MUZIEKGESCHIEDENIS EN KRITIEK 1: MODULE EERSTE HELFT XX° EEUW
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de specialisatie klassieke muziek, Klassieke Muziek - afstudeerrichting: Uitvoerende muziek
Hoorcollege [A] 26.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 42.0
Totale studietijd [D] 156.0
Studiepunten [E] 6
Niveau  
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Jacques VAN DEUN
Referentie MBMUZU02K00016
 
Trefwoorden
h840-muziek-theorie

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel is een kerndiscipline die gerelateerd is aan alle andere theoretische vakken en vakken met betrekking tot de uitvoeringspraxis en dient daarom van bij aanvang in het curriculum toegevoegd. Deze discipline streeft vooral langetermijndoelen na van cognitieve en affectieve aard.

Leerinhoud
1) De studenten hebben een uitgediepte encyclopedische kennis van de stijlen, genres en technieken uit de eerste helft van de twintigste eeuw, alsook van de belangrijkste figuren uit die periodes en kunnen deze situeren naast parallelle cultuurstromingen in andere disciplines. Ze hebben bovendien een inzicht in de causale verbanden die al deze elementen vanuit hun historische context samenbrengen.
De leerstof is lineair geordend.

2) Cultuurparticipatie: de studenten zijn verplicht minstens 4 cultuurmanifestaties mee te maken waarover een kritiek dient geschreven te worden van minstens 30 lijnen (1800 tekens).
Elke kritiek dient ingeleverd ten laatste 14 dagen na de cultuurmanifestatie.
De Cultuurparticipatie en kritiek moet afgerond worden binnen het semester van de gekozen module Muziekgeschiedenis.
De instructie en verdere richtlijnen worden verstrekt door de docent Muziekgeschiedenis.

Begincompetenties


Eindcompetenties
• Analytisch inzicht en kritisch reflectieve attitude,
• De student kan de eigen muziekuitvoeringen en die van anderen goed duiden en beoordelen
• De student kan goed k de eigen muziekuitvoeringen en die van anderen in een ruime historische en eigentijdse culturele en artistieke context situeren en duiden
• Kan muziek behoorlijk in haar historische, maatschappelijke en culturele context situeren. Heeft goed inzicht in de muziekesthetische en muziektheoretische kenmerken van de verschillende stijlperiodes
• Heeft een goede kennis van de muziek- en cultuurgeschiedenis en van de historische en actuele uitvoeringspraktijken met betrekking tot zijn/haar specialisatie
• kan eigen visie en realisaties toetsen en plaatsen in een breder artistiek en cultureel perspectief
• heeft goed inzicht in de ruime artistieke context en opvattingen
• heeft goed kennis van muziekhistorische, cultuurhistorische en musicologische theorieën
Algemene theoretische vorming
• kan artistieke realisaties kritisch evalueren
• kan theoretische kennis voor het artistiek zoekproces goed in stelling brengen


Leermaterialen
- Collegenota's
- Aanbevolen vakliteratuur: Grout, D.J. en Palisca, C.V., Geschiedenis van de Westerse muziek (uitg. Contact, A'Dam / A'pen , 1994) (Bewerking en Nederlandse vertaling, Vernooy, R.)
- Opgenomen muziek


Studiekosten
20 Euro

Studiebegeleiding
studievoortgangsgesprekken

Onderwijsvormen
Hoorcollege
Begeleid zelfstandig werk


Evaluatievorm
Mondeling examen
Permanente evaluatie (voor cultuurparticipatie)


OP-leden
Jacques Van Deun