RECHT
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in het sociaal werk
Hoorcollege [A] 78.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 234.0
Studiepunten [E] 8
Niveau inleidend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Jan FIERS
Referentie SCSWKX01A00007
 
Trefwoorden
Inleiding tot het Recht, Grondwettelijk recht, Administratief Recht, Burgerlijk Recht, Gezinsrecht, Verbintenissenrecht, Aansprakelijkheid

Doelstellingen
1. ALGEMEEN

Het opleidingsonderdeel ‘Recht’ is een fundamenteel onderdeel van het juridische pakket dat in de opleiding tot Maatschappelijk Assistent wordt aangeboden. Gezien de klemtoon die wordt gelegd op het juridische, is het essentieel dat de oorspronkelijk belangrijkste rechtstak, Burgerlijk Recht, voldoende aan bod kan komen. Aangepaste juridische kennis en vaardigheden zijn immers noodzakelijk om startklare professionele Maatschappelijk Assistenten op te leiden. Het recht neemt immers in onze maatschappij een almaar belangrijker plaats in.·

GEWIJZIGDE POLITIEKE CULTUUR, GEWIJZIGDE GEBRUIKERSCULTUUR
Meer en meer evolueert onze samenleving van een bevelshuishouding naar een onderhandelingshuishouding. De overheid legt steeds nadrukkelijker het accent op verantwoord burgerschap: mensen hebben rechten en ook plichten. In de verhoudingen tussen burgers en de overheid, maar ook tussen burgers en allerlei voorzieningen en organisaties, worden informatie, inspraak en tegenspraak belangrijke gegevenheden. In de dienstensector en stilaan ook bij de overheid, staat de klantvriendelijkheid en de klantgerichtheid voorop. Goede dienstverlening en kwaliteitszorg maken steeds vaker het verschil. In de praktijk vertaalt dit zich ondermeer binnen organisaties door mensen aan te reiken die een grote deskundigheid bezitten, met uiteenlopende mensen kunnen omgaan, vlot contacten kunnen leggen en integraal en zelfstandig kunnen werken. De klassieke loketfuncties krijgen dan ook een nieuwe invulling. ·

TOENEMENDE JURIDISERING
Door het verregaand overheidsoptreden wordt de maatschappij een kluwen van rechten en plichten. Ironisch genoeg