Trefwoorden
Multimedia
Doelstellingen
De cursus wil de studenten vertrouwd maken met drie verschillende aspecten van multimedia:
- basisbegrippen van informatietheorie en basisbegrippen van de fysische processen die aan de grondslag liggen van audio en video;
- overzicht van formaten en standaarden zoals MIDI, TIFF, GIF, MPEG, JPEG, ...;
- synthese van kunstmatige beelden en geluid, met ondermeer een inleiding tot computer graphics.
Elk van deze drie aspecten wordt in de labo's en oefeningen geïllustreerd aan de hand van digitale beelden en geluid.
Leerinhoud
A. Inleiding probabiliteit, entropie, informatie-inhoud en kanaalcapaciteit. Inleiding akoestiek. Analoge en digitale geluidsopname en weergave. Inleiding optische beeldvorming. Kleurmodellen en kleurenspectra. Camera's, displaysystemen (CCD, CRT, LCD, plasma). Stereovisie, projectiematrix en cameracalibratie.
B. Digitalisering van geluid en bijhorende standaarden (MIDI, audio-CD). Videostandaarden en digitale beeldformaten (TIFF, GIF, ...) DCT-transformatie en beeldcompressie (MPEG, JPEG).
C. Inleiding tot computer graphics, generatie van lijnen en cirkels. Perspectieftransformatie en clipping. Shading en raytracing. Inleiding tot HTML, JAVA en transmissie van geluid en beeld over internet.
Begincompetenties
Goede kennis van een hogere programmeertaal (C++). Kennis van wiskundige analyse, lineaire algebra. Noties over probabiliteit, graaftheorie, datastructuren en algoritmes.
Eindcompetenties
Leermaterialen
Handouts van slides en geschreven nota's. CDROM met digitaalgeluid en beeld, en public domain software.
Studiekosten
35 EURO
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen
Basisprincipes en wiskundige technieken worden ex cathedra gedoceerd. De studenten worden op computer met alle gedoceerde technieken vertrouwd gemaakt.
Evaluatievorm
Theorie (mondeling examen met schriftelijke voorbereiding) :....67..%
Oefeningen / Labo's : ....33..%
Beoordeling van door studenten verwezenlijkte multimediaprojecten. Gequoteerde oefeningen.
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden
Peter VEELAERT
|
|
