METAALKUNDE II
 
Wordt gegeven in Keuzelijst Master industriële wetenschappen: chemie
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Nog niet bepaald
Referentie IMIWCH01K00002
 
Trefwoorden
Chemie, Metaalkunde

Doelstellingen
Vanuit de studie van de metaalkundige structuren en eventuele thermische behandelingen van metalen en legeringen leert de student het verband zien met de eigenschappen en praktische toepassingen van de diverse staalsoorten, gietijzer en de belangrijkste non-ferro legeringen.

Leerinhoud
Het vak handelt over de eigenschappen en toepassingen (in relatie tot de metallografische structuren) van de belangrijkste ferro en non-ferro metalen en legeringen : staal, gietijzer, koper en zijn legeringen, aluminium en zijn legeringen, lood en zijn legeringen, zink en zijn legeringen, nikkel en zijn legeringen, kobalt en zijn legeringen, superlegeringen.

Begincompetenties
Volgt op “Metaalkunde I” uit het keuzepakket “Industriële Chemie en Kunststoffen” van het 3de jaar Bachelor Industriële Wetenschappen Chemie.

Eindcompetenties
Wetenschappelijke competenties (AWC1, AWC2, AWC3)
In staat zijn om kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren in verband met metallografische structuren. In staat zijn om algemeen wetenschappelijke inzichten toe te passen op wetenschappelijke problemen in verband met metaalkunde. In staat zijn om mondeling en/of schriftelijk efficiënt te communiceren en te rapporteren over wetenschappelijke en technische problemen in verband met metaalkunde.

Technische competenties

Algemene competenties (AC1)
In staat zijn om problemen in verband met metaalkunde in teamverband adequaat te bespreken en op te lossen.

Specifieke competenties (SC3)
n staat zijn om chemische en metaalkundige analyses uit te voeren en toe te passen op proces- en productcontrole.

Leermaterialen
Cursus beschikbaar.

Studiekosten
ca. 5 euro

Studiebegeleiding
Op afspraak.

Onderwijsvormen
Voor de theorie: hoorcolleges.
Voor de oefeningen: labo.

Evaluatievorm
Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.
Geleide oefeningen: permanente evaluatie.

Wegingscoëfficiënt :
Theorie : 80%
Oefeningen : 20%
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.

OP-leden
De Clercq Jeriffa