STAGE
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bedrijfsbeheer optie expeditie, distributie en transport
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 225.0
Totale studietijd [D] 625.0
Studiepunten [E] 25
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands of volgens afspraak
Titularis Fabienne MORNIE
Referentie RGBBRE03A01057
 
Trefwoorden
Stage, IWETO-code: s136 Transportrecht, t003 Transporttechnologie, s190 Bedrijfsbeleid, p175 Informatica

Doelstellingen
De stage moet de student de kans bieden kennis te maken met de beroepspraktijk. Kennis, vaardigheden en attitudes bijgebracht in de driejarige opleiding krijgen een praktische toetsing in het werkveld en worden er tevens verder ontwikkeld. Vooral de algemeen en specifiek beroepsgerichte competenties zullen in de stage verder ontwikkeld worden:
  • Uitdiepen van de theoretische kennis
  • Vaardigheden op het vlak van interpersoonlijke relaties, teamwork, omgaan met informatie, omgaan met taken, persoonlijk functioneren, redeneervaardigheid en administratieve vaardigheden.
  • Attitudes zoals accuratesse, flexibiliteit, omgaan met stress, organisatievermogen, doorzettingsvermogen, kritische ingesteldheid, resultaatgerichtheid, respecteren van de eis tot vertrouwelijkheid inzake gegevens, contactbereidheid, leergierigheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking, assertiviteit,...
Door het maken van een eindwerk leert de student zelfstandig een rapport opstellen. Hij leert dat rapporteren daar waar nodig, dient beperkt te worden tot het essentiële en dat de conclusievorming eenduidig, klaar en coherent moet zijn.
De duur van deze stage is voldoende lang opdat de student zich volledig zou kunnen inleven in zijn werksituatie.
De student krijgt een inzicht in de verschillende beroepsmogelijkheden na deze driejarige opleiding en beschikt over de vereiste sollicitatievaardigheden

Leerinhoud
De stage duurt 3 maanden, periode februari - mei. De stage kan plaats hebben in een transportbedrijf, een distributiecentrum, een logistieke afdeling of in de import/exportafdeling van een bedrijf. Tijdens deze periode zal de student zelfstandig werken en meehelpen op het vlak van bijvoorbeeld:
  • Verzendingen
  • Logistiek management
  • Import- en exportmanagement
  • Transportmanagement
  • Transportverzekering
  • Administratie
De student houdt een stagelogboek (stageverslag) bij dat een beknopte beschrijving bevat van de stageactiviteiten gedurende de ganse stageperiode, en een korte persoonlijke evaluatie.
Daarnaast maakt de student ook een eindwerk waarvan het onderwerp wordt bepaald in samenspraak met de stagecoördinator en stagementor.

Dit eindwerk bestaat uit een praktische studie die aansluit bij de opleidingsinhouden van de afstudeerrichting Logistiek Management en moet voor de student een meerwaarde betekenen in zijn curriculum. De scriptie moet aan het departement in elektronische vorm (CD-ROM) worden afgegeven en eveneens in minimum 3 exemplaren op papier.
De student bezorgt ook een exemplaar van het eindwerk aan de stage-instelling.

Begincompetenties
De student beschikt over de kennis, vaardigheden en attitudes aangebracht in de opleidingsonderdelen uit de opleiding.

