Trefwoorden hh830-muziek-zang, h842-muziek-dirigeren
Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Koordirectie, koor & stemvorming streeft zowel affectieve en psychomotorische doelen na als cognitieve en affectieve. Koordirectie, koor & stemvorming is sterk gerelateerd aan 'Solfège, algemene muziekleer en gehoorvorming', Muziekgeschiedenis en heeft een wederzijds ondersteunende relatie met Harmonie en contrapunt. Koordirectie, koor & stemvorming ontwikkelt niet allen de zangtechniek en de ademhalingstechniek, maar is ook onontbeerlijk voor de ontwikkeling van het muzikaal gehoor, het intonatievermogen en het inwendig voorstellingsvermogen. Door het feit dat alle studenten eraan deelnemen is het heilzaam voor het sociaal contact tussen de studenten onderling en als dusdanig een optimale samenwerkingscompetentieoptimaliseringsfactor.
Voor de optimalisering van de werkveldinszetbaarheid dient de muziektheoreticus de gestelde competenties te bezitten.
Leerinhoud De leerinhouden omvatten drie aan elkaar gerelateerde onderdelen.
Stemvorming betreft de training van alle aspecten die bijdragen tot een goede zangtechniek:
- de training van de goede lichaamhouding bij het zingen met nadruk op ontspanning, oefening van de buikspieren en het middenrif beheersing
- het goede gebruik van ademhaling als krachtbron
- de optimalisering van het gebruik van de resonantieruimte
- de technieken om de stembanden te leren ontspannen
- de techniek van de ademvoering en aanzet
- de resonanssturing
- de articulatie van klinkers en medeklinkers
- registergebruik
Dit aspect is lineair geordend.
De verworven vaardigheden worden toegepast op repertoire in verschillende stijlen
gaande van solozang, van duo's tot en met vocaal ensemble, van klassiek tot motown.
Dit aspect van het opleidingsonderdeel is thematisch geordend in overeenstemming met de mogelijkheden van de student.
Met het Koor worden twee concerten per schooljaar voorbereid (december-april) via wekelijkse repetities van 2 uur.
Elke repetitie bevat korte ontspanningsoefeningen, inzingoefeningen en ademhalingsoefeningen.
Aangezien alle disciplines van de school in dit groot koor samenkomen (instrumentalisten, vocalisten, theoretici, jazz, instrumentenbouw, poprichting) wordt in de keuze van de projecten een zo groot mogelijke stijlverscheidenheid na te streven: van klassiek tot jazzy, van oud tot nieuw, van ernstig tot licht.
Sommige projecten worden instrumentaal ondersteund. Samenwerking met strijkorkest, hafabra of big band ligt voor de hand. Indien mogelijk worden solisten betrokken uit de school.
De opbouw van de leerinhoud is thematisch.
In 'Koordirectie' verwerft de student de basiskennis en basisvaardigheid om een koor te dirigeren. De belangrijkste aspecten die hierbij aan bod komen zijn:
- studie van het koorrepertoire
- analytische studie van koorpartituren in functie van het instuderen
- grondbeginselen van de slagtechniek en de gestiek
- basismethodiek van het instuderen en repetitietechniek
Begincompetenties
Slagen in toelatingsproef
Eindcompetenties * Heeft een open geest en het vermogen tot verwondering
* Heeft een behoorlijk ontwikkeld muzikaal gehoor
* Bezit een behoorlijk muzikaal voorstellingsvermogen en een behoorlijk ontwikkelde technische vaardigheid die hem in staat stellen complexe partituren te ontcijferen
* Kan behoorlijk de diverse aspecten van een muziekwerk analyseren, duiden, beoordelen en situeren in een ruime historische, culturele en artistieke context
* Kan behoorlijk de verworven technische vaardigheden creatief aanwenden in toepassingen dienstig voor zijn werkveld
* Beheerst op behoorlijk niveau de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties
* Vertoont binnen muziekcultuurdomein een explorerende en onderzoekende attitude
* Kan behoorlijk een werkproces organiseren en houdt daarbij op korte en lange termijn rekening met de voorwaarden om het creatieve werkproces mogelijk te maken
* Documenteert en archiveert zijn werk
* Kan in het Nederlands communiceren over inhouden en opvattingen over zijn vakgebieden
* Ontwikkelt over een flexibel taalgebruik dat zich kan aanpassen aan het niveau van zijn doelgroepen
* Kan met collega's constructief van gedachten wisselen over disciplinegebonden problemen
* Kan behoorlijk samenwerken en verantwoordelijkheid opnemen in een multidisciplinaire omgeving
* Is behoorlijk in staat om de artistieke doelen te realiseren en de eigen bekwaamheden in te zetten in een samenwerkingsverband
* Toont voldoende begrip, respect en waardering voor de verantwoordelijkheden en belangen van de anderen in een samenwerkingsverband
* Kan behoorlijk een groep motiveren om mee te werken
* Kan behoorlijk een werkplanning maken, groepen leiden en mensen coachen
Leermaterialen Syllabus stemvorming
Partituren ontleenbaar in bibliotheken
Vakliteratuur
Studiekosten
Ontleningskosten en persoonlijke aankoop vakliteratuur : niet te ramen
Studiebegeleiding Voortgangsgesprekken
Onderwijsvormen Werkcollege
Oefeningen
Audities
Concerten
Extra muros concerten
Evaluatievorm
Permanente evaluatie
Praktische proef
OP-leden Verheyen Hilde/Marc De Smet
|
|