VAKOVERSCHRIJDEND EINDPROJECT
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de industriële wetenschappen: textieltechnologie
Schakelprogramma tot master in de industriële wetenschappen: textieltechnologie voor professionele bachelors in de textieltechnologie
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 168.0
Totale studietijd [D] 175.0
Studiepunten [E] 6
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis DIETER DE CLERCK
Referentie IBIWTE03A00007
 
Trefwoorden
Textiel

Doelstellingen
Met deze bachelorproef laat de student zien dat hij de onderwijsdoelstellingen en de eindtermen van de opleiding Bachelor Industriële Ingenieurswetenschappen Textieltechnologie gehaald heeft, namelijk;
  • heeft begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan de textieltechnolgie als wetenschapsdomein
;
  • beheerst algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie, creativiteit en een ingesteldheid tot levenslang leren;
  • beheerst algemene wetenschappelijke competenties als een onderzoekende houding, kennis van onderzoeksmethoden en technieken en de vaardigheid tot het initiëren van probleem gestuurd onderzoek.


Leerinhoud
Een concreet probleem of vraagstelling worden beantwoord middels een doelgerichte literatuurstudie, een beperkt wetenschappelijk experiment of een andere vorm van empirisch onderzoek.
Onderwerpen worden medegedeeld aan de studenten in de 5° semester, waardoor een aansluiting met de masteropleiding en de masterproef mogelijk wordt.
De bachelorproef wordt geschreven onder begeleiding van een mentor.
Eindrapportage in de vorm van een scriptie van maximaal 15 pagina’s, exclusief titelpagina en literatuurlijst, in 3 exemplaren. Inlevertijd: de laatste vrijdag van blokperiode van de 6° semester.

Begincompetenties
Algemene en specifieke opleidingsonderdelen van de textieltechnologie

Eindcompetenties
Wetenschappelijke competenties
In staat zijn om kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren
In staat zijn om mondeling en/of schriftelijk efficiënt te communiceren en te rapporteren over wetenschappelijke en technische problemen
In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken.

Technische competenties
In staat zijn om inzichtelijke verbanden te leggen tussen verschillende wetenschappelijke disciplines om technische problemen en processen te begrijpen.
In staat zijn om ingenieurstechnische problemen wetenschappelijk te analyseren en op te lossen.
In staat zijn om wetenschappelijke en technische opdrachten zelfstandig uit te voeren.
In staat zijn om onderzoeksmethoden en -technieken adequaat aan te wenden voor de oplossing van ingenieurstechnische problemen.
In staat zijn om relevante nieuwe technologieën te implementeren en te gebruiken.

Specifieke competenties
In staat zijn om de eigenschappen en kenmerken van textielvezels creatief toe te passen
In staat zijn om keurstoffen, hulpmiddelen, chemicaliën voor textiel en de kennis over kleurmetingen creatief toe te passen.
In staat zijn om verf- en veredelingsprocessen, het bedrukken van textiel en hun applicatietechnologie te kunnen analyseren en problemen op te lossen
In staat zijn om de milieu-impact van de textielproductieprocessen te kunnen inschatten
In staat zijn om de spinmethodes en hun applicatietechnologie te analyseren
In staat zijn om weefbindingen te ontleden en creatief toe te passen in nieuwe ontwikkelingen
In staat zijn om de kennis over de productiemethodes voor tapijt, vliesstoffen, tuft, vlechtwerken en breisels toe te passen en innovatief aan te wenden
In staat zijn om ICT te kunnen implementeren in textieltoepassingen
In staat zijn om technische kennis uit andere disciplines creatief en innovatief te implementeren in textieltoepassingen

Leermaterialen
Verplichte vakliteratuur in functie van het onderwerp.

Studiekosten
Scriptie: ca. 2 euro.

Studiebegeleiding
Driewekelijks verplicht monitoraat via de mentor. Bijkomende begeleiding op afspraak met de OP-leden van de vakgroep.

Onderwijsvormen
Projectwerk (individueel of in groep in functie onderwerp).

Evaluatievorm
Beoordeling van de scriptie door een leescommissie per studiekeuze.
Oriënterende confrontatie (vraagstelling en verzoek om verklaring) met leden van de leescommissie en de mentor van maximaal 30 minuten.

WEGINGSCOEFFICIENT
Scriptie : 60 %
Oriënterende confrontatie : 40 %

De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.

OP-leden
Alle OP-leden vakgroep textiel