STAGE
 
Wordt gegeven in Postgraduaat Internationale marketing
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 300.0
Totale studietijd [D] 300.0
Studiepunten [E] 12
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? niet toegelaten
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands of volgens afspraak
Titularis Steven VERMEULEN
Referentie RYIMAR01A00006
 
Trefwoorden
Stage, IWETO-code: S190 bedrijfsbeleid

Doelstellingen
De stage biedt de student de kans om de kennis, de vaardigheden en de attitudes die zijn aangeleerd tijdens de opleiding in het werkveld in de praktijk te brengen, te toetsen en te ontwikkelen.

Leerinhoud
  1. De student gaat zelf op zoek naar een stageplaats. De activiteiten die op deze stageplaats zullen worden uitgevoerd dienen nauw aan te sluiten bij de opleiding. De stageplaats wordt vooraf goedgekeurd door de stageverantwoordelijke binnen de opleiding.
  2. De inhoud van de stage wordt bepaald in het stageplan. In overleg met de stagementor binnen het bedrijf worden de verwachting m.b.t. de stage verduidelijkt.
  3. De stage-activiteiten zijn vakoverschrijdend, d.w.z. dat er elementen van verschillende opleidingsonderdelen aan bod komen. Tijdens de stage worden minstens twee talen actief gebruikt, hetzij geschreven, hetzij gesproken.
  4. De student werkt zelfstandig aan de opdrachten die hij in het kader van zijn stage dient te volbrengen. De stagementor en -begeleider staan de student bij om het project in goede banen te leiden.
  5. Op gezette tijdstippen (bv. wekelijks, via mail) informeert de student de stagebegeleider over de uitwerking van het project. De student kan bij die gelegenheid vragen stellen.
  6. De stage wordt gespreid over een periode van minstens 10 weken. De stage heeft plaats in een bedrijf/organisatie in België (in een internationaal georiënteerd bedrijf), maar bij voorkeur in het buitenland. Het stagebedrijf bepaalt de voertaal. Na goedkeuring door de stagecoördinator van de school kan de student het verslag schrijven / presenteren in het Frans, het Engels, het Duits, het Spaans of het Italiaans.
  7. Naast het logboek, dat een gedetailleerd verslag én timing geeft van de stageactiviteiten dient de student tevens een stageverslag te maken, met titelblad, inhoudsopgave, … van ong. 20 bladzijden, dat qua structuur minstens volgende topics bevat:
    • Voorstelling van het bedrijf (activiteiten, markt, structuur, klanten, leveranciers, producten/diensten, marketingmix, communicatie, …).
    • Doorlichting van de afdeling(en) waar de student stage heeft gelopen.
    • Bespreking/situering van de stage-activiteiten binnen het bedrijf/afdeling(en).
    • Uitdieping van twee interessante stage-aspecten (bij voorkeur één internationaal aspect).
    • Persoonlijke evaluatie van de stage (sterke/zwakke punten) + argumentatie.
  8. Dit rapport dient tevens als basis voor de presentatie van de stage (20 min). In de presentatie is het niet de bedoeling om een identiek verhaal te brengen als in het rapport: rekening houdend met het doelpubliek (lezers van het rapport en eventueel de stagementor uit het bedrijf), heeft het geen zin om in de presentatie bv. een uitvoerige bedrijfsvoorstelling te geven. Daarentegen is het wel nuttig om in de presentatie de twee uitgediepte stage-aspecten (cfr. supra) te behandelen en van de nodige kritische commentaar te voorzien.


Begincompetenties
De eindcompetenties van de opleidingsonderdelen van de opleiding worden geoperationaliseerd tijdens de stage.