Eindcompetenties
  1. Kan de in de opleiding aangebrachte competenties integreren in een werkomgeving
    Indicatoren:
    • Beheerst vlot de meest courante softwarepakketten (vb. Word, Excel,…)
    • Heeft logisch en kritisch inzicht
    • Communiceert vlot in verschillende talen
    • Kan vlot en zelfstandig de theoretische kennis mbt tot de opleiding Logistiek Management in de praktijk brengen
    • Leeft consistent deontologische normen van het beroep (of de opdracht) na
  2. Kan binnen de beschikbare termijn informatie op een doeltreffende manier verzamelen, ontcijferen en verwerken, gegevens gestructureerd samenbrengen en op een originele manier voorstellen en bewerken, eventuele hiaten in deze informatie onderkennen.
    Indicatoren:
    • Leert snel nieuwe dingen bij
    • Begrijpt snel informatie die wordt gegeven
    • Ontcijfert gegevens en informatie op een zelfstandige manier
    • Heeft niet veel uitleg nodig om de opdracht van een taak te begrijpen
    • Neemt veel informatie op in een beperkte tijdspanne
    • Gaat creatief om met de informatie die hij krijgt
    • Kan een probleem duidelijk omschrijven en afbakenen
    • Geeft aan welke informatie vereist is om zicht te krijgen op het probleem
    • Gebruikt effectieve methode om informatie te verzamelen
    • Slaagt erin om uit documentatie de relevante informatie te halen en destilleert het essentiële hieruit
    • Kan gemaakte keuzes verantwoorden
    • Verifieert informatie en ontdekt mogelijke tekorten of fouten
    • Baseert zich op relevante actuele bronnen
    • Verwerkt de literatuur met een passende kritische ingesteldheid
    • Kan duidelijke en gefundeerde conclusies trekken die aansluiten op de probleemstelling
    • Kan resultaten bespreken in relatie tot de probleemstelling
    • Koppelt bij conclusies terug naar theorie
    • Levert een eigen kritische bijdrage
    • Gaat zorgvuldig met persoonlijke en/of gevoelige informatie om
  3. Kan structuur aanbrengen in een veelheid aan verschillende taken door een prioriteitenlijst op te stellen en deze op een consequente manier af te werken binnen de gegeven tijd.
    Indicatoren:
    • Plant eigen werk op een efficiënte wijze
    • Maakt vooraf een planning op van het werk dat moet gebeuren
    • Overdenkt vooraf hoe hij iets zal aanpakken
    • Werkt op een overzichtelijke manier taken af
    • Werkt alle taken op tijd af
    • Weet welke taken prioritair zijn en welke minder
  4. Kan onverwachte situaties opvangen en beheersen door, op basis van ervaring en kennis, mogelijke oplossingen af te wegen en door op eigen initiatief de taak op zich te nemen om de best passende oplossing te implementeren
    Indicatoren:
    • Neemt op eigen initiatief taken op zich
    • Trekt zijn plan als hij geconfronteerd wordt met een probleem
    • Overweegt diverse mogelijkheden als oplossing voor een probleem
    • Weet de best passende oplossing te kiezen
    • Reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden
    • Zoekt zelfstandig naar een oplossing
  5. Groepsgeest creëren en bevorderen door de eigen mening en ideeën te delen, door zich te identificeren met de gemeenschappelijke doelstellingen en door conflicten met collega's bij te leggen
    Indicatoren:
    • Weet zich te integreren in de groep
    • Stelt zich hulpvaardig op als anderen in problemen komen
    • Brengt de eigen ideeën in de groep
    • Identificeert zich met de groepsbelangen
    • Stelt zich sociaal en toegankelijk op naar andere mensen
    • Werkt constructief samen met anderen
  6. (Interne of externe) Klanten op een gerichte manier begeleiden en raad geven in hun keuzeproces. Hen steeds op de eerste plaats stellen door hen een gerichte service te leveren en door op een constructieve manier contacten te onderhouden.
    Indicatoren:
    • Stelt zich professioneel op ten aanzien van derden
    • Leeft zich in, in de problemen van klanten
    • Heeft een constructieve bijdrage voor het imago van de organisatie
    • Stelt klanten steeds op de eerste plaats
    • Geeft een optimale service aan de klanten
    • Biedt klanten een toegevoegde waarde door zijn inbreng
  7. Zich ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven. Blijven doorzetten, ook bij frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid
    Indicatoren:
    • Geeft het beste van zichzelf en wil optimaal presteren
    • Houdt vol, ook bij detailarbeid of routinetaken
    • Levert kwalitatief werk af, ook bij detailarbeid
    • Blijft doorzetten ook bij tegenslag of frustratie
    • Herstelt fouten op spontane wijze
    • Demonstreert het nodige zelfvertrouwen
  8. Kan vlot schriftelijk en mondeling communiceren
    Indicatoren:
    • Kan verbaal communiceren: gegevens, ideeën en meningen mondeling correct overbrengen, op een gestructureerde manier, al dan niet ondersteund door aangepaste non-verbale communicatie (intonatie, houding, expressie, ritme, snelheid, articulatie, oogcontact, …)
    • Kan een publiek overtuigen: inspelen op het publiek door de communicatiestijl aan te passen; doeltreffend inspelen op opmerkingen en vragen en de aandacht gaande houden.
    • Kan schriftelijk communiceren: gegevens, ideeën en meningen schriftelijk correct overbrengen met de juiste structuur en terminologie, en zonder taalfouten
    • Kan zelfstandig een diepgaand rapport opbouwen met een verantwoorde inpassing van een theoretisch én empirisch gedeelte


