Trefwoorden b420-voeding
Doelstellingen Fysiologie van de voeding
De kennis van de fysiologie van de voeding bij de mens behoort tot de wezenlijke kern van het geheel van inzichten dat de bachelor in de voedings- en dieetkunde moet in staat stellen om in de zeer diverse settings in het brede werkveld van de voeding de beroepspraktijk adequaat uit te oefenen.
Deze kennis vormt het draagvlak voor het goede begrip en een juiste inschatting van de impact van voeding (naast andere externe factoren met invloed op de fysiologie van de mens) op de integriteit en de stabiliteit van de diverse voedingsgerelateerde functies van het menselijk lichaam.
Deze mechanistische basiskennis moet het inzicht in de dieettherapie faciliteren.
Daarnaast vormt deze kennis ook de basis voor het inzicht in de manier waarop voeding een primordiale rol kan vervullen in het voorkómen van een aantal belangrijke medische aandoeningen die vandaag in de Westerse wereld een prominente plaats innemen in de ziekte- en sterftestatistieken.
De kennis van de fysiologie van de voeding bij de mens moet de afgestudeerde bachelor in de voedings- en dieetkunde tevens in staat stellen nieuwe wetenschappelijke inzichten in het domein “voeding en gezondheid” te assimileren en te vertalen en integreren naar de beroepsactiviteiten.
Voedingsepidemiologie
Inzicht verwerven in de rol van de epidemiologie als essentieel instrument voor de volksgezondheid.
De globale doelstelling van het vak voedingsepidemiologie (als bijzonder geval van de algemene epidemiologie) bestaat erin inzicht te verwerven in de wetenschappelijke methode die aan de basis ligt van het onderzoek naar de relatie tussen voeding (op niveau van voedingsmiddelen, voedingsstoffen, maaltijdpatronen, etc.) en gezondheid.
Deze kennis moet de bachelor in staat stellen de nodige kritische zin aan de dag te leggen ten aanzien van de steeds toenemende en complexer wordende ontwikkelingen in het domein van de productie van voedingsmiddelen en in het domein van de diagnostische en therapeutische tools in het medische werkveld.
Toegepaste voedingsleer
Kunnen gebruiken van bestaande voorlichtingsmodellen.
Kennen van de behoeften aan energie en voedingsstoffen bij gezonde personen op verschillende leeftijd en de behoefte in relatie tot de bouw en het functioneren van de mens.
Kunnen bepalen van de voedingsbehoefte van individuen of groepen en koppelen aan de antropometrische gegevens en de activiteit.
Kunnen interpreteren van gegevens uit het wetenschappelijk voedingsonderzoek en het kunnen omzetten van de resultaten naar praktische, economisch verantwoorde voedingsadviezen.
Toegepaste voedingsleer oefeningen
Kunnen meten en registreren van voedingsmiddelen.
Kunnen opstellen van cliëntgerichte voedingsschema's, maaltijden en menu's, zowel voor individuele personen als voor groepen volgens de levenscyclus.
Integreren van de cursus toegepaste voedingsleer, fysiologie van de voeding, levensmiddelenleer m.i.v. technologie,... en de hieraan gekoppelde oefeningen.
De voedingstoestand van een individu kunnen vaststellen met behulp van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens van de voeding.
Beschikbare technieken kunnen toepassen om de werkelijke consumptie van voedingsmiddelen en voedingssupplementen te registreren.
Inzicht hebben in het belang van preventieve zorg en kunnen toepassen van GVO-technieken.
Kunnen berekenen van de kostprijs van een gerecht.
Leerinhoud Fysiologie van de voeding
Fysiologische regulatie van het intermediair metabolisme.
Metabolische adaptaties in specifieke omstandigheden (langdurig vasten, ziekte, sport, etc.).
Energie vereisten voor fysieke activiteit (fysiologie van de spiercontractie, verschillende metabolische activiteiten in verschillende types spiervezels, energiebronnen voor de spier, gebruik van energiesubstraat in functie van intensiteit, aanbevelingen in verband met sportfysiologie, fysiologie van de energie en van de vochtbehoeften bij diverse types van sportactiviteiten, de rol van micronutriënten bij sport, concepten van fysieke fitheid, enz.).
Voeding tijdens verschillende levenscycli (zwangerschap, foetale groei, fysiologie van de lactatie en de rol hierin van de voeding, samenstelling van moedermelk versus andere formules, voeding en het opgroeinde kind, enz.).
