Trefwoorden Industriële Microbiologie
Doelstellingen De studenten de nodige microbiologische kennis en inzicht aanreiken voor microbiële procesbeheersing en kwaliteitscontrole.
Leerinhoud Soorten industrieel belangrijke micro-organismen: eigenschappen, identificatie en historiek.
HACCP (Hazard Analysis Critical Control Point), microbiologische controlemethoden en belang van deze methoden.
Detectie, telling en identificatie van micro-organismen in voedingsmiddelen.
Industrieel gebruik van micro-organismen in de voedingsindustrie.
De productie van verschillende commercieel nuttige stofwisselingsproducten worden besproken zoals: aminozuren, organische zuren, vitamines, nucleïnezuren, extracellulaire polysacchariden, antibiotica en andere farmaca.
Bioconversies waarbij selectieve biochemische omzettingen plaatsgrijpen.
Micro-organismen worden op semi-industriële schaal in fermentoren opgekweekt om de cellen als zodanig te gebruiken of als bron van enzymen.
Naast de interesse in de celopbrengst wordt ook de nodige aandacht besteed aan de invloed van groeiparameters en productieparameters op de fermentorculturen.
Begincompetenties Basiskennis biochemie, microbiologie, enzymologie, ingenieurstechnieken en biotechnologie.
Eindcompetenties Wetenschappelijke competenties (AWC1, 2 en 3)
De leerinhoud van Industriële Microbiologie wordt gebruikt als basis om de studenten wetenschappelijk te doen nadenken en te laten communiceren over concrete actuele wetenschappelijke problemen die zich aanbieden vanuit onder andere het eigen onderzoek van de lesgever.
Algemene competenties (AC1)
In de werkcolleges worden in teamverband de praktische problemen die opduiken bij de uitvoering van de oefeningen opgelost.
Specifieke competenties (SC4 en 6)
Een belangrijk deel van de leerinhoud behandelt methoden voor productie en kwaliteitsbewaking.
Specifieke microbiologische vaardigheden, die industrieel nuttig zijn, worden verworven tijdens de oefeningen.
Leermaterialen Cursus voor theorie en oefeningen beschikbaar.
Tijdschriften en handboeken van de bibliotheek.
Studiekosten € 7
Studiebegeleiding Mogelijk na de les of oefeningen.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, geleide oefeningen en bedrijfsbezoeken.
Evaluatievorm Theorie (mondeling / schriftelijk examen)
Oefeningen / Labo's (permanente evaluatie)
Wegingscoëfficiënt :
Theorie : 80%
Oefeningen : 20%
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden Anita Van Landschoot
Steven van den Berg
|
|