Trefwoorden Analytische chemie – chemische analyse
Doelstellingen In deze cursus wordt ernaar gestreefd een ruime wetenschappelijke (chemische, fysico-chemische) basis te verstrekken die in de praktijk moet toelaten gespecialiseerde vakliteratuur te interpreteren en aldus de aangewezen kwalitatieve en/of kwantitatieve analysemethoden deskundig toe te passen.
Daarbij moeten de theoretische basisprincipes inzichtelijk verwerkt en tevens gelinkt kunnen worden aan het vereiste instrumentarium en een groot aantal practisch-industriële toepassingsmogelijkheden (quality control, problem solving, ...).
Leerinhoud In het partim Chemische Analyse worden de analytische grondbeginselen behandeld:
• Situering en motivatie: kwalitatief en kwantitatief
• Literatuurbronnen: bibliotheek, webinfo, standaardisatiemethoden,…
• Bemonsteringstechnieken
• Foutenbronnen en studie
• Statistische resultatenverwerking, validering,rapportering
• Kwalititeitscontrole en - borging
• Volumetrie: zuur-base, redox, neerslaganalyse en complexometrie: conceptueel en toepassingen
• Gravimetrische doseringsmethoden
In de practica, die aansluiten bij dit partim wordt de klemtoon geleidelijk aan verlegd van het uitvoeren van algemene (fysico-) chemische kwalitatieve- en kwantitatieve analysetechnieken naar een integrale aanpak van toegepaste analytische wetenschappelijk-technologische probleemstellingen.
Begincompetenties Competenties verworven in de chemische basisopleidingsonderdelen van het 1ste en 2de jaar bachelor chemie.
Eindcompetenties Wetenschappelijke competenties (AWC 1,2,3,4)
In staat zijn om kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren, om algemeen wetenschappelijke inzichten toe te passen op wetenschappelijke problemen. Tevens moet men in staat zijn om mondeling en/of schriftelijk efficiënt te communiceren en te rapporteren over wetenschappelijk/technische problemen en ook om relevante wetenschappelijke/technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken.
Technische competenties (ATC 1)
De student moet in staat zijn om inzichtelijke verbanden te leggen tussen verschillende wetenschappelijke disciplines om technische problemen en processen te begrijpen.
Algemene competenties (AC 5)
De student moet in staat zijn om kwaliteitsbewust te handelen.
Specifieke competenties (SC 1,3,5)
De student moet in staat zijn om algemeen chemische kennis en vaardigheden te beheersen en om chemische analyses uit te voeren en toe te passen op proces- en productcontrole. Tevens moet hij in staat zijn om gevorderde disciplinaire chemisch/ technologische kennis te verwerven en specifieke praktijkvaardigheden te beheersen.
Leermaterialen Een syllabus (theorie en practicum) is beschikbaar.
Uitgebreide literatuurlijst.
Studiekosten ca 15 euro (labojas, veiligheidsbril, spatel en propipet niet inbegrepen).
Studiebegeleiding Extra uitleg na afspraak.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, geleide oefeningen (labo). demonstraties.
Evaluatievorm Theorie (schriftelijk/mondeling examen)
Geleide oefeningen (permanente evaluatie, gequoteerde oefeningen, testen)
Wegingscoëfficiënt:
Theorie : 75 %
Oefeningen : 25 %
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006
OP-leden J. Schaubroeck, K.De Doncker, G.Diricks
|
|