Trefwoorden Baismethodieken: Culturele actie, Sociale actie, Vorming, Opbouwwerk
Doelstellingen De studenten:
beheersen zowel theoretisch als praktisch de basisaspecten/pijlers van de verschillende basismethodieken;
expliticeren een beargumenteerde persoonlijke visie over het belang van de basismethodieken voor het Sociaal-Cultureel Werk en voor de samenleving; duiden correct de agogische draagkracht van het doelpubliek aan als oplossingspotentieel; motiveren mensen tot leren; werken efficiënt taak- en procesgericht met groepen; programmeren kwalitatieve projecten en activiteiten vanuit vastgestelde behoeften; zetten inzichtelijk gekaderd veranderingsprocessen op; activeren netwerken in functie van een vooropgesteld doelstellingenkader.
Leerinhoud In het vak komen zowel de theoretische als de practische aspecten van de actueel belangrijke basismethodieken van het SCW aan bod. Opbouwwerk, sociale actie en sociale bewegingen, culturele actie en cultuursociologie, en, vormingswerk worden uitgebreid verkend. Studenten kiezen verplicht twee van de vier methodieken (opbouwwerk of sociale actie/culturele actie of vormingswerk) om ze diepgaand te verkennen. De invalshoek is methodisch, maw de nadruk ligt op het zelf leren hanteren van deze methodieken. Het belang van deze methodieken wordt evenwel ook maatschappelijk gesitueerd evenals hun belang voor het beroep van sociaal-cultureel werker.
Begincompetenties Er wordt voortgebouwd op de opleidingsonderdelen sociaal-cultureel werk (basis- en verdiepingsmodule), en samenlevingsopbouw uit het tweede jaar en groepswerk uit eerste en tweede jaar.Tevens wordt gewerkt vanuit het referentiekader dat in 'Theorie en Methoden SCW' (derde jaar) aan bod komt. Daarnaast steunen de verschillende basismethodieken zich ook op inzichten verworven in psychologie (1° jaar), sociologie (1° jaar), filosofie (1° jaar) en sociale psychologie (2° jaar). De realisatie van deze basismethodieken vraagt ook expertise rond systeemdenken en contextuele psychologie. Uiteindelijk wordt het sociaal vaardig zijn in de realisatie van de basismethodieken ook verbonden met het communicatief vaardig zijn, het observeren en rapporteren, het reflecteren.
Eindcompetenties
Leermaterialen Naargelang de basismethodiek: Reader met werkteksten, eigen nota's, actualiteitsartikels of uitgewerkte cursus.
Studiekosten Verplaatsingsonkosten naar praktijkplaatsen, kopiekosten. Er wordt elk jaar een projectsubsidie aangevraagd bij het departementshoofd o.a. om de kosten voor studenten te voorkomen of zeker te minimaliseren.
Studiebegeleiding Het zelfstandig werken van studenten, in en buiten lescontext, wordt ondersteund door de lector in de rol van begeleidend coach/moderator: hier worden steeds de nodige afspraken rond gemaakt. Feedback wordt gehanteerd als stimulerend, motiverend en optimaliserend instrument naar de studenten toe.
Onderwijsvormen De onderwijsvormen zijn gedifferentieerd naargelang de basismethodiek. Gehanteerde werkvormen over de vier basismethodieken heen:
Hoorcollege met opdrachten en oefeningen. Voorbereidingsopdrachten i.h.k.v. praktijkbezoeken. Uitwisselings- en presentatieopdrachten. Projectrealisatie met samenwerkingspartner in het werkveld.
Evaluatievorm Elke basismethodiek hanteert een eigen evaluatievorm.
Er worden diverse evaluatievormen gehanteerd : opdrachten, oefeningen, permanente evaluatie en mondeling examen o.a. geënt op gekaderd individueel reflectief ervaringsverslag.
OP-leden Nicole Vanhoucke, Barbara Redant, Anne Scheerlinck, Arlette Veys.
|
|