Fysiologie van de groei.
Groei en maturatie van de gastro-intestinale tractus.
Nutriënt referentiewaarden : ontstaan en oordeelkundig gebruik.
Fysiologie van de vitamines, mineralen, sporenelementen.
Voedingsepidemiologie
Belangrijkste definities in de voedingsepidemiologie.
De belangrijkste vormen van studiedesign.
Frequentiematen en associatiematen.
Toetsen van hypothesen.
Causaliteitscriteria.
Toegepaste voedingsleer
De voeding van een zwangere vrouw
De voeding van de lacterende vrouw
De zuigelingenvoeding
De peuter- en kleutervoeding
Voeding en tandcaries
De voeding van het schoolgaande kind (6 tot 12 jaar)
De voeding van de adolescent (12 tot 18 jaar)
De voeding bij ouderen
Voeding en sport
Alternatieve voedingen
Voedingsfactoren en osteoporose
Voedingsbeleid bij decubitus
Toegepaste voedingsleer oefeningen
Gezonde voeding volwassenen
Schoolmaaltijden
Zwangere vrouw
Lacterende vrouw
Zuigelingvoeding (zowel start- als opvolgvoeding en 'beikost')
Peuter- en kleutervoeding
Bejaardenvoeding
Begincompetenties Fysiologie van de voeding
Dit vak in het tweede jaar kan beschouwd worden als deel II van hetzelfde vak in het eerste jaar (zie studiefiches eerste jaar)
Voedingsepidemiologie
Basisbegrippen van statistiek, ziekteleer en voedingsleer
Toegepaste voedingsleer
Levensmiddelenleer m.i.v. technologie (1e jaar)
Toegepaste voedingsleer (1e jaar)
Toegepaste voedingsleer oefeningen
Levensmiddelenleer m.i.v. technologie (1e jaar)
Toegepaste voedingsleer (2e jaar)
Toegepaste voedingsleer en oefeningen (1e jaar)
Keukentechnologie familiale en oefeningen (1e jaar)
Eindcompetenties Fysiologie van de voeding
Algemene competenties
Denk- en redeneervaardigheid
Verwerven en verwerken van informatie
Instelling tot levenslang leren.
Beroepsgerichte competenties
Interdisciplinair werken
Probleemgericht werken
Oplossingsgericht werken
Cliënt / patiëntgericht handelen
Ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Nauwgezetheid en zorg voor kwaliteit
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Onderzoeksvaardigheden
Beroepsspecifieke competenties
Kwaliteitsvolle voedings- en dieetbehandeling uitvoeren
Vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar praktische adviezen
Advies verstrekken rond voeding/voedingsmiddelen/voedingsmiddelen voor bijzondere voeding
Voedingsepidemiologie
Algemene competenties
Denk- en redeneervaardigheid
Verwerven en verwerken van informatie
Kritisch en reflectief denken
Instelling tot levenslang leren.
Zelfstandig en projectmatig werken
Communicatievaardigheden
Beroepsgerichte competenties
Interdisciplinair werken
Probleemgericht werken
Oplossingsgericht werken
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Onderzoeksvaardigheden
Beroepsspecifieke competenties
Vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar praktische adviezen
Toegepaste voedingsleer en oefeningen
Algemene competenties
Denk- en redeneervaardigheid
Verwerven van informatie (met inbegrip van ICT)
Ingesteldheid tot levenslang leren (in de verdere beroepscarrière toe te passen)
Beroepsgerichte competenties
Probleemgericht werken
Oplossingsgericht werken (zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van probleemsituaties)
Dienstverlenende ingesteldheid
Cliëntgericht kunnen handelen
Methodisch en reflectief denken en handelen
Kwaliteitsbewustzijn / werken volgens de principes van kwaliteitszorg
Kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Nauwgezetheid en zorg voor kwaliteit
Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Beroepsspecifieke competenties
Zelfstandig een kwaliteitsvolle voedingsbehandeling uit te voeren
Voedingsvoorlichting te initiëren, te plannen, te organiseren, uit te voeren en te evalueren en dit zowel aan individuen als aan groepen en dit zowel mondeling als schriftelijk
Te adviseren over kwaliteit en bruikbaarheid van voeding / voedingsmiddelen / voedingsmiddelen voor bijzondere voeding
Resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aanbevelingen op het gebied van voeding te vertalen in praktische adviezen
Leermaterialen Fysiologie van de voeding
Eigen syllabus, aangevuld met lesnota's
Voedingsepidemiologie
Eigen syllabus, aangevuld met lesnota's
Toegepaste voedingsleer
Eigen cursus: Toegepaste voedingsleer + collegenota's
Hoge Gezondheidsraad, Voedingsaanbevelingen voor België 2003, Brussel
Toegepaste voedingsleer oefeningen
- Eigen cursus: Oefeningen toegepaste voedingsleer (± 40 blz.) + collegenota's
- Belgische Voedingsmiddelentabel, Nationale Raad voor de voeding, Brussel, NUBEL, 2004.
