STAGES
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in de voedings- en dieetkunde
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 70.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Silke MEULEWATER
Referentie GCVKDK02A00010
 
Trefwoorden


Doelstellingen
Stage is één van de kwalificatievereisten vermeld in het K.B. (19/02/97), dat de uitoefening van het beroep van diëtist regelt.
Om toegang te krijgen tot het beroep dienen er min. 600 uren stage gelopen in "klinische diëtetiek en diëtetiek voor collectiviteiten".
De "collectiviteitenstage" van het tweede jaar maakt hiervan deel uit.
Daarenboven is deze stage onontbeerlijk om de leerinhouden van de opleidingsonderdelen "Gemeenschapsvoeding (keukentechnologie en inrichting en beheer) " en "Hygiëne van de voeding" aan de praktijk te toetsen en om de hieraan gekoppelde beroepsspecifieke competenties te verwerven.
Zij laat de student tevens toe zich te oriënteren op het toekomstige beroepsveld en te werken aan beroepsspecifieke attitudes.




Leerinhoud
Participatie in:
- het toepassen van veiligheidsprocedures gericht op het beheersen van de gevaren van contaminatie
- het uitvoeren van controle- en bewakingsmaatregelen
- het registreren van controle- en bewakingsresultaten
Interpreteren van de controleresultaten.
Participatie in het uitwerken en doorvoeren van correctiemaatregelen.
Participatie in de verschillende stappen van het productieproces: samenstellen van het menu (assortiment); inkoop; bewerkingstraject: ontvangst en opslag, koude bereidingen, warme bereidingen, uitgifte: portionering en distributie; retour; afwas; reinigen.
Toepassen van de ”Goede Hygiëne Praktijken”.
Samenwerken met de personeelsleden.
Zich integreren in de dienst.


Begincompetenties
Leerinhouden van: keukentechnologie familiale, keukentechnologie van de gemeenschapsvoeding, levensmiddelenleer m.i.v. technologie, microbiologie, hygiëne van de voeding, inrichting en beheer van de gemeenschapsvoeding,

Eindcompetenties
Dit opleidingsonderdeel draagt bij aan het ontwikkelen van de volgende competenties:
ALGEMENE:
denk- en redeneervaardigheid; verwerven en verwerken van informatie (m.i.v. ICT); vermogen tot kritisch en reflectief denken en handelen; zelfstandig werken; creativiteit; flexibiliteit en aanpassingsvermogen; vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen; ingesteldheid tot levenslang leren (zelfontplooiing); pro-actieve houding m.b.t. beroepsvernieuwing; nauwgezetheid/nauwkeurigheid; stressbestendigheid; vasthoudendheid;
BEROEPSGERICHTE:
methodisch handelen; probleemoplossend werken; werken volgens principes van kwaliteitszorg; interactief gedrag (assertiviteit, empathie, luisteren, mondelinge communicatie, mondelinge presentatie, overtuigingskracht, samenwerken (team en interdisciplinair), schriftelijke communicatie, sociale vlotheid); plannen en organiseren; voortgangscontrole; management (eenvoudige leidinggevende en managementtaken); eenvoudig onderzoek binnen het eigen vakgebied kunnen plannen, uitvoeren en rapporteren; besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk; integriteit;
BEROEPSSPECIFIEKE:
zelfstandig en (of) in multidisciplinair dienstverband een kwaliteitsvolle voedings- en of dieetbehandeling uit te voeren volgens vigerende beroeps- en gezondheidsstandaarden en op methodische wijze;
voedings- en dieetvoorlichting te initiëren, te plannen, te organiseren, uit te voeren en te evalueren en dit zowel aan individuen als aan groepen en dit zowel mondeling als schriftelijk;
adviserend en coördinerend te kunnen optreden met betrekking tot een kwaliteitsvol(le):
- bereiding en verstrekking van voedsel
- organisatie en beheer van een integrale voedingszorg;
resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aanbevelingen op het gebied van voeding te vertalen in praktische adviezen naar consumenten / patiënten en beroepsgroepen die zich met voeding en/of gezondheid bezighouden;
te adviseren over kwaliteit en bruikbaarheid van voedsel / voedings-middelen / voedingsmiddelen voor bijzondere voeding;
in multidisciplinair dienstverband bij te dragen aan de opzet, uitvoering en evaluatie van voedingsonderzoek;
de beginnende beroepsbeoefenaar bezit zelfkennis en zelfverantwoordelijkheid op het vlak van de eigen deskundigheid en eigen mogelijkheden;


Leermaterialen
- infofiche over de stageverlenende instelling
- informatiebrochure van de instelling
- werkprocedures, handleidingen en documenten van de voedingsdienst van de stageverlenende instelling

Studiekosten
- verplaatsingsonkosten
- verplaatsings- en verblijfsonkosten in geval van buitenlandse stages
- kosten onderhoud uniform

Studiebegeleiding
Individuele begeleiding van de student door stagementor (stageverlenende instelling) en stagebegeleid(st)er (onderwijsinstelling) en feedback op de uitgevoerde activiteiten.
Mogelijkheid tot "zelfreflectie" en "zelf-evaluatie" a.d.h. van het "zelfevaluatieformulier".

