Trefwoorden Chemie (Industriële chemie en Kunststoffen), Biochemie (Biotechnologie en Milieubiotechnologie).
Doelstellingen Met de masterproef laat de student zien dat hij de onderwijsdoelstellingen en de eindtermen van de opleiding Master Industriële Ingenieurswetenschappen Chemie/Biochemie gehaald heeft, namelijk;
- heeft begrip van de gevorderde wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan het wetenschapsdomein chemie;
- beheerst algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op een wetenschappelijke wijze te denken en handelen,het kunnen omgaan met complexe problemen en het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context;
- beheerst algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau, zoals het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek en het kunnen samenwerken in een multidisciplinaire omgeving;
- beheerst de competenties nodig voor het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek of het beheersen van algemene en specifiek beroepsgerichte competenties die nodig zijn voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
Leerinhoud De resultaten van de zelfstandige wetenschappelijke onderzoeksstage of projectwerk worden neergeschreven in een masterproef.
Deze masterproef bestaat minimaal uit inhoudstafel, samenvatting, een inleiding,literatuurstudie, materialen en methoden, resultaten en een kritische discussie van de bekomen resultaten.
Hierbij wordt verwezen naar de internationale literatuur in het specifieke onderzoeksdomein via een literatuurlijst.
De masterproef wordt in de regel in het Nederlands geschreven.
De resultaten van het onderzoek worden mondeling gepresenteerd en verdedigd voor een jury.
Begincompetenties Algemene en specifieke opleidingsonderdelen opleiding Chemie en Biochemie.
Eindcompetenties Wetenschappelijke competenties (AWC 4)
In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken.
Technische competenties (ATC1-5)
In staat zijn om inzichtelijke verbanden te leggen tussen verschillende wetenschappelijke disciplines om technische problemen en processen te begrijpen.
In staat zijn om ingenieurstechnische problemen wetenschappelijk te analyseren en op te lossen.
In staat zijn om wetenschappelijke en technische opdrachten zelfstandig uit te voeren.
In staat zijn om onderzoeksmethoden en -technieken adequaat aan te wenden voor de oplossing van ingenieurstechnische problemen.
In staat zijn om relevante nieuwe technologieën te implementeren en te gebruiken.
Specifieke competenties (SC 5-8)
In staat zijn om gevorderde disciplinaire chemische/biochemische technologische kennis te verwerven en specifieke praktijkvaardigheden te beheersen.
In staat zijn om onderzoeksvaardigheden te verwerven en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek uit te voeren.
In staat zijn om verantwoord om te gaan met milieu, veiligheid en gezondheid in productieprocessen.
Leermaterialen Verplichte vakliteratuur in functie onderwerp.
Algemene richtlijnen voor de student zijn weergegeven in de Portfolio Masterproef.
Studiekosten Scriptie: ca. 50 euro.
Studiebegeleiding Studenten worden begeleidt door interne en/of externe promotor, die de masterproef opvolgen en coördineren.
Elke student maakt op geregelde tijdstippen een kort (getypt) verslag overmaken aan de promotoren, met als inhoud:
- (voorlopige) titel masterproef
- onderwerp masterproef (korte voorstelling problematiek)
- status(schema) van de al uitgevoerde activiteiten
- doelstellingen en voorziene activiteiten voor volgende tussenperiode
- stand van zaken betreffende wat al gerapporteerd of uitgeschreven werd
Timing afgifte tussentijdse verlagen:
- 1° verslag: vrijdag van midden november
- 2° verslag: laatste vrijdag van december
- 3° verslag: laatste vrijdag van maart
Erasmusstudenten sturen om de 3 weken een analoog verslag, elektronisch door naar hun betrokken interne promotor.
De indiening van de masterproef gebeurt uiterlijk op laatste lesdag van de tweede semester (aantal exemplaren max. 10, te bepalen in overleg met interne promotor).
Onderwijsvormen Projectwerk (individueel of in groep in functie onderwerp).
Evaluatievorm Beoordeling van de scriptie door een leescommissie per studiekeuze op haar wetenschappelijke waarde, permanente evaluatie via de promotoren en openbare verdediging voor jury.
Wegingscoëfficiënt :
Wetenschappelijke waarde scriptie (leescommissie): 50%
Verdediging (jury): 30%
Permanente evaluatie (promotoren):20 %
OP-leden Alle OP-leden vakgroep chemie.
|
|