analyseren van de eisen, situatie, stellingen, prioriteiten, middelen en context van een opdracht
b. Kunnen verwoorden, plaatsen en hanteren van (basis)ontwerpbegrippen en principes (ontwerpleer)
c. De basisprincipes van vormleer kunnen toepassen en het vocabolarium kennen (vormleer)
d. Kennis hebben over de verschillende interieurelementen en gebruiksvoorwerpen nodig om functies te kunnen ontwerpen
e. Ruimtes en/of een ontwerp kunnen omzetten naar een tweedimensionale (plannen, perspectieven, schetsen) en een driedimensionale (maquette) elementaire voorstelling
f. Gevoel hebben voor verhoudingen, kleur, textuur en materiaalverwerking en dit kunnen weergeven aan de hand van perspectieven en maquette

Kerncompetentie 2:
Kennis hebben over hedendaags design met betrekking tot interieurvormgeving en architectuur

Kerncompetentie 3:
In staat zijn een dossier met zorg te presenteren met oog voor bladlay-out en algemene lay-out

Algemene competentie 1: Creativiteit:
a. Oplossingsgericht toepassen van hedendaagse vormgeving om innovatieve resultaten te bereiken

Algemene competentie 2: Vermogen tot kritische reflectie:
a. Gevolg kunnen geven aan opgemerkte te verbeteren punten
b. Eigen standpunten kunnen relativeren


Leermaterialen
Analyse- en initiatieopdracht:

Opgaven en handboek via copydienst.
Basispakket tekenmateriaal: Inkttekenpennen 0.18,0.25, 0.35, 0.5, T-lat lengte 1m, grote tekendriehoeken 30/60° en 45°, passer (potlood en inkt), rol tape (genre papiertape), witte gom geschikt voor kalkpapier, schetskalk breedte 30cm, vouwmeter L=2.00m, potlood-stiftenhouder 0.5mm zachtheid HB, tekenpapier en kalkpapier formaat A3, meetlat in metaal 50cm, maquettemateriaal, tafel met effen ondergrond en rechte zijranden als tekentafel.

Andere deelcompetenties: syllabi, boeken en tijdschriften. Wordt meegedeeld door de betrokken docenten.


Studiekosten
Tekenmateriaal: +/- 400 euro
Mogelijk eendagsbezoek: 10 euro
Ontwerpleer: +/- 50 euro
Vormleer: +/- 75 euro

Studiebegeleiding
Monitoraat: remediëring in de vorm van aangepaste workshops + individuele studiebegeleiding mogelijk op afspraak.

Onderwijsvormen
Analyse- en initiatieopdracht: hoorcollege, atelier, oefeningsessies, cases begeleid zelfstandig leren.
Ergonomie en ontwerpleer: hoorcolleges.
Vormleer en artistieke vorming: oefeningsessies.

Evaluatievorm
Analyse- en initiatieopdracht, artistieke vorming:
Permanente evaluatie 2/3 van de punten; jurering 1/3 van de punten.
Ergonomie: schriftelijk examen.
Vorm- en ontwerpleer: beoordeling op oefening.

Algemeen:
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor alle deelcompetenties moet de helft van de punten worden behaald.

OP-leden