Trefwoorden Biotechnologie
Doelstellingen Biotechnologie is een innovatietechnologie, die positief bijdraagt tot de verbetering van het leefmilieu en de levensomstandigheden.
Leerinhoud De moleculaire basis van de genetica is de DNA-molecule. De complexe samenstelling en de organisatie ervan tot chromosonen vormen het uitgangspunt tot de studie van mutaties waardoor genenmapping mogelijk wordt.
Toelichting van de moleculaire basis van de gentechnologie en verklaring van de praktische verwezenlijkingen.
Belang van differentiële post-translationele modificatie, van interferentie RNA en van oncogenen in de genregulatie bij eukaryoten.
Laboratoriumoefeningen:
Verschillende procedures voor de isolatie en de zuivering van genomisch DNA. Selectie en amplificatie met PCR.
Detectie en kwantificatie van geïsoleerde nucleïnezuren.
Gradient-centrifugatie.
Genexpressiekontrole op klassieke systemen.
Begincompetenties Kennis van cursus Enzymologie en Algemene Biochemie.
Eindcompetenties Wetenschappelijke competenties
(AWC1,AWC2,AWC3)
Alle aspecten van de biotechnologie toepasbaar in diverse industrieën begrijpen, kunnen analyseren en kritisch hierover kunnen bediscussiëren of rapporteren.
Algemene competenties (AC1)
In team de inbedding van biotechnieken in de industrie kunnen uitvoeren.
Specifieke competenties (SC2,SC6)
Specifieke moleculaire celreactiemechanismen begrijpen, toepassen, uitvoeren en de resultaten kritisch kunnen bespreken.
Leermaterialen De basis vormt het boek :'Molecular Cell Biology' door Darnell, Lodish ( Freeman Company Edition).
Nederlandstalige cursus voor de theorie en ook voor de oefeningen beschikbaar.
Studiekosten Boek 'Molecular Cell Biology' : € 70 (reeds aangeschaft in het 3e jaar) + nota's € 6
presentaties en literatuurgegevens te bekomen via Dokeos.
Oefeningennota’s € 3
Studiebegeleiding Vraagstelling in de les en na afspraak en tijdens de oefeningen.
Onderwijsvormen Hoorcolleges op basis van transparanten. en powerpoint.
Laboratoriumoefeningen.
Evaluatievorm Theorie (mondeling na schriftelijke voorbereiding) : 75 %
Oefeningen (permanente evaluatie met verslagen) : 25 %
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden Katrien Strubbe
|
|