Trefwoorden b710: Motorische revalidatie, b670: Gerontologie, b650: Psychiatrie, b660 Pediatrie, s216: Gehandicaptenzorg
Doelstellingen In het derde jaar wordt ongeveer 20 weken stage voorzien en dit verdeeld over 2 periodes. Gedurende de eerste periode (1ste semester) krijgt de student de mogelijkheid om praktijkervaring op te doen aangaande zijn scriptieonderwerp. Tijdens de tweede periode (2de semester) heeft de student de mogelijkheid zich verder te verdiepen in één domein (andere doelgroep dan scriptiestage) van de ergotherapie. Binnen deze stage moet hij leren zijn therapeutische houding te bepalen. Het contact met de andere disciplines vormt een aanzet tot diepgaander teamwork. Binnen deze stageperiode moet hij zich ook verder bekwamen in het behandelen en begeleiden van de patiënten/cliënten en dit alles gebaseerd op een grondige dossierstudie en een geïndividualiseerd behandelingsplan.
Leerinhoud Dossierstudies
Syntheseverslagen
Reeds verworven kennis en inzicht toetsen en toepassen in de praktijk
Stimuleren tot het stellen van vragen, werken in teamverband en het bijwonen en participeren aan vergaderingen en teamoverleg.
Ervaringen opdoen i.v.m. ergotherapie
Informatie opdoen en verzamelen over de vorm en de inhoud van de ergotherapeutische praktijk.
Het opstellen van een behandelingsplan.
Het opdoen van ervaring aangaande het scriptieonderwerp
Begincompetenties Geslaagd zijn in het 2de jaar bachelor in de ergotherapie of de kennis bezitten van de opleidingsonderdelen "Ergotherapie in de fysieke revalidatie", "Ergotherapie in de kinderrevalidatie", "Ergotherapie in de geriatrie", "Ergotherapie in de GGZ". Tevens moet de student zijn stage van het 2 de jaar bachelor in de ergotherapie met vrucht hebben doorlopen.
Eindcompetenties De student moet in staat zijn om te participeren aan de dagdagelijkse handelingen van een ergotherapeut.
De student moet in staat zijn om ergotherapeutische handelingen over te nemen en soms ook zelfstandig uit te voeren.
De student moet gerichte vragen kunnen stellen en bedenkingen kunnen formuleren
De student moet relevante gegevens uit het dossier kunnen selecteren en bruikbaar kunnen maken voor de therapie.
Leermaterialen Voor de aanvang van de stage wordt aan de student een vademecum voor de stage ter beschikking gesteld. Dit vademecum bevat:
- Het stagereglement
- De adressen en praktische informatie omtrent de verschillende stageplaatsen
- Informatie in verband met de opmaak van het stageboek
- Het evaluatierapport
Studiekosten Eventuele verplaatsingskosten
Eventuele aanschaf van beroepskledij (ongeveer € 50)
Studiebegeleiding De student wordt op iedere stageplaats twee maal bezocht. Eénmaal voor een tussentijdse en éénmaal voor de eindevaluatie.
Op school worden wekelijks verplichte functioneringsgesprekken met de student georganiseerd.
Tevens wordt de student op de stageplaats zelf begeleid en gestuurd door de stagementor. Hij/Zij kan ook altijd contact opnemen met de stagebegeleider of coördinator in geval van vragen of problemen en dit zowel telefonisch en via email.
Onderwijsvormen Ervaringen opdoen in de beroepspraktijk
Demonstraties bekijken
Zelfstandig een ergotherapeutische behandeling leren uitvoeren
leren op een efficiënte manier rapporteren en evalueren
Functioneringssgesprekken voeren
Evaluatievorm Er worden 20 studiepunten voorzien voor de beoordeling van de stage, gelijk verdeeld over de twee stageperiodes. Er wordt gescoord via een ontworpen beoordelingsschaal waarbij vooral specifiek therapeutische vaardigheden, communicatie, kennis en inzicht en algemene beroepsattitudes gescoord worden. Ook moeten de studenten van iedere stage een stagerapport opgemaakt worden volgens opgelegde criteria.
Alle criteria van de informatie worden nauwkeurig vermeld in het vademecum en mondeling toegelicht in een inleidende infosessie stage.
Voor elke stageperiode staan 7 studiepunten op de stage en 3 studiepunten op het stagerapport.
OP-leden Algemene stagecoordinatie : Wivina De Keyser
Buitenlandse stages: Annemie Engelen
Stagebegeleiding: alle lectoren ergotherapie
|
|