FINANCIEEL BEDRIJFSBEHEER
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het bedrijfsmanagement - afstudeerrichting: accountancy-fiscaliteit
professionele Bachelor in het bedrijfsmanagement, voor gegradueerden HOSP boekhouden - modulair - afstudeerrichting: accountancy-fiscaliteit
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 50.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 125.0
Studiepunten [E] 5
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Arthur WATERBLEY
Referentie RCBMGA02A00009
 
Trefwoorden
Financieel bedrijfsbeheer, budgettering, financieringsbeleid, investeren, waardebepaling, IWETO-code: S190 Bedrijfsbeleid

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel heeft als doel de studenten inzicht te laten verwerven in begrippen, methodes en theorieën aangaande investerings-, financierings- en budgetteringsproblemen.
Ze leren accuraat praktijkgerichte budgetterings- en financieringsvraagstukken en beleidsproblemen oplossen en krijgen inzicht in het gebruik van boekhoudkundige en extra-comptabele gegevens voor budgettering en financiering.
Ze moeten in staat zijn financiële rapporten op te maken en cijfermateriaal kritisch, voorzichtig, objectief, accuraat en met de nodige realiteitszin interpreteren en analyseren om de nodige bijsturingen te kunnen doen

Leerinhoud
Budgettering
  • Oprichting en financieel plan
  • Verkoop- en verkoopkostenbudgetten
  • Productie- en investeringsbudget
  • Kostenbudgetten
  • Masterbudget met liquiditeitsbudgetten
  • Zero base budgettering
Financiering
  • Prestatiemeting met boordtabel en BSC en interne rapportering
  • Investeringscalculaties
  • Waardebepaling
  • Liquiditeitsbeheer
  • Basisfinanciering
  • Optimale vermogensstructuur
  • Rentabiliteitsadvisering
  • Financiële herstructurering


Begincompetenties
Basiskennis van boekhouden

Eindcompetenties
  1. Kan diverse budgetten opstellen en interpreteren
    Indicatoren:
    • Kent verschillende begrippen en technieken van budgettering en kan die toepassen,
    • Heeft inzicht in de inhoud en betekenis van diverse deelbudgetten en kan die opstellen,
    • Heeft inzicht in de inhoud van een masterbudget,
    • Heeft kennis van de inhoud van een financieel plan,
    • Kan kiezen uit scenario’s wanneer gegevens wijzigen en denkt na over de consequenties ervan
    • Legt verbanden tussen gegevens en deelbudgetten
  2. Heeft inzicht in de principes van financieel beheer en kan verschillende technieken voor een optimaal beheer toepassen
    Indicatoren:
    • Kan boordtabellen en BSC gebruiken als instrumenten voor prestatiemeting en financieel beheer,
    • Heeft kennis van de betekenis en het gebruik van kasstromen en cashflows,
    • Heeft inzicht in de verschillende componenten van het beheer van het bedrijfskapitaal,
    • Heeft inzicht in het investeringsbeslissingsproces, verschillende selectiemethodes en kan die toepassen,
    • Heeft kennis van de dividendpolitiek en de optimale vermogensstructuur van een onderneming,
    • Kent de basisbegrippen en principes van waardering van aandelen en kan deze toepassen,
    • Kent de basisbegrippen en principes van de waardering van ondernemingen,
    • Heeft inzicht in de verschillende vormen van financiering en kan die toepassen,
    • Heeft kennis van financiële herstructurering bij bedrijven in moeilijkheden.
  3. Kan op een efficiënte en effectieve manier informatie vergaren en behandelen
    Indicatoren:
    • Kan relevante informatie in diverse media opzoeken om de gewijzigde wetgeving op te volgen,
    • Kan binnen een gegeven tijdsbestek deze informatie verwerken tot een samenhangend geheel
    • Kan kiezen uit diverse scenario’s wanneer gegevens wijzigen en denkt na over financiële consequenties van de gemaakte keuzes,
    • Kan binnen een gegeven tijdsbestek deze informatie analytisch, inzichtelijk en kritisch benaderen.
  4. Kan resultaat– en oplossingsgericht werken en gaat op een professionele manier om met taken
    Indicatoren:
    • Voert oefeningen of taken precies en nauwkeurig uit,
    • Kan zelfstandig tot een nauwkeurige omschrijving van het probleem komen en daarbij hoofdzaken van bijzaken onderscheiden en oog te hebben voor details zonder zich daarin te verliezen.
    • Kan zich verdiepen in budgetten, investeringen en financieringen om een eigen advies voor te stellen,
    • Kan juist argumenteren en zich correct uitdrukken.


Leermaterialen
Partim Budgettering:
A. Waterbley: "Budgettering met financieel plan van oprichting", uitgeverij Maklu, 2006

Partim Financieel beheer:
A. Waterbley: "Succesvolle bedrijfsfinanciering en investeringsbeleid", uitgeverij Maklu, 2006

Studiekosten
Partim Budgettering:
handboek 30 EUR (marktprijs - raming)
aanvullende kopieën tegen de prijs bepaald door de hogeschool

Partim Financieel beheer:
handboek 30 EUR (Marktprijs - raming)

aanvullende kopieën tegen de prijs bepaald door de hogeschool

Studiebegeleiding
  • Lector is coach, tutor en mentor
  • Altijd gelegenheid tot vraagstelling


Onderwijsvormen
  • Hoorcollege
  • Leergesprek
  • Bedrijfsvoorbeelden en oefeningen


Evaluatievorm
Diplomacontract - Creditcontract
Eindevaluatie
  • Partim Budgettering: 50% van de eindbeoordeling
  • Partim Financieel beheer: 50% van de eindbeoordeling

Eerste examenzittijd:
  • Partim Budgettering: 20% permanente evaluatie en 80% schriftelijk examen
  • Partim Financieel beheer: 20% permanente evaluatie en 80% schriftelijk examen

Tweede examenzittijd:
  • Partim Budgettering: 100% schriftelijk examen
  • Partim Financieel beheer: 100% schriftelijk examen


Examencontract - Creditcontract
Eindevaluatie
  • Partim Budgettering: 50% van de eindbeoordeling
  • Partim Financieel beheer: 50% van de eindbeoordeling

Eerste examenzittijd:
  • Partim Budgettering: 100% schriftelijk examen
  • Partim Financieel beheer: 100% schriftelijk examen

Tweede examenzittijd:
  • Partim Budgettering: 100% schriftelijk examen
  • Partim Financieel beheer: 100% schriftelijk examen


Opleidingsonderdeel met partims

  • Indien een student afwezig is op 1 partim, krijgt hij de vermelding “afwezig” voor het hele opleidingsonderdeel.
  • Een student die voor een partim minder haalt dan 6 op 20, kan voor het opleidingsonderdeel maximaal 9 op 20 halen, ongeacht het gewogen gemiddelde.
  • De niet-geslaagde student die in de eerste examenzittijd minstens 10/20 haalde voor 1 van de partims, is niet verplicht over dit partim opnieuw examen af te leggen in de tweede examenzittijd van hetzelfde academiejaar.
    Hij dient echter wel examen af te leggen over ieder partim waarvoor hij minder dan 10 op 20 haalde; zoniet krijgt hij de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
  • Een partimcijfer wordt niet overgedragen naar een volgend academiejaar.


OP-leden
Deze ECTS-fiche werd opgesteld door:
  • Arthur Waterbley