Trefwoorden bodem, cultuurtechniek, water, bodembewerking, drainage, irrigatie
Doelstellingen De cursus stelt de afgestudeerde in staat zijn verworven kennis omtrent de verschillende aspecten van bodemkunde en cultuurtechniek in de praktijk toe te passen. De student beschikt over de nodige vaardigheid om de verschillende bodemkenmerken, zowel fysisch als chemisch, te interpreteren en, zonodig, te verbeteren.
Leerinhoud
- Gedrag van water in de bodem, drainage, irrigatie
- Bodembewerking: diepe bodembewerking (ploegen, diepwoelen, ...) en zaaibereiding (cultivatoren, rotoreggen, frezen, ...)
- Afstelling en eenvoudig onderhoud van de bodembewerkingsmachines
- Praktische uitvoering van bodembewerking
Begincompetenties Geen
Eindcompetenties
- Aan de hand van een bepaalde bodem (soort, toestand) en een bepaald klimaat kunnen bepalen welke handelingen moeten gebeuren om de waterhuishouding op een goede manier te laten verlopen. Het kennen van drainage- en irrigatiesystemen en het kunnen bepalen van de juiste systemen voor een bepaalde praktijkomstandigheid.
- Aan de hand van een bepaalde bodem (soort, toestand) de juiste bodembewerkingen bepalen om tot een zo ideaal mogelijke bodemtoestand te komen in functie van de daaropvolgende teelt.
- De verschillende bodembewerkingen in de praktijk correct te kunnen uitvoeren, waarbij belang gehecht wordt aan een goede afstelling en aan een eenvoudig onderhoud van de machines.
Leermaterialen Cursusnota's 'Cultuurtechniek' (L. HANNES)
Cursus 'Landbouwwerktuigen' (L. van Wingerden (VAM, 1987, ISBN 90 405 2512.5 3))
vakliteratuur, websites
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 50.0 EUR Cursus: € 15
Uitstap beurs: € 10
Praktijk grondbewerking en afstelling machines: € 25
Studiebegeleiding Permanente mogelijkheid tot vraagstelling, begeleidingssessies.
Monitoraat is voorzien. Betrokken lectoren kunnen aangesproken worden voor individuele leerproblemen.
Onderwijsvormen Het theoretische gedeelte wordt aangeboden onder de vorm van hoorcolleges, in combinatie met veldwerk waar de bodem in zijn natuurlijke context behandeld wordt. De studenten dienen zelfstandig de opgedane theoretische kennis in praktijk om te zetten, i.e. de bodem te karakteriseren en te interpreteren naar zijn gebruikswaarde.
Het praktische gedeelte wordt gevolgd in centra die over een grote verscheidenheid aan moderne grondbewerkingsmachines beschikken.
Evaluatievorm Theorie: schriftelijk examen (open vragen)
Wegingscoëfficiënt:
theorie: 6/10
praktijk + oefeningen: 3/10
Excursies: 1/10
OP-leden L HANNES - I. DUPON
|
|