BEGELEIDE ONDERWIJSPRAKTIJK : DIDACTISCHE STAGES, INCL. PROJECTWERK
 
Wordt gegeven in Initiële lerarenopleiding van academisch niveau Bestuurskunde
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 210.0
Totale studietijd [D] 210.0
Studiepunten [E] 7
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Peter DRUYTS
Referentie HALERB01A00009
 
Trefwoorden
Begeleide onderwijspraktijk: didactische stages

Doelstellingen
De stage beoogt de student de nodige startbekwaamheid te doen verwerven. Door praktijkervaring op te doen, worden de theoretisch opgedane kennis (onder meer uit Vakwetenschappelijke opleiding) en vaardigheden (onder meer uit Vakdidactiek) in een reële schoolomgeving en klassituatie ingeoefend.

Leerinhoud
De stage omvat het participeren aan het schoolleven van het secundair onderwijs, onder begeleiding van een stagementor (dit is de leraar / lerares secundair onderwijs) en de docent Vakdidactiek. In het bijzonder bestaat de stage uit drie onderdelen:

- De stage begint met het bijwonen van vijf observatielessen in de school (of scholen) waar de student in een volgende fase zelf les gaat geven.

- De student dient vervolgens 16 stagelessen te geven in één of meer scholen naar keuze (na goedkeuring van de docent Vakdidactiek). De student dient hierbij acht lesuren aan een ASO- klas te geven en acht lesuren aan een TSO en/of BSO-klas. De onderwerpen moeten bovendien het ruime gamma van de economische en handelsvakken bestrijken (algemene economie - bedrijfswetenschappen en recht) en dit zowel voor de tweede graad als voor de derde graad. Studenten die reeds zelf les geven, krijgen een verminderde en aangepaste stageopdracht.

- Het derde onderdeel van de stage bestaat uit een stageproject. Dit houdt in dat de student moet participeren aan het schoolleven. Concreet houdt dit in dat de student aan minimum drie activiteiten moet deelnemen die behoren tot de normale opdracht van een leraar secundair onderwijs (bijwonen van een ouderavond, een klassenraad, een nascholing, mee organiseren van een GWP,…).

Van al deze activiteiten maakt de student een stagerapport op.

Begincompetenties
Alvorens de student met de stage kan starten, moet de student de opleidingsonderdelen Vakwetenschappelijke opleiding en Vakdidactiek gevolgd hebben. Een minimale aanwezigheid van 80% in deze lessen is daarbij noodzakelijk. Bovendien moet de student, voordat de stage kan worden aangevat, een proefles hebben gegeven tijdens de lessen Vakdidactiek.

Eindcompetenties
De student moet in staat zijn een leerstofitem uit het secundair onderwijs op een gestructureerde wijze, met aandacht voor de didactische principes en met oog voor een aangepaste werkvorm, over te brengen aan leerlingen uit het secundair onderwijs.

Leermaterialen
Alle noodzakelijke educatieve uitgaven (leerplannen, handboeken, brochures,…) afhankelijk van de verschillende lesonderwerpen.

Studiekosten
Tussen 25 en 75 euro voor kopieerkosten en verplaatsingsonkosten. Door de student de vrije keuze te geven in de keuze van de stageschool, worden de verplaatsingsonkosten tot een minimum herleid.

Studiebegeleiding
De studenten kunnen voor de uitwerking van hun lesvoorbereiding of bij eventuele problemen steeds terecht bij de docent Vakdidactiek. Om eventuele problemen snel te detecteren, moet de student voor de aanvang van elke stageles de lesvoorbereiding aan de vakdidacticus doorsturen (elektronisch). De vakdidacticus zal eveneens een aantal lessen bijwonen waarna een uitgebreide bespreking volgt.

Onderwijsvormen
Zie leerinhoud: gedetailleerde richtlijnen en noodzakelijke afspraken worden besproken in de lessen vakdidactiek.

Evaluatievorm
De student wordt gevolgd door de vakdidacticus en één of meer stagementoren. In de vorm van een permanente evaluatie wordt een beoordeling gemaakt.

Daarnaast licht de student het stagerapport mondeling toe aan de docent Vakdidactiek. Deze mondelinge toelichting maakt deel uit van de uiteindelijke evaluatie.

OP-leden
DRUYTS Peter