Trefwoorden
Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Koor streeft zowel affectieve en psychomotorische doelen na als cognitieve en affectieve. Koor is sterk gerelateerd aan 'Solfège, algemene muziekleer en gehoorvorming', Muziekgeschiedenis en heeft een wederzijds ondersteunende relatie met Harmonie en contrapunt. Koorzang ontwikkelt niet allen de zangtechniek en de ademhalingstechniek, maar is ook onontbeerlijk voor de ontwikkeling van het muzikaal gehoor, het intonatievermogen en het inwendig voorstellingsvermogen. Het boort een repertoirekennis aan waar instrumentalisten normaal weinig mee in aanraking komen. Door het feit dat alle studenten eraan deelnemen is het heilzaam voor het sociaal contact tussen de studenten onderling en als dusdanig een optimale samenwerkingscompetentieoptimaliseringsfactor
Leerinhoud
Met het koor worden twee concerten per schooljaar voorbereid (december-april) via wekelijkse repetities van 2 uur.
Elke repetitie bevat korte ontspanningsoefeningen, inzingoefeningen en ademhalingsoefeningen.
Aangezien alle disciplines van de school in dit groot koor samenkomen (instrumentalisten, vocalisten, theoretici, jazz, instrumentenbouw, poprichting) wordt in de keuze van de projecten een zo groot mogelijke stijlverscheidenheid nagestreefd; van klassiek tot jazzy, van oud tot nieuw, van ernstig tot licht. Sommige projecten worden instrumentaal ondersteund.
Samenwerking met strijkorkest, hafabra of big band ligt voor de hand. Indien mogelijk worden solisten betrokken uit de school.
De opbouw van de leerinhoud is thematisch.
Begincompetenties slagen in toelatingsproeven
Eindcompetenties ° Heeft een behoorlijke muzikale sensibiliteit
° Heeft een behoorlijk muzikaal gehoor
° Heeft een open geest en het vermogen tot verwonderingl
° Bezit een behoorlijk muzikaal voorstellingsvermogen
° Heeft een behoorlijke technische zangvaardigheid
° Leest behoorlijk goed op zicht
° Kan nieuw repertoire instuderen en op behoorlijk niveau onderzoekend, experimenterend en beschouwend, kennis, intuïties en emoties omvormen tot een muzikale uitvoering
° Kan bestaande kennis over diverse uitvoeringspraktijken op een behoorlijk niveau in praktijk brengen tijdens muziekuitvoeringen
° Ontwikkelt een verkenningsdrang van het raakvlak van verschillende opvattingen, culturen, stijlen en genres
° Heeft een behoorlijke kennis van en inzicht in de disciplines noodzakelijk voor persoonlijk artistiek onderzoek in de muziek
° Ontwikkelt een attitude tot het verdiepen en verfijnen van de muzikale expressie
° Beheerst behoorlijk de algemene specifieke beroepsgerichte competenties om zich als beginnend musicus te bewijzen
Groei- en ontplooiingsmogelijkheden:
° Is gemotiveerd om het muzikaal inlevingsvermogen verder te verfijnen
° Toont ambitie om zich verder en steeds diepgaander te bekwamen als uitvoerend musicus
Samenwerkingscompetenties:
° Werkt behoorlijk samen met andere musici in koorverband
° Toont openheid, begrip, respect en waardering voor de verantwoordelijkheden en belangen van de anderen in een samenwerkingsverband
° Kan met anderen samenwerken, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang is
Communicatieve vaardigheden:
° Gaat contacten aan, die relevant kunnen zijn voor de studiesituatie
° Vertoont ontluikende ambitie om bekendheid te geven aan eigen uitvoeringen, concerten en recitals
Leermaterialen
Partituren worden ter beschikking gesteld
Studiekosten geen
Studiebegeleiding Studievoortgangsgesprekken
Onderwijsvormen Werkcolleges
Projectwerk
Concerten
Evaluatievorm Permanente evaluatie
OP-leden Mark De Smet
|
|