Trefwoorden Stage
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel wordt aangeboden op het moment in het curriculum dat de student een grondige basiskennis en -vorming bezit van alle opleidingsonderdelen die met labonderzoek te maken hebben.
De bedoeling van dit opleidingsonderdeel is de aangeleerde laboratoriumtechnieken toepassen in een reële situatie van de toekomstige werkomgeving. De studenten kunnen op die manier
praktijkervaring opdoen in verschillende laboratoria; voornamelijk onderzoekslaboratoria waar de nadruk gelegd wordt op research, maar waar daarnaast ook routinetesten kunnen uitgevoerd worden. Op die manier kunnen de studenten leren omgaan met gesofisticeerde apparatuur die niet beschikbaar is op school.
Belangrijk hierbij is dat de studenten leren omgaan met de kwaliteitssystemen die in de labs ter plaatse gebruikt worden.
Volgende algemene vaardigheden en attitudes zijn belangrijke aandachtspunten in labs en dus belangrijk voor stages:
- In teamverband kunnen werken;veilig, nauwkeurig en milieubewust kunnen werken.
- Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken.
- Informatie kunnen opzoeken, verwerken en beheren en nadien rapporteren
- Projectmatig kunnen werken: eigen deelonderzoek kunnen kaderen in overkoepelend project
- Vermogen tot kritische reflectie en vermogen tot communiceren van informatie, problemen en oplossingen
- Vermogen tot levenslang leren en besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid
Naar het later beroepsleven toe zijn volgende vaardigheden en attitudes ook belangrijk:
- Op adequate manier kunnen omgaan met apparatuur en nodige analysetechnieken kunnen uitvoeren.
- Kunnen meewerken aan calibratie van apparatuur, aan kwaliteitscontroles. De controleresultaten kunnen interpreteren.
- Preparaten correct kunnen maken en interpreteren.
- Op juiste wijze specimen kunnen verzamelen.
- Resultaten analytisch kunnen evalueren en verwerken. Afwijkende resultaten kunnen herkennen en kunnen rapporteren.
Elke stageplaats heeft zijn eigen specifieke aandachtspunten. Deze zijn terug te vinden in het stageëvaluatieformulier. (formulier D27.1.021)
Leerinhoud Er wordt een stageperiode voorzien van vier maanden (na de examenperiode van januari in het derde jaar). De stage kan in het binnen- of buitenland gebeuren. De stageplaatsen situeren zich zowel op het domein van de universitaire researchcentra als op het domein van de farmaceutische en biotechnologische industrie. Een bijkomende mogelijkheid is een stage in een apotheek.
Begincompetenties Kennis en vaardigheden van het eerste, tweede en derde jaar zullen tijdens de stage geïntegreerd moeten worden.
Eindcompetenties Dit zijn de eindcompetenties die zeker bereikt moeten worden op het einde van de stage:
Algemene competenties
- Veilig, nauwkeurig en milieubewust werken
- Projectmatig kunnen werken: eigen deelonderzoek kunnen kaderen in het overkoepelend project
Beroepsgerichte competenties
Kerncompetentie 1
Kennis en inzicht in de gebruikte technieken verwerven.
Kerncompetentie 2
Op adequate manier kunnen omgaan met de beschikbare apparatuur en nodige analysetechnieken kunnen uitvoeren.
Kerncompetentie 3
Resultaten analytisch kunnen evalueren en verwerken. Afwijkende resultaten kunnen herkennen en kunnen rapporteren.
Deze algemene en kerncompetenties worden duidelijk omschreven in het stage-evaluatieformulier en door de stagementor en de stagebegeleider al dan niet in aanwezigheid van de student op regelmatige tijdstippen besproken, waarbij de evolutie van de student wordt opgevolgd.
Beroepsspecifieke competenties zijn uiteraard afhankelijk van de gekozen stageplaats.
Leermaterialen - Het documentatiemateriaal op de stageplaats en in de bibliotheken van de Hogeschool en de Associatie Universiteit Gent staan ter beschikking van de studenten.
- Verder kunnen de studenten gebruik maken van het zelfstudiecentrum en de bib voor het surfen op internet.
- Belangrijke mededelingen, interessante websites, verslagen van vergaderingen…kunnen via Dokeos geraadpleegd worden
Studiekosten Kosten van de buitenlandse studiereis zijn afhankelijk van de bestemming maar kunnen nadien gedeeltelijk gerecupereerd worden via de sociale dienst van de Hogeschool Gent.
Studiebegeleiding Een stagecoördinator van de Hogeschool organiseert de stageplanning. Op de stageplaats begeleidt een mentor de student. De mentor bepaalt de inhoud van de stage. De student wordt ook van school uit begeleid door een stagebegeleider die gekozen wordt in functie van het eindwerk gekoppeld aan de hoofdstageplaats. Van de student wordt verwacht dat hij over het stageverloop regelmatig feed-back geeft aan de stagebegeleider.
De stagebegeleider stuurt de student bij.
Onderwijsvormen Didactische opleiding vanuit een werksituatie.
Projectmatig werken
Begeleide zelfstudie
Evaluatievorm Aan de hand van de evaluatie van de stage zelf en van de stageverslagen afgegeven op afgesproken tijdstippen.
Evaluatie van de stage gebeurt enerzijds door tussentijdse evaluaties (10%) en anderzijds door middel van een eindevaluatie (65%). De stagetitularis vult een evaluatieformulier in. Dit wordt besproken met de stagebegeleider van het departement, die de algemene beoordeling omzet in cijfers.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met het naleven van het stagereglement (formulier D27.1.010).
Het is belangrijk dat de studenten oplossingsgericht kunnen werken tijdens hun stage.
De stageverslagen tellen voor 25% van de punten mee. Bij laattijdig indienen ervan worden punten afgetrokken.
Deze punten worden door de stagebegeleider toegekend na overleg met en advies van de stagementor en naaste medewerkers.
OP-leden De betrokken lectoren van de BLT opleiding
|
|