HYGIËNE VAN DE VOEDING EN PARASIETENLEER
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in de voedings- en dieetkunde
Hoorcollege [A] 25.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Mia Verschraegen
Referentie GCVKDK01A00003
 
Trefwoorden
p390-organische-chemie, b230-microbiologie, b230-bacteriologie, b230-virologie, b230-mycologie, b235-protozoölogie, b240-parasitologie-van-mens-en-dier, b420-voeding, b510-infecties, b550-gastro-enterologie, b680-volksgezondheid, b680-epidemiologie, t490-biotechnologie

Doelstellingen
Binnen de tweeledige beroepenstructuur (paramedisch en niet-paramedisch) waar deze professionele bachelor op voorbereidt kan een aantal doelstellingen teruggevonden worden die verband houden met het bewaken van de voedselveiligheid.

Wat het paramedisch beroep van diëtist betreft, wettelijk geregeld bij KB (19 febr. 1997), wordt in Art. 3 gesteld dat in een theoretische opleiding moet voorzien worden i.v.m. hygiëne.

Het “beroepsprofiel van de voedings- en dieetkundige (VLOR 1996)”, meldt bij de beschrijving van de hoofdwerkzaamheden, de functie en de daaraan gekoppelde taken en contextgegevens die in verband staan met de analyse van en de controle van de levensmiddelenhygiëne. Deze taak werd omstandig (basiscompetenties) omschreven in het “opleidingsprofiel van de voedings- en dieetkundige (VLOR 1997)”.

Omgaan met voeding kan niet los gekoppeld worden van de aspecten “hygiëne en voedselveiligheid”. Om de competentie kwaliteitsbewustzijn te optimaliseren wordt dit onderdeel in het begin van de opleiding geplaatst (in het tweede semester).

Leerinhoud
In een inleidend hoofdstuk worden de wettelijke aspecten betreffende de voedselveiligheid onder de loep genomen (internationale, Europese, Belgische). Speciale aandacht gaat uit naar het de verordening (EG) 852/2004, het KB 2005 betreffende levensmiddelenhygiëne en de rol van het Federaal Agentschap van de Voedselveiligheid (FAVV). De leerinhouden in de erop volgende hoofdstukken zijn lineair opgebouwd. De context van de wettelijk gehanteerde begrippen, definities, het preventief kwaliteitsbeheersingssysteem en de risicoanalyse worden omstandig toegelicht (HACCP, GMP, ...). Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan de via de voeding overdraagbare parasitaire infecties, de preventiemaatregelen en desgevallend recente voedselproblemen.

Begincompetenties
Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de leerinhouden van de opleidingsonderdelen “Biologie, Microbiologie: algemene en medische microbiologie en oefeningen, Toegepaste chemie, Toegepaste fysica, Levensmiddelenleer m.i.v. technologie en Keukentechnologie” van het 1e jaar en houdt verband met “Gemeenschapsvoeding” van het tweede jaar.

Eindcompetenties
Algemene: verwerven en verwerken van informatie
Beroepsgerichte: werken volgens de principes van kwaliteitszorg, besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk (veiligheids-, gezondheids- en milieubewustzijn)
Beroepspecifieke: coördinerend en adviserend kunnen optreden met betrekking tot een kwaliteitsvolle bereiding en verstrekking van voedsel, kunnen adviseren over kwaliteit en bruikbaarheid van voedsel/voedingsmiddelen.

Het beheersingsniveau van de competenties situeert zich op midden- en eindniveau.


Leermaterialen
Syllabus, te verkrijgen via de cursusdienst Vesalius;
Handboek: Autocontrolegids voor de gemeenschapsvoeding: Gids voor goede hygiënepraktijken en autocontrole voor grootkeukens en verzorgingsinstellingen (dossiernr. G-025)

Studiekosten
Syllabus: 9€
Handboek: niet gekend op 28.03.06
Bedrijfsbezoeken: verplaatsingskosten

Studiebegeleiding
Na afspraak: lokaal 1105


Onderwijsvormen
Hoorcollege a.h.v. powerpointpresentatie en bord.
Leergesprek: de student wordt tijdens de theoretische uiteenzettingen geactiveerd door het stellen van vragen en door gebruik te maken van praktijkvoorbeelden.
Bedrijfsbezoeken

Een “on the field training” wordt ingericht in het 2e jaar, omvattende een stage met specifieke taken en opdrachten betreffende de toepassing van maatregelen in verband met voedselveiligheid in de gemeenschapsrestauratie (onder begeleiding van een stagementor ter plaatse en een stagebegeleider van de Hogeschool).


Evaluatievorm
De evaluatie gebeurt aan het einde van het academiejaar onder de vorm van een schriftelijk examen (open vragen).
Om het verwerken van de leerinhouden te optimaliseren ontvangt de student vooraf voorbeeldexamenvragen.
Aan het totale opleidingsonderdeel zijn “3“ studiepunten toegekend. In de eindevaluatie telt het onderdeel “Hygiëne van de voeding” voor 85% en “Parasietenleer” voor 15%.


OP-leden
Mia Verschraegen