Onderwijsvormen


Evaluatievorm
Zowel de stageactiviteiten als het stageverslag worden geëvalueerd en gequoteerd.
De evaluatie gebeurt tussentijds (tussentijdse evaluatie) en op het einde van de stageperiode (eindevaluatie van de desbetreffende stageperiode).
De eindevaluatie van de stageactiviteiten gebeurt in principe door de dienstverantwoordelijke of stageverantwoordelijke en dit na ruggespraak met de personen onder wiens begeleiding of in wiens opdracht de student de activiteiten uitvoerde.

De boven vermelde eindevaluatie komt in gemeenzaam gesprek tussen dienstverantwoordelijke/stageverantwoordelijke, stagebegeleid(st)er en student(e) tot stand.
De schriftelijke neerslag ervan gebeurt aan de hand van het stage-evaluatieformulier.(zie stagereglement)
Elke bespreking van de prestaties van de stagiair is in principe een stage-evaluatie die mee in aanmerking wordt genomen voor de eindevaluatie van de desbetreffende stageperiode.
De belangrijkste aanwijzingen, adviezen en opmerkingen worden door de stagebegeleid(st)er en (of) dienstverantwoordelijke / stageverantwoordelijke op het “stagebegeleidingsformulier” ingevuld.
De student en de perso(o)n(en) die de beoordeling gaf (gaven) dateren en ondertekenen dit begeleidingsformulier.
Het begeleidingsformulier vormt de basis voor het invullen van het evaluatieformulier bij de eindevaluatie.
De schriftelijke neerslag van de eindevaluatie wordt na het verloop van de stageperiode ter ondertekening aan de student aangeboden.
Desgewenst kan de student bemerkingen op het evaluatieformulier aanbrengen.

De evaluatie van het stageverslag gebeurt op het einde van de stageperiode.
Deze evaluatie gebeurt door de stagebegeleid(st)er, gebeurlijk op aanwijzingen of in overleg met de dienstverantwoordelijke / stageverantwoordelijke.
De desbetreffende eindevaluatie wordt op het daarvoor bestemde evaluatieformulier (zie stagereglement) ingevuld en eveneens na het verloop van de stageperiode en dit binnen een redelijke termijn ter ondertekening aan de student aangeboden.

Ongewettigde afwezigheid op de stagebespreking maakt tevens voorwerp uit van boven vermelde eindevaluatie van het stageverslag en kan een onvoldoende voor gevolg hebben.
De stagebespreking gaat door in de school. Via mededelingen welke ad valvas bekend worden gemaakt kunnen de stagebegeleid(st)ers de stagiair oproepen. De stagebespreking biedt de mogelijkheid om specifieke problemen m.b.t. de stage en het stageverslag te bespreken, documenten in te dienen, afspraken te maken, ....


Zowel de eindevaluatie van de stageactiviteiten als het stageverslag resulteren in het toekennen van een algemene beoordelingscode.
Er zijn op de evaluatieformulieren 5 beoordelingscodes (van A t.e.m. E) voorzien. Ze zijn gekoppeld aan de volgende eindwaarderingen:
“onderscheidt zich” A
“goed” B
“voldoende” C
“zwak” D
“onvoldoende” E
Op basis hiervan wordt op het einde van het academiejaar het stagecijfer van de student bepaald.
De stagebegeleider bepaalt de uiteindelijke quotatie en is tevens de verantwoordelijke t.a.v. de examencommissie.
Dit is evenzeer van toepassing op stages gelopen in het buitenland. Evaluaties van dienstverantwoordelijke / stagementoren / stageverantwoordelijken zijn adviserend.
Hierbij wordt de volgende verdeelsleutel gehanteerd:
A: groter dan tot gelijk aan 7
B: groter dan tot gelijk aan 6 en kleiner dan 7
C: groter dan tot gelijk aan 5 en kleiner dan 6
D: groter dan tot gelijk aan 4 en kleiner dan 5
E: kleiner dan 4
Het stagecijfer, dat volgens decretale bepalingen uitgedrukt wordt op een totaal van 20 is het verrekeningsresultaat van zowel de stageactiviteiten als het stageverslag.
Voor het 2de jaar Professionele Bachelor Voedings- en dieetkunde wordt zes tienden uitgemaakt door de stageactiviteiten en vier tienden door het stageverslag.
Bij verwijzing naar de 2de zittijd wordt het stagecijfer in principe ongewijzigd overgedragen.

Na afloop van de stage maakt de student een sterkte - zwakte analyse van de gelopen stage (reflectieverslag). De bevindingen van deze zelfevaluatie worden geregistreerd op het zelfevaluatieformulier. Hierop worden tevens aanwijzingen geformuleerd naar de volgende stageperiode toe.


OP-leden
(praktijk)lectoren van de opleiding Voedings- en dieetkunde
W. De Keyzer - Y. De Roo - A. Vandenhaute - M. Verschraegen