Leermaterialen


Studiekosten
Verplaatsingskosten naar stagebedrijf
Kosten verbonden aan het eindwerk
Kosten verbonden aan het seminarie solliciteren (raming: € 160)
Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, zijn ten laste van de student.

Studiebegeleiding
Persoonlijke begeleiding door een stagebegeleider (lector) en stagementor (bedrijf).

Onderwijsvormen
Stage en eindwerk: zelfwerkzaamheid van de student.

Het stagebedrijf bepaalt de voertaal. Het eindwerk wordt (in principe) opgesteld in het Nederlands, tenzij anders overeengekomen.

Evaluatievorm
Diplomacontract - Creditcontract
Eindevaluatie:
  • Partim Stage: 40% van de eindbeoordeling
  • Partim Eindwerk: 60% van de eindbeoordeling

Eerste examenzittijd:
De beoordeling omvat 2 aspecten:
  • Partim Stage: de quotering voor het presteren tijdens de stageperiode gebeurt door de stagebegeleider onder andere op basis van eigen bevindingen en het advies van de stagementor van het bedrijf.
  • Partim Eindwerk: het eindwerk wordt beoordeeld op inhoud en vorm. Ook de mondelinge voorstelling/verdediging wordt geëvalueerd.
De verdeling is als volgt:
  • Partim Stage: evaluatie stage, 40% van de eindbeoordeling
  • Partim Eindwerk:
    • Evaluatie eindwerk: 30%
    • Evaluatie mondelinge voorstelling/verdediging: 30%

Tweede examenzittijd:
  • Partim Stage: de quotering voor het presteren in de stageperiode / het stagebedrijf wordt meegenomen naar de tweede zittijd.
  • Partim Eindwerk: het eindwerk wordt herwerkt en mondeling voorgesteld en verdedigd.


Examencontract
De student moet voor dit opleidingsonderdeel verplicht deelnemen aan de onderwijsactiviteiten.
De student is verplicht om voor dit opleidingsonderdeel bijkomend een inschrijving met een creditcontract te nemen.
  • Eerste examenzittijd: zie diplomacontract - creditcontract
  • Tweede examenzittijd: zie diplomacontract - creditcontract

Opleidingsonderdeel met partims
  • Indien een student afwezig is op 1 partim, krijgt hij de vermelding “afwezig” voor het hele opleidingsonderdeel.
  • Een student die voor een partim minder haalt dan 6 op 20, kan voor het opleidingsonderdeel maximaal 9 op 20 halen, ongeacht het gewogen gemiddelde.
  • Een partimcijfer wordt niet overgedragen naar een volgend academiejaar.


OP-leden
Deze ECTS-fiche werd opgesteld door:
  • Fabienne Mornie