Dit opleidingonderdeel is muziektechnisch ondersteunend voor de opleidingsonderdelen Theorie en praktijk van de instrumentenbouw en Stemmen en intoneren en akoestiek.
Het wordt opgelegd aan de studenten die tijdens de toelatingsproef over onvoldoende muziektechnische en muziektheoretische voorkennis blijken te beschikken.

Leerinhoud
Het leren ontcijferen van eenvoudige eenstemmige muziekpartituren met begeleiding.
Het herkennen en benoemen van grote en kleine secunde/terts en de reine intervallen
Studie van de elementaire beginselen van de muziektheorie:
basisintervallen,
de theorie van de toonladders majeur en mineur,
de middeleeuwse modi,
courante enkelvoudige en samengestelde intervallen,
meest courante notatietekens en maatsoorten.

Begincompetenties
geen

Eindcompetenties
° heeft een behoorlijk ontwikkeld gehoor
° beheerst behoorlijk de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties om zich als muziekinstrumentenbouwer te ontplooien
° heeft behoorlijk kennis van en inzicht in de disciplines noodzakelijk voor persoonlijk artistiek onderzoek in de muziekinstrumentenbouw
° toont ambitie om zich verder en steeds diepgaander te bekwamen als kunstenaar/instrumentenbouwer
° is behoorlijk in staat om de eigen artistieke bekwaamheden in te zetten in een samenwerkingsverband


Leermaterialen
Syllabus
Literatuur


Studiekosten


Studiebegeleiding
monitoraat

Onderwijsvormen
Werkcollege
Oefeningen

Evaluatievorm
Schriftelijk examen
Praktische proef

OP-leden
Van Acker Luc