- Hoge Gezondheidsraad, Voedingsaanbevelingen voor België 2003, Brussel
- Nederlandse voedingsmiddelentabel, Voedingscentrum, Utrecht, 2004
- NEVO Tabel, Voorlichtingsbureau voor de voeding, Den Haag, 2001.
- Hoge Gezondheidsraad, Ministerie van sociale zaken, Volksgezondheid en leefmilieu, "Maten en gewichten", handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, Brussel 2005
- Rekenmachine
Studiekosten Fysiologie van de voeding
Cursusmateriaal ten bedrage van maximaal 10 €
Voedingsepidemiologie Cursusmateriaal ten bedrage van maximaal 5 €
Toegepaste voedingsleer
Eigen cursus: ± 5,5 Euro
Toegepaste voedingsleer oefeningen
Eigen cursus: max 1,5 Euro
Tabellen:
- Belgische Voedingsmiddelentabel, Nationale Raad voor de voeding, Brussel, Nubel, 2004, € 7,50
- Voedingsaanbevelingen voor België, Nationale Raad voor de voeding, Brussel, 2003, gratis
- Nederlandse voedingsmiddelentabel, Voedingscentrum, Utrecht, 2004, € 12,91
- NEVO tabel, Voorlichtingsbureau voor de voeding, Den Haag, 2001, € 35,29
Rekenmachine, ± € 7,5
Studiebegeleiding Op afspraak (lokaal 1105)
Onderwijsvormen Fysiologie van de voeding
Interactieve hoorcolleges, ondersteund met visueel en web-based materiaal
Voedingsepidemiologie
Interactieve hoorcolleges en seminaries
Toegepaste voedingsleer
Informatie aanbiedende methode: doceermethode
Onderwijsgesprek: gespreksvorm, zelfstudie, autonome activiteiten
Toegepaste voedingsleer oefeningen
Bij het opstarten van een nieuwe oefening wordt steeds de informatie-aanbiedende methode, nl. de doceermethode gebruikt + de dialectische methode onder de vorm van een leergesprek.
Tijdens het uitwerken van de opdrachten wordt de coöperatieve methode met parallel groepswerk toegepast (dus eenzelfde opgave voor verschillende subgroepen).
Taken en opdrachten voor thuis (= steeds verder afwerken van een reeds gestarte opdracht in klasverband).
Zelfstudie, autonome activiteiten
Evaluatievorm Fysiologie van de voeding
Puntenverdeling: 1.5 van de 6 (totaal) studiepunten
Schriftelijk examen.
Opdracht tijdens het academiejaar.
Voedingsepidemiologie
Puntenverdeling: 0.5 van de 6 (totaal) studiepunten
Schriftelijk examen.
Toegepaste voedingsleer
Puntenverdeling: 2 van de 6 (totaal) studiepunten
Summatief mondeling examen (open vragen) met schriftelijke voorbereiding
Toegepaste voedingsleer oefeningen
Puntenverdeling: 2 van de 6 (totaal) studiepunten
Waarvan:
- permanente evaluatie voor 1/5 van de 2 stp.
- summatief schriftelijk examen voor 4/5 van de 2 stp.,
conform de gestelde eisen van de handleiding Oefeningen Toegepaste Voedingsleer.
Voor deze evaluatie wordt een geïntegreerde kennis verwacht van Toegepaste Voedingsleer, Keukentechnologie; familiale en van de gemeenschapsvoeding, Pathologie en dieetleer van het kind, Levensmiddelenleer m.i.v. technologie.
OP-leden Stefaan De Henauw
An Vandenhaute
Willem De Keyzer
|
|