MASTERPROEF
 
Wordt gegeven in Master in de industriële wetenschappen: elektrotechniek - afstudeerrichting: Automatisering
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 525.0
Totale studietijd [D] 525.0
Studiepunten [E] 18
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Nog niet bepaald
Referentie IMIWKA01A00001
 
Trefwoorden


Doelstellingen
De Masterproef vormt de finale brug tussen het onderwijs en de job als ingenieur.
Ze houdt het groeiproces in aan de hand van een specifieke individuele taak in verband met de specificiteit.
Dit moet resulteren in zelfvertrouwen in eigen creativiteit en kunnen, het neerschrijven van een technisch verslag en het voorstellen van verworven kennis en kunde voor een levende jury.

Leerinhoud
De opdracht van de masterproef kan erg verscheiden zijn.
Ze zal noodzakelijk kaderen in de opleiding zonder zich daar exclusief toe te beperken.
Bij voorkeur kadert ze in onderzoekslijnen van de vakgroep het departement of de associatie. Maar ze kan ook een sociaal maatschappelijk nut dienen of ten dienste staan van de nijverheid. Eventueel kan het vrucht zijn van eigen idee.
In ieder geval zal het werk het triviale overstijgen, getuigen van het zich eigen maken van professionele tools en origineel zijn in onderwerp, aanpak of uitwerking.

Begincompetenties
Bachelor Elektromechanica zijn of gelijkgesteld.

Eindcompetenties
Verworven begrippen: sterk afhankelijk van de opdracht.
Verworven inzichten: sterk afhankelijk van de opdracht en opdrachtomgeving.
Verworven competenties:
De verworven competenties verschillen afhankelijk van onderwerp en omgeving, in principe kunnen alle competenties aan bod komen. De hierna opgesomde komen minstens aan bod.
Voorstelling van eigen projectresultaat (AWC3).
In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken (AWC4).
In staat zijn om ingenieurstechnische problemen wetenschappelijk te analyseren en op te lossen (ATC2).
In staat zijn om wetenschappelijke en technische opdrachten zelfstandig uit te voeren(ATC3).
In staat zijn om onderzoeksmethoden en -technieken adequaat aan te wenden voor de oplossing van ingenieurstechnische problemen (ATC3).
zijn om problemen in teamverband adequaat te bespreken en op te lossen (AC1).
In staat zijn om projectgericht te werken en te rapporteren in een wetenschappelijke taal eigen aan het vakgebied (SC14).

Leermaterialen
Afhankelijk van de opdracht en omgeving.
Afhankelijk van het onderwerp.

Studiekosten
Normaal betaalt de student enkel de kosten voor het produceren van het document.
Ondermeer daarvoor, maar niet exclusief, kan een computer met randapparaten nodig blijken.

Studiebegeleiding


Onderwijsvormen
Induviduele begeleiding door een of meerdere promotoren.

Evaluatievorm
Door promotoren, lezers en juryleden.
Er wordt rekening gehouden met de behaalde resultaten (hardware en/of software) , het geproduceerde document en de mondelinge presentatie en verdediging. Zie ook departementale aanvullingen.

OP-leden
Leden van de vakgroepen Ea, Et en Me.