Trefwoorden MILIEU – ANALYSETECHNIEKEN
Doelstellingen Inzicht verwerven aangaande de kwaliteitszorg en de kwaliteitssystemen.
Het aanleren van basiskennis betreffende de specifieke technieken van monstername en analyse van water, bodem, vaste afval, slib, lucht in de werkplaats, immissie en emissie.
Leerinhoud Theorie
Er wordt gestart met normering en de voorbereidende stappen tot de eigenlijke meting (monstername, het aanleggen van peilputten, het drogen, het bewaren en het ontsluiten van de monsters).
Vervolgens komen de chemische analysetechnieken aan bod: voor water (samenstelling en analyse), voor bodem en slib (samenstelling en bepaling van minerale en organische componenten) en voor lucht (laboratoriummethoden voor werkplaatsonderzoek, continue metingen en meetnetten).
In de practica worden o.a. volgende bepalingen uitgevoerd: voor water (chemisch zuurstofverbruik, biochemisch zuurstofverbruik, bepaling van chloriden, nitrieten, nitraten en ammoniak, bepaling van de stikstofhoeveelheid, oxideerbaarheid bij warmte, zure destructie en de bepaling van verschillende elementen (via AAS), voor bodem en slib (bepaling van zware metalen via AAS) en voor lucht (bepaling van stikstofoxiden).
Begincompetenties Handelingen en begrippen uit de chemische opleidingsonderdelen van het 1ste, 2de en 3de jaar bachelor chemie.
Eindcompetenties Wetenschappelijke competenties (AWC 1,2,3,4)
In staat zijn om kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren, om algemeen wetenschappelijke inzichten toe te passen op wetenschappelijke problemen.
Tevens moet men in staat zijn om mondeling en/of schriftelijk efficiënt te communiceren en te rapporteren over wetenschappelijk/technische problemen en ook om relevante wetenschappelijke/technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken.
Algemene competenties( AC1)
De student moet in teamverband adequaat problemen kunnen bespreken en oplossen.
Specifieke competenties (SC 3,5,8)
De student moet chemische analyses kunnen uitvoeren en toepassen op proces- en productcontrole. Hierbij dient hij ook verantwoord om te gaan met de milieu-, veiligheids- en gezondheidsproblematiek.
Tevens moet hij in staat zijn om gevorderde disciplinaire chemisch/technologische kennis te verwerven en specifieke praktijkvaardigheden te beheersen.
Leermaterialen Cursus (theorie en oefeningen) is beschikbaar.
Bibliotheek, webinfo, VLAREM, VLAREBO,…
Studiekosten Ongeveer 13 € (Labojas, spatel, veiligheidsbril,… niet inbegrepen).
Studiebegeleiding Extra uitleg mogelijk na afspraak met de betrokken docent.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, geleide oefeningen, demonstraties,…
Evaluatievorm Theorie: (schriftelijk/mondeling examen)
Geleide oefeningen: (permanente evaluatie, gequoteerde oefeningen,testen)
Wegingscoëfficiënt :
Theorie : 66.67 %
Oefeningen : 33.33 %
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden De Doncker K., Maene P.
|
|