COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, lichamelijke opvoeding
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau inleidend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Cathelyne DYSERINCK
Referentie LGSOXX01A02130
 
Trefwoorden
Communicatievaardigheden: agogische vaardigheden en taalvaardigheden

Doelstellingen
1. agogische vaardigheden:

Doorgronden en initiërend toepassen van agogische vaardigheden:
- zich bewust worden van hoe mensen elkaar wederzijds beïnvloeden door hun manier van observeren, communiceren, feedback geven, ...;
- de basisbegrippen van de theoretische onderbouw van het agogisch handelen beheersen;
- bewust zijn van en rekening houden met problemen bij het waarnemen en observeren;
- de fenomenen die bij de sociale perceptie een rol spelen, kunnen onderkennen;
- a.h.v de communicatie-axioma's inzichten en vaardigheden verwerven in communicatieprocessen;
- actief kunnen luisteren.
- een assertieve gedragsstijl kunnen aannemen.
- feedback kunnen geven.
- Ik-boodschappen kunnen geven.
- de geen-verliesmethode kunnen hanteren in conflictsituaties.


2 . taalvaardigheden:

- in een vlotte, lezersgerichte stijl een korte informatieve brief met goed of neutraal nieuws kunnen schrijven volgens de vaste briefstructuur;
- kunnen aangeven welke centrale vragen hij herkent in bepaalde teksten of vraagstellingen;
- kunnen aangeven welke doelstellingen in bepaalde teksten primeren;
- kunnen aangeven wat de kenmerken van de doelgroep van een tekst zijn;
- kunnen aangeven op welke voorkeursplaats de kernzin (of de themazin) in een alinea te vinden is;
- het thema van een alinea kunnen formuleren;
- de aard van de uitwerking van een alinea kunnen omschrijven;
- kunnen aangeven welk logisch verband een signaalwoord in een tekst uitdrukt;
- kunnen aangeven wat de referent van een verwijzing in een tekst is;
- kunnen aangeven tot welke soort een verwijzing behoort;
- kunnen aangeven wat het tekstthema, de hoofdvragen en de kernantwoorden van korte teksten zijn;
- van een korte tekst kunnen aangeven welke (vaste) structuur erin te herkennen is en de hoofdvragen en kernantwoorden ervan formuleren;
- kunnen aangeven wat de functie is van een titel, ondertitel, inleiding van een tekst;
- kunnen aangeven welk middel is gekozen in een motiverende inleiding/pakkende opening;
- kunnen aangeven wat de functie is van een structuuraanduidende alinea, passage of overgangszin in een tekst;
- hun expressieve mogelijkheden kunnen vergroten;
- een groep op een levendige manier kunnen toespreken;
- een korte uiteenzetting kunnen houden over een zelfgekozen onderwerp gerelateerd aan de opleiding.

Een meer gedetailleerde doelstellingenlijst is te vinden in de cursus.

Leerinhoud
1 . agogische vaardigheden:

- observeren: begripsomschrijving, belang, eisen die gesteld worden aan goede observatie, de waarneming en veel voorkomende waarnemingsfouten;
- communiceren: begripsomschrijving, communicatieschema, soorten communicatie, communicatiewetten (axioma's van Watzlawick), communicatiestoringen;
- spreek- en luistervaardigheden;
- omgaan met problemen: visie van Gordon.


2. taalvaardigheden:

- aanpak van communicatieopdrachten volgens de OVUR-strategie;
- innerlijke en uiterlijke structuur van teksten op alinea- en tekstniveau;
- argumentatievaardigheden;
- publiekgericht formuleren van mondelinge en schriftelijke tekstsoorten: bijvoorbeeld brief, samenvatting, presentatie;
- manieren om een presentatie sterk te openen en af te sluiten;
- goede innerlijke en uiterlijke structuur (o.a. vooruitblik, overgangspassages, terugblik of samenvattingen);
- aandachtstrekkers (zoals anekdotes, voorbeelden, citaten, retorische vragen, vergelijkingen, enz...);
- belang van lichaamstaal (zoals houding, gebaren, mimiek, oogcontact);
- stem- en taalgebruik (o.a. tempo, intonatie, stopwoorden, articulatie en uitspraak);
- oordeelkundig gebruik van een spreekschema.

Begincompetenties
De eindtermen van het secundair onderwijs

Eindcompetenties
Algemeen: zie doelstellingen.
Dit vak sluit aan bij de volgende basiscompetenties:

Vaardigheden:
- Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen: 1.1
- Leraar als opvoeder: 2.1, 2.2
- Leraar als organisator: 4.1
- Leraar als lid van een schoolteam: 7.1, 7.2, 7.3

Attitudes:
- A1 beslissingsvermogen
- A2 relationele gerichtheid
- A4 leergierigheid
- A6 zin voor samenwerking
- A7 verantwoordelijkheidszin
- A9 flexibiliteit
- A10 gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en communicatie

Een meer gedetailleerde lijst met eindcompetenties is te vinden in de syllabi.

Leermaterialen
Syllabi

Studiekosten
2 x 5 EUR.

Studiebegeleiding
Lector gaat in op vragen en noden van studenten.

Onderwijsvormen
Theoretische en ervaringsgerichte lessen gekoppeld aan praktische oefeningen, opdrachten, rollenspel en video.


Evaluatievorm
1. agogische vaardigheden: 2/3 van communicatieve vaardigheden

schriftelijk examen juni 100%
In tweede zittijd idem.

Voor studenten met een examencontract gelden dezelfde evaluatievormen behalve het maken van een schriftelijke opdracht voor 20% in eerste zittijd. Studenten die 10/20 behalen voor agogische vaardigheden dienen hiervoor geen examen te doen in de tweede zittijd bij een tekort voor de cluster communicatieve vaardigheden.


2. taalvaardigheden: 1/3 van communicatieve vaardigheden
schriftelijk examen 50%
mondeling examen 50%

Tweede zittijd is zowel voor het mondelinge als voor het schriftelijke gedeelte mogelijk.
De studenten met examencontract leggen in juni zowel een mondeling als een schriftelijk examen af.
Studenten die 10/20 behalen voor taalvaardigheden hoeven hiervoor geen examen te doen in de tweede zittijd bij een tekort voor de cluster communicatieve vaardigheden.

OP-leden
Carine THIENPONT, Els OCKERMAN, Petra STEENHOUT, Godelieva VAN DE VIJVER , Jan BLOCK, Katrien DURINCK, Annet DE WAELE
Francis VEREECKE, Cathelyne DYSERINCK