Trefwoorden
Bestuurs- & Beleidskunde, Practicum Beleidskunde, fasen in beleid, beleidsprobleem, beleidstheorie, beleidsanalyse
Doelstellingen
Het hoofddoel van dit practicum valt uiteen in twee delen. In eerste instantie is het practicum erop gericht om een deel van de kennis opgedaan in ‘Inleiding bestuurs- en beleidskunde’ en ‘beleidskunde’ om te zetten in de praktijk. In dit practicum wordt die kennis hertaald naar vaardigheden en technieken om een bestaand beleidsproces onder de loupe te kunnen nemen. Een tweede, niet minder belangrijk doel is het in de praktijk hanteren van een aantal kwalitatieve onderzoeksmethoden: in het Practicum staat de opmaak van een eigen paper centraal waarbij een probleemstelling wordt uitgewerkt via literatuurverkenning en case-study onderzoek. Bijkomende, aanvullende of uitdiepende informatie moeten studenten halen uit een aantal diepte-interviews met sleutelactoren. Voor het zoeken en verwerken van alle noodzakelijke bronnen doen de studenten beroep op beleidskundige en de onderzoeksmatige thematische sessies binnen dit practicum (zie 'Leerinhoud'). De paper vormt het sluitstuk van dit practicum, en is een oefening in het wetenschappelijk rapporteren.
Leerinhoud
Het practicum steunt op oefeningen en groepswerk. Elke sessie bestaat uit een themales met bijhorende oefeningen. Voorbeelden van thema's zijn 'beleid als begrip', 'beleidsmodellen', 'beleidsanalyse', 'probleemdefiniëring', 'beleidstheorie', 'beleidsinstrumenten' en anderen. Andere themasessies gaan in op de vereiste onderzoeksmethodiek: case-study’s, literatuuronderzoek, interviews, ... Het practicum bestaat onder meer uit verwerking van literatuur (bespreking in groepen), oefeningen op het vlak van basisvaardigheden inzake beleidsanalyse (beleidsnota's analyseren, omgevingsanalyse, causaal veldmodel en doelboom opstellen, beleidstheorie ontrafelen, beleidsevaluatie, monitoring van beleid). Het practicum besteedt aandacht aan de opbouw van de eigen paper en begeleidt de studenten groepsgewijze en individueel op dit pad.
Begincompetenties
De vooropgestelde eindcompetenties van het opleidingsonderdeel "Inleiding Bestuurs- & Beleidskunde" (1e Bachelor Bestuurskunde en Publiek Management) moeten in voldoende mate verworven zijn.
Ook de vooropgestelde eindcompetenties van het opleidingsonderdeel "Beleidskunde" (2de Bachelor) moeten in voldoende mate verworven zijn. Indien dit niet het geval is, moet Beleidskunde opgenomen worden in het geïndividualiseerde curriculum.
Voor de paper zijn de technieken die zijn aangebracht in het opleidingsonderdeel "Practicum Samenleving en Politiek, met name rond heuristiek (het zoeken van bronnen) en bronnenkritiek " belangrijk. Studenten die dit opleidingsonderdeel niet volgden dienen zelf een inspanning te leveren om zichzelf vertrouwd te maken met het opzoeken en verwerken van wetenschappelijke bronnen.
Eindcompetenties
Vaardigheden:
- In staat zijn de opgedane kennis en inzichten uit de opleidingsonderdelen "Inleiding Bestuurs- & Beleidskunde" en "Beleidskunde" toe te passen.
- Kunnen omgaan met wetenschappelijke bronnen, in het bijzonder: teksten kunnen opzoeken, analyseren en schematiseren, begrijpen en toepassen, kritisch leren omgaan met bestaand bronnenmateriaal
- Leren werken in team: samen met een aantal medestudenten een groepswerk tot een goed einde leren brengen
- Leren rapporteren: het resultaat van het groepswerk in de vorm van een eenvoudige academische paper kunnen gieten
Leermaterialen
Oefeningen en teksten voor het practicum, nota's van de studenten.
Studiekosten
Kopiekosten reader
Studiebegeleiding
Vragen stellen tijdens of na de les wordt aangemoedigd. Individueel monitoraat met extra uitleg over de moeilijke onderdelen van de leerstof is mogelijk op initiatief van de student. Voor de paper wordt intensieve begeleiding en sturing voorzien doorheen 5 paperbesprekingen per groep van 2 studenten. Na het indienen van de paper is er uiteraard mogelijkheid tot feedback en nabespreking. Hetzelfde geldt voor het examen.
Onderwijsvormen
Het practicum bestaat uit 13 sessies van 2 uur, waarvan een beperkt deel hoorcollege, en het grootste deel werkcollege. Elke sessie is thematisch opgevat, en wordt interactief georganiseerd: er is een wisselwerking tussen studenten en lesgevers gebaseerd op door de studenten voorbereide teksten of cases, geleide oefeningen, zelfstandig werk,...
Voor de paper: zelfwerkzaamheid onder begeleiding, zelfstandig werk met feedback doorheen het semester én op het einde daarvan.
Het practicum wordt in twee groepen gegeven; de studenten moeten bovenop de lessen en de voorbereiding van het (beperkte) examen ongeveer 74 uren persoonlijke tijd (een kleine 6 uur per week over 13 weken) besteden aan het individuele werk voor de paper.
Evaluatievorm
Voor practicum, paper en communicatietraining: evaluatie op basis van aanwezigheid op de paperbesprekingen, correcte opvolging van de afspraken en beoordeling van de paper, aangevuld met een beperkt mondeling examen.
Het is duidelijk dat het hierboven besproken zelfstandig werk niet tot een goed einde kan gebracht worden zonder de bijhorende 'themalessen'. Verder is de paper ook een groepswerk. Om deze redenen dient er voor eventuele studenten met examencontract op individuele basis een afzonderlijk traject uitgestippeld te worden.
OP-leden
Thomas Van Langenhove
|
|
