Trefwoorden Orkeststage 2
Doelstellingen Het keuzeopleidingsonderdeel orkeststage beoogt de cognitieve, affectieve en psychomotorische doelen van de keuze instrument te realiseren in samenwerkingsverband.
Concreet betekent dit dat de student leert musiceren in een professioneel symfonisch orkest. Hij leert tijdens sectierepetities hoe hij zijn eigen spel kan inpassen in zijn eigen orkestsectie, en hij leert tijdens de tutti- repetities om zich te handhaven in het ganse orkest.
Het vak is direct gerelateerd aan de opleidingsonderdelen 'Instrument solopraktijk', 'Kleine ensembles', Groot ensemble, 'Solfège, gehoorvorming, en algemene muziekleer', Harmonie en Contrapunt, Muziekgeschiedenis en Auditieve analyse.
Leerinhoud De organisatie
Het keuzeopleidingsonderdeel orkeststage kan gekozen worden door die studenten die slagen in een auditie die door een professioneel orkest voor stagedoende studenten georganiseerd worden. Alvorens deel te kunnen nemen aan een auditie voor stagestudenten van een professioneel orkest dient de studenten geselecteerd te worden tijdens een auditie georganiseerd door het Conservatorium.
De leerinhoud is afhankelijk van de geplande producties van het professionele orkest tijdens de periode van de orkeststage. De student neemt deel aan de geplande repetities en schrijft zich in de regelgeving en planning van de professionele musici van het orkest. De student neemt deel aan de geplande optredens van het orkest.
De keuze van het keuzeopleidingsonderdeel orkeststage kan op generlei wijze de repetities in het orkest van de instelling structureel vervangen.
Tewerkstelling in een professioneel orkest komt niet in aanmerking voor het keuzeopleidingsonderdeel "orkeststage".
De inhoud
De psychomotorische en cognitieve leerinhouden worden sterk bepaald door de repertoirekeuze van het orkest.
De sociale en affectieve leerinhouden verwijzen naar het werk in het orkest en de samenwerking met de dirigent en de orkestleden.
Begincompetenties Slagen in de interne auditie en in de auditie van het orkest.
De inhoud van deze selectieproef wordt vastgelegd door de stage aanbiedende orkest.
Eindcompetenties * Heeft een grote muzikale sensibiliteit
* Heeft een zeer goed muzikaal gehoor
* Bezit een uitstekend muzikaal voorstellingsvermogen
* Heeft een zeer goede technische vaardigheid waarbij de aanzetten van een eigen musiceerstijl aanwezig zijn
* Leest goed op zicht
* Kan zelfstandig nieuw repertoire instuderen
* kan bestaande kennis over het hedendaagse en historische uitvoeringspraktijken op een hoog niveau in praktijk brengen tijdens muziekuitvoeringen
* ontwikkelt een attitude tot het verdiepen en verfijnen van de muzikale expressie
* beheerst de algemene specifieke beroepsgerichte competenties om zich als beginnend musicus te bewijzen
* Is gemotiveerd om de speeltechniek steeds verder te ontwikkelen en is gedreven om het muzikaal inlevingsvermogen verder te verfijnen. Vertoont hierbij een groot doorzettingsvermogen
* Is bekend met de stressfactoren bij de instrumentstudie en de uitvoering
* kan omgaan met en is desgevallend weerbaar tegen kritiek van externen
* Toont ambitie om zich verder en steeds diepgaander te bekwamen als uitvoerend musicus
Samenwerkingscompetenties
" Werkt samen met andere musici in orkestverband.
" toont openheid, begrip, respect en waardering voor de verantwoordelijkheden en belangen van de anderen in een samenwerkingsverband
" kan met anderen samenwerken, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang is
Leermaterialen Het speelmateriaal wordt door het professioneelorkest ter beschikking gesteld..
Studiekosten nihil
Studiebegeleiding Voortgangsgesprekken met stagebegeleiders
Onderwijsvormen Repetitiesessies
Concerten Extra Muros
Evaluatievorm Permanente evaluatie op basis van de prestaties tijdens repetities en concerten.
OP-leden Dirk Brossé en Wim Belaen
|
|