Trefwoorden acteren, spelen, spelplezier, emotie, concentratie, groepsdynamiek, tekstanalyse, communicatie, doorzetting en energie, creativiteit, creatief schrijven, kunstzinnigheid, theatrale verbeelding, dramatische kunst, drama
Doelstellingen Het opleidingsonderdeel acteren/spel is het kern-opleidingsonderdeel van de opleiding. Alle andere opleidingsonderdelen zijn eraan gerelateerd.
Het wil de studenten begeleiden in de ontwikkeling tot acteur/actrice, of tot beoefenaar van een andere vorm van dramatische kunst, door het aanspreken van de authentieke kunstzinnigheid, gevoeligheid, verbeelding, creativiteit, denk- en lichamelijke vermogens.
Ze worden geholpen om hun stem-, spraak- en lichaamstechnische vaardigheden te ontdekken en te ontwikkelen.
Ze krijgen de nodige informatie om hen in staat te stellen hun persoonlijkheid te uiten, en om tot authentieke en originele mededelingen van gevoelens en/of ideeën te komen.
Alle affectieve, creatieve, psychomotorische en technische aspecten van het spelen en vertolken, het acteren worden aangesproken.
Het uiteindelijke doel is het kunnen functioneren als acteur/actrice, of het kunnen beoefenen van een andere vorm van dramatische kunst, binnen een zeer divers theaterlandschap dat zichzelf voortdurend vernieuwt.
Leerinhoud
Verschillende oefensessies en speltrainingen waarin de aspecten van spelen en acteren zowel ambachtelijk als persoonlijkheidsgericht aan bod komen: improvisaties, tekstbehandeling, ruimtelijk bewustzijn, vormbewustzijn, spreken, bewegen, emotionaliteit, ver-beelding, creatief schrijven, conditietraining.
Oefeningen voor het dramatiseren en/of theatraal vormgeven van eigen ideeën, gevoelens of fascinaties. het onderzoeken van de essentie in theatrale mededelingen.
Begincompetenties slagen in de toelatingsproef
Eindcompetenties 1. de student is in staat om op beginnend tot gevorderd niveau eigen gedachten, gevoelens en verbeelding creatief te vertalen in theatrale taal en tekens
-met uitstraling: de authentieke theatrale persoonlijkheid komt tot uiting
-met voldoende concentratie, doorzettingsvermogen, energie en kracht
-met voldoende bewustzijn van de eigen kwetsbaarheid, gevoeligheid en remmingen
-de student is zich bewust van het functioneren van de eigen stem, van het eigen lichaam en van zijn spraakvermogens of dictie, en heeft eventuele tekorten ten dele weggewerkt.
2. de student kan samenspelen en functioneren in een ensemble
-kan op het moment zelf creatief omgaan met wat medespelers, publiek of toevallige omstandigheden aanreiken
-heeft empathisch vermogen en is loyaal tegenover de groep, met aandacht voor wensen en behoeften van anderen, zonder de eigen stem te verliezen.
-neemt verantwoordelijkheid tegenover medestudenten, docenten, publiek en materiaal.
3. de student kan omgaan met inhoud, theatrale mogelijkheden en context van tekstmateriaal op een beginnend niveau.
-is in staat tot interpretatie van dramatische teksten en scènes of situaties.
-kent het verschil tussen tekstmateriaal uit de dagelijkse realiteit en literatuur
-kan op beginnend niveau een eigen gedachte en/of verbeelding creatief omzetten in geschreven tekst
4. algemene competenties
- denk- en redeneervaardigheid
- creativiteit
- begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden
Leermaterialen literatuur allerhande teksten, zowel dramatische als andere
films
materiaal uit bibliotheek, internet
Studiekosten kosten van aanschaf toneelteksten, kopies
tickets van theatervoorstellingen en producties, bioscooptickets, ontleningen van video's en dvd's
Studiebegeleiding mentoraat en supervisie
Onderwijsvormen praktijk oefensessies
speltrainingen
individuele en groepsopdrachten
zelfstudie
individueel en groepsoptreden
Evaluatievorm tussentijdse evaluaties
toonmomenten en open lessen
praktische proeven
presentaties voor een beperkt/intern publiek
permanente evaluatie en praktijkexamen
die verschillende evaluaties monden uit in een eindevaluatie door de verschillende speldocenten en een jury
OP-leden
|
|