Trefwoorden macromoleculaire chemie, polymeerchemie, organische chemie
Doelstellingen Synthetische macromoleculen of polymeren vormen de basis voor nagenoeg alle kunststof¬materialen. Ze worden bereid uit laagmoleculaire petrochemische producten (monomeren).
In een eerste deel van de cursus worden enkele basisbegrippen i.v.m. kunststoffen aangebracht. Veel van de eigenschappen van deze materialen worden gestuurd tijdens de polymeervormingsreactie zelf. De studenten chemie dienen bijgevolg een grondige kennis te hebben van de diverse synthesewegen en -omstandigheden, van de reactiekinetiek en -statistiek en van de mogelijkheden bij het gebruik van comonomeren.
Tenslotte worden een aantal fysico-chemische analysemethoden voor polymeren nader toegelicht.
Tijdens de praktische oefeningen worden enkele polymeersynthesen uitgevoerd en de bekomen polymeren fysico-chemisch geanalyseerd. Eventueel wordt een industriële polymerisatiesite bezocht.
Leerinhoud a) theorie
Basisbegrippen kunststoffen;
Bespreking van de diverse polymerisatieprocessen zowel chemisch (stapsgewijze polymerisatie, radicalaire en ionische kettingpolymerisatie, coördinatiepolymerisatie) als industrieeltechnisch. Bespreking van de copolymerisatie.
De fysico-chemische analyse van polymeren (GPC, IR, viscositeitsmetingen, thermische analyse, ….).
b) praktische oefeningen
Polymeersynthese en fysico-chemische analyses van polymeren. Eventueel bedrijfsbezoek.
Begincompetenties De student moet een voldoende kennis hebben van de algemene en organische chemie.
Eindcompetenties Wetenschappelijke competenties (AWC 1, 2, 3, 4)
De student wordt geacht om kritisch, creatief en wetenschappelijk over onderhavige materie na te denken en te redeneren; om de algemeen wetenschappelijke inzichten toe te passen op wetenschappelijke problemen en hij moet in staat zijn om daarover, mondeling en/of schriftelijk, efficiënt te communiceren en te rapporteren. Relevante wetenschappelijke en technische informatie i.v.m. dit vak moet hij (zij) adequaat kunnen opzoeken, verzamelen en verwerken.
Algemene competenties (AC 1)
De student(e) moet in staat zijn om problemen in teamverband adequaat te bespreken en op te lossen.
Specifieke competenties (SC 1, 2,3)
De student moet in staat zijn om algemeen chemische kennis en vaardigheden te beheersen; verder dient hij polymeersynthesen te kunnen uitvoeren, de reactiemechanismen ervan te kennen en de bekomen polymeren fysico-chemisch te kunnen analyseren.
Leermaterialen Cursus beschikbaar:
Theorie: “Macromoleculaire Chemie”, Vakgroep chemie; meest recente uitgave; ong. 130 blz.
Oefeningen: kopieën met oefeningen beschikbaar.
Verduidelijkingen en achtergrondinformatie, die tijdens de les worden gegeven, dienen door de student (naar eigen inzicht) zelf genoteerd te worden en vormen mee het studiemateriaal.
Cursus gebaseerd op:
* “Textbook of Polymer Science”, F.W. Billmeyer; Wiley Interscience, 1984;
* “Plastics”, Schouten en van der Vegt; Delta Press, 1992;
* “Polymers: Chemistry & Physics of Modern Materials”, J. Cowie; Blackie, 1991.
* op recente publicaties in div. tijdschriften of boeken;
Bijkomende (facultatieve) literatuur in boven vermelde werken.
Studiekosten Theorie: cursus ong. 3,25 EUR.
Oefeningen: kopieën: 0,50 EUR.
Studiebegeleiding Studenten kunnen, na afspraak, individueel of in groep, bij de betrokken docent terecht voor bijkomende uitleg.
Onderwijsvormen Theorie: tijdens contacturen: hoorcollege
Oefeningen: begeleide labo-oefeningen waarbij de eventuele achterliggende informatie zelfstandig dient opgezocht (bvb. in de literatuur); event. bedrijfsbezoek.
Evaluatievorm Theorie (80%): “schriftelijk examen met mondelinge toelichting” na afloop van de cursus: open vragen uit cursus en lesnota’s.
Oefeningen (20%): quotatie uitgemiddeld over jaarprestaties en test.
Wegingscoëfficiënt :
Theorie: 80 %
Oefeningen : 20 %
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden Vanhee Paul, Diricks Greta.
|
|