SPECTROSCOPISCHE TECHNIEKEN
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de industriële wetenschappen: chemie
Schakelprogramma tot master in de industriële wetenschappen: chemie/biochemie voor professionele bachelors in de chemie en in de biomedische laboratoriumtechnologie
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 24.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 170.0
Studiepunten [E] 6
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Paul VANHEE
Referentie IBIWCH03A00002
 
Trefwoorden
IR-spectroscopie, infraroodspectroscopie, UV-VIS-spectroscopie, NMR-spectroscopie, MS-spectroscopie, massaspectroscopie

Doelstellingen
De (bio-)chemie van alledag heeft dikwijls te maken met (mengsels van) min of meer complexe verbindingen. Het optimaliseren van chemische processen, middens, producten, materialen,... vergt de kennis van de structuur van de hierin aanwezige verbindingen alsook van de kwalitatieve (en kwantitatieve) samenstelling van de mengsels.
In de cursus spectroscopische technieken worden de belangrijkste kwalitatieve methodes voor de identificatie van, voornamelijk organische, verbindingen besproken. In het theoretisch gedeelte wordt de (fysico-)chemische grondslag en achtergrond aangebracht. Tijdens de (theoretische) oefeningen worden de structuurkarakteristieken van een aantal verbindingen uit de spectra afgeleid, dit aan de hand van tabellen, eventueel aangevuld met enkele chemische of fysische eigenschappen van de onbekenden. Uiteindelijk moet de student(e) in staat zijn om, op basis van de voornaamste spectra, de structuur van de gezochte organische verbinding weer te geven en de totstandkoming van de voornaamste signalen theoretisch te verklaren.

Leerinhoud
a) Theorie
Vibratie- en rotatiespectroscopie (absorptie- en Ramanspectra), nabij-infraroodspectroscopie; UV- en zichtbaarlichtspectroscopie, fluorescentiespectroscopie; Nucleair magnetische resonantiespectroscopie (1H en 13C); Massaspectroscopie.
b) Theoretische oefeningen
Interpretatie van UV-, VIS-, IR-, NMR- en MS-spectra (ev. aangevuld met chemische en fysische eigenschappen van de onbekende verbinding); computersimulatie van spectra;Demonstraties worden gegeven van de monstervoorbereiding en de spectrumopname op de beschikbare apparatuur.

Begincompetenties
De student moet een voldoende kennis hebben van de algemene, anorganische en organische chemie.

Eindcompetenties
Wetenschappelijke competenties (AWC 1, 2, 3)
De student wordt geacht om kritisch, creatief en wetenschappelijk over onderhavige materie na te denken en te redeneren; om de algemeen wetenschappelijke inzichten toe te passen op wetenschappelijke problemen en hij moet in staat zijn om daarover, mondeling en/of schriftelijk, efficiënt te communiceren en te rapporteren.
Specifieke competenties (SC 1, 3)
De student moet in staat zijn om algemeen chemische kennis en vaardigheden te beheersen; verder dient hij chemische analyses te kunnen uitvoeren en toepassen op proces- en productcontrole.

Leermaterialen
Cursussen beschikbaar;
Theorie: “Spectroscopische Technieken”, Vakgroep chemie; meest recente uitgave; ong. 160 blz.
Oefeningen: “Oefeningen Spectroscopie”, Vakgroep chemie; meest recente uitgave; ong. 100 blz.
Verduidelijkingen en achtergrondinformatie, die tijdens de les worden gegeven, dienen door de student (naar eigen inzicht) zelf genoteerd te worden en vormen mee het studiemateriaal.
Cursus gebaseerd op “Spectroscopische Technieken”, Prof. H.E. Hilderson, I.H.R.-C.T.L., 1990 (met akkoord) en op recente publicaties in div. tijdschriften of boeken.
Bijkomende (facultatieve) literatuur:
* “Physical Chemistry”, P.W.Atkins; Oxford University Press, 1999
* “Spectroscopic Methods in Organic Chemistry”, Williams and Fleming; McGraw-Hill, 1995.
* “Principles of Instrumental Analysis”, Skoog e.a.; Saunders College Publi., 1998

Studiekosten
Theorie: cursus ong. € 4
Oefeningen: cursus ongeveer € 2,5

Studiebegeleiding
Na de meeste hoofdstukken zijn extra probleemstellingen voorzien, waarbij het inzicht in de behandelde begrippen en theorieën kan aangescherpt worden. Studenten kunnen, na afspraak, individueel of in groep, bij de betrokken docent terecht voor bijkomende uitleg en/of oefeningen.

Onderwijsvormen
Tijdens contacturen: hoorcollege en geleide theoretische oefeningen.
Buiten contacturen: na de meeste hoofdstukken zijn extra probleemstellingen voorzien, waarbij het inzicht in de behandelde begrippen en theorieën kan aangescherpt worden. Van de student wordt verwacht dat hij deze oefeningen zelfstandig maakt ter voorbereiding van het examen.

Evaluatievorm
Theorie (57%): “schriftelijk examen met mondelinge toelichting” na afloop van de cursus: open vragen en oefeningopgaven m.b.t. cursus en lesnota’s.
(theoretische) Oefeningen (43%): quotatie uitgemiddeld over jaarprestaties en test.
Wegingscoëfficiënt :
Theorie: 57 %
Oefeningen : 43 %
Indien op een van de onderscheiden vakken 7 of minder op 20 wordt behaald kan worden afgeweken van boven vermeld gewogen gemiddelde en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.

OP-leden
Paul Vanhee