Eindcompetenties
  1. Kan de in de opleiding aangebrachte competenties integreren in een werkomgeving.
    Indicatoren:
    • De student toont in zijn stageverslag én in zijn presentatie aan dat hij activiteiten heeft uitgevoerd die alle essentiële competenties uit de opleiding operationaliseren.
    • De student bewijst in zijn stageverslag én in zijn presentatie dat hij tijdens zijn stage-activiteiten minstens twee talen actief heeft gebruikt, hetzij geschreven, hetzij gesproken.
  2. Kan structuur aanbrengen in een veelheid aan verschillende taken door een prioriteitenlijst op te stellen en deze op een consequente manier af te werken binnen de gegeven tijd.
    Indicatoren:
    • Plant eigen werk op een efficiënte wijze
    • Werkt op een overzichtelijke manier taken af
    • Werkt alle taken op tijd af
    • Weet welke taken prioritair zijn en welke minder
  3. Kan onverwachte situaties opvangen en beheersen door, op basis van ervaring en kennis, mogelijke oplossingen af te wegen en door op eigen initiatief de taak op zich te nemen om de best passende oplossing te implementeren.
    Indicatoren:
    • Neemt op eigen initiatief taken op zich
    • Trekt zijn plan als hij geconfronteerd wordt met een probleem
    • Weet de best passende oplossing te kiezen
    • Reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden
    • Zoekt zelfstandig naar een oplossing
  4. Groepsgeest creëren en bevorderen door de eigen mening en ideeën te delen, door zich te identificeren met de gemeenschappelijke doelstellingen en door conflicten met collega's bij te leggen.
    Indicatoren:
    • Weet zich te integreren in de groep
    • Stelt zich hulpvaardig op als anderen in problemen komen
    • Brengt de eigen ideeën in de groep
    • Identificeert zich met de groepsbelangen
    • Stelt zich sociaal en toegankelijk op naar andere mensen
    • Werkt constructief samen met anderen
  5. Zich ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven. Blijven doorzetten, ook bij frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid.
    Indicatoren:
    • Geeft het beste van zichzelf en wil optimaal presteren
    • Houdt vol, ook bij detailarbeid of routinetaken
    • Levert kwalitatief werk af, ook bij detailarbeid
    • Blijft doorzetten ook bij tegenslag of frustratie
    • Herstelt fouten op spontane wijze
    • Demonstreert het nodige zelfvertrouwen
  6. Kan vlot schriftelijk en mondeling communiceren.
    Indicatoren:
    • Kan verbaal communiceren: gegevens, ideeën en meningen mondeling correct overbrengen, op een gestructureerde manier, al dan niet ondersteund door aangepaste non-verbale communicatie (intonatie, houding, expressie, ritme, snelheid, articulatie, oogcontact, …)
    • Kan een publiek overtuigen: inspelen op het publiek door de communicatiestijl aan te passen; doeltreffend inspelen op opmerkingen en vragen en de aandacht gaande houden.
    • Kan schriftelijk communiceren: gegevens, ideeën en meningen schriftelijk correct overbrengen met de juiste structuur en terminologie, en zonder taalfouten
    • Kan zelfstandig een verslag uitbrengen van het verloop van de stage, met uitdieping van twee items die tijdens de stage hoofdzakelijk aan bod kwamen


Leermaterialen
Stagebrochure

Studiekosten
  • Kosten eigen aan de stage, zoals verplaatsingskosten naar het stagebedrijf.
  • De kosten van een eventueel medisch onderzoek bij aanvang van de stage.
  • De kosten verbonden aan het stageverslag en de presentatie ervan.


Studiebegeleiding
Begeleiding door school: stagebegeleider
Begeleiding binnen bedrijf: stagementor

Onderwijsvormen
Zelfstandig werk van de student.

Evaluatievorm
Diplomacontract
  • Eerste examenzittijd:
    • Evaluatie door de stagebegeleider, onder andere gebaseerd op eigen vaststellingen en op het advies van de verantwoordelijke stagementor binnen het bedrijf of de organisatie (1/3 van de punten)
    • Beoordeling van de schriftelijke neerslag door de stagebegeleider (1/3 van de punten)
    • Eindbeoordeling van de presentatie door een jury (1/3 van de punten)

  • Tweede examenzittijd:
    • De evaluatie van de werkzaamheden in het bedrijf of de organisatie worden overgedragen naar de tweede examenzittijd.
    • Het eindwerk wordt opnieuw gemaakt en opnieuw gepresenteerd voor een jury.
    • De verdeling van de punten wijzigt niet.


Geen inschrijvingen met Creditcontract of Examencontract


OP-leden
Deze ECTS-fiche werd opgesteld door:
  • Steven Vermeulen