Trefwoorden Elektriciteitstechnologie, elektrische projecten, motorschakelingen, energieverdeling, domotica, installatietechniek, verlichting, kantoorverlichting
Doelstellingen Materiaalkennis verwerven om elektrische installaties oordeelkundig te ontwerpen en te beveiligen.
De gevaren van elektriciteit kennen en persoonsbeveiliging voorzien.
Elektriciteitsvoorziening in woningen kunnen ontwerpen.
De werking van elektrische schema’s kunnen bespreken.
De eenheden en grootheden van verlichting kennen en kunnen gebruiken.
Een benodigde verlichtingssterkte in functie van een gegeven taak kunnen berekenen.
Een verlichtingsinstallatie oordeelkundig kunnen ontwerpen.
Leerinhoud Kabels en energieverdeling; basismotorschakelingen en beveiligingen; persoonsbeveiliging en nettypes; bouwkundige aspecten van de energievoorziening in gebouwen; brandtechnische aspecten; energievoorziening op werven; kostprijs van et energie
Eenheden en grootheden in verlichtingstechnologie; berekeningsmethode voor bepalen van een benodigde verlichtingssterkte; ontwerpen van verlichtingsinstallatie.
Begincompetenties Basiskennis van ‘theoretische elektriciteit’
Eindcompetenties Oordeelkundig ontwerpen, documenteren en beveiligen van elektrische en verlichtinginstallaties in industrie-, kantoor- en woningbouw.
Leermaterialen Cursussen “Elektriciteitstechnologie voor werven en gebouwen” en “Verlichting”
Hulpmiddelen:
- Studentenversie van elektrotechnisch CAD programma: Dialux
- Normen aangaande elektrische installaties.
- Diverse catalogi en sites
Studiekosten Cursus, taken: circa 15 €
CAD software: Dialux
Studiebegeleiding Persoonlijk contact, na afspraak met de docent, om individuele problemen rond leerinhoud en de toepassingen toe te licht en te verduidelijken.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, individuele en groepstaken.
Evaluatievorm Theorie: mondeling examen : 70 %
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
Oefeningen: 30 %
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden Charles Van den Berghe, Guy Willems.
|
|