Trefwoorden Frans, IWETO-code: h460 Franse taal en letterkunde
Doelstellingen Aan het eind van de cursus kan de student mondeling en schriftelijk correct gebruik maken van het juridisch jargon
Hij is in staat een conversatie over een juridisch onderwerp in het Frans te voeren, de vraagstelling in het Frans aan te brengen en deel te nemen aan een debat.
Hij kan de inhoud van een juridische tekst begrijpen, samenvatten, becommentariëren en er mondeling of schriftelijk over rapporteren.
Er wordt van de student verwacht dat hij verschillende attitudes, die gericht zijn op de vereiste beroepshoudingen, ontwikkelt en nastreeft, zoals accuratesse, flexibiliteit, resultaatgerichtheid, zelfstandigheid, zin voor initiatief, zin voor samenwerking en leergierigheid.
De verschillende vaardigheden die verworven moeten worden (in het Frans) op het einde van het opleidingsonderdeel zijn vooral sociale en communicatieve vaardigheden die, gebaseerd en ondersteund door een correct (juridisch) taalgebruik, de student moeten toelaten om binnen een juridisch kader correct feilloos te kunnen communiceren.
De student moet in het Frans zowel in een team kunnen fungeren als cliënten contactvaardig te woord staan of vlot leesbare brieven of documenten op stellen.
Hij kan zich bij het praten en het schrijven precies, correct en helder uitdrukken in het Frans.
Hij kan zowel met collega's over een juridische materie van gedachtenwisselen als aan cliënten dergelijke informatie vakkundig verduidelijken in het Frans.
Leerinhoud
- Uitbreiding en uitdieping van juridische en zakelijke woordenschat
- Eventuele uitdieping van essentiële grammatica nodig voor het correct functioneren in de doeltaal
- Spelling
- Vertaaloefeningen
- Zakelijke en juridische communicatie: mondeling en schriftelijk
- rollenspellen / telefoongesprekken / uiteenzettingen
- presentatie
- samenvattingen, brieven, allerlei types van correspondentie en informatieverwerking
- Persoonlijk werk – raadplegen van bronnen, zoeken en verwerken van informatie
Begincompetenties De student moet de doelstellingen en leerinhouden i.v.m. Frans zoals geformuleerd voor het 2de jaar RE op voldoende wijze geassimileerd hebben. Hij moet beschikken over een goede kennis van de juridische woordenschat in overeenstemming met de thema's behandeld in het tweede jaar. Dit geldt eveneens voor wat betreft de grammatica en de vaardigheden die zijn aan bod gekomen in het tweede jaar.
Eindcompetenties
- Uitgediepte kennis van de Franse taal die volstaat om in de doeltaal efficiënt te kunnen functioneren.
Indicatoren:
- De student beheerst op gevorderd niveau de grammatica, de algemene woordenschat en de specifieke juridische en zakelijke terminologie.
- Omgaan met zakelijke, juridische Franstalige informatie
Indicatoren:
- De student brengt ordening aan in complexe informatie en maakt deze voor anderen toegankelijk.
- De student legt verbanden en verwerkt de informatie volgens de richtlijnen (tot een samenhangend geheel).
- Communiceren in het Frans
Indicatoren:
- De student beheerst de doeltaal voldoende om op schriftelijke of mondelinge wijze correct te communiceren onder welke vorm dan ook.
- De student streeft ernaar om de communicatie efficiënt, aantrekkelijk en foutloos te formuleren en presenteren, zowel mondeling als schriftelijk.
- Persoonlijke ontwikkeling
Indicatoren:
- De student zoekt actief feedback en volgt de instructies op.
- De student weet welke z’n zwakke en sterke punten zijn (zelfstandig werken, deadlines respecteren, werkwijze aanpassen, betere planning opmaken, …)
- De student besteedt extra energie om zichzelf bij te werken en z’n kennis uit te diepen.
- De student leert van eigen fouten.
Leermaterialen
- Syllabus door de lectoren opgesteld (cursusdienst) of handboek
- Informatie en documentatie ter voorbereiding van individuele oefeningen, uit kranten, tijdschriften, van internet, enz.
Studiekosten
- Syllabus aan de kopieprijs bepaald door de Hogeschool (cursusdienst).
- Kosten verbonden aan eventuele studie-uitstappen.
Studiebegeleiding
- Begeleid zelfstandig leren: de opdrachten die de studenten krijgen in het kader van de zelfstudie zullen klassikaal of individueel begeleid worden, maar worden individueel geëvalueerd.
- Tussentijdse evaluaties met feedback-momenten laten de student inzien in welke richting en in welke materies hij zich specifiek en persoonlijk moet verder bekwamen.
Onderwijsvormen Afwisselend:
- klassikale oefeningen en zelfstandig op te lossen oefeningen,
- presentaties en/of uiteenzettingen,
- zelfstudieopdrachten individueel en/of in groepsverband (Begeleid Zelfstandig Leren),
- interdisciplinaire samenwerking (wanneer mogelijk),
- aanvullende leergesprekken,
- interactieve begeleidende gesprekken en feedback (vooral m.b.t. BZL)
- eventueel vakoverschrijdend werk met een juridisch opleidingsonderdeel
Evaluatievorm Diplomacontract - Creditcontract
- Eerste examenzittijd: 50% permanente evaluatie en 50% schriftelijk examen
- Tweede examenzittijd: 50% mondeling examen en 50% schriftelijk examen
Examencontract
- Eerste examenzittijd: 50% mondeling examen en 50% schriftelijk examen
- Tweede examenzittijd: 50% mondeling examen en 50% schriftelijk examen
OP-leden Deze ECTS-fiche werd opgesteld door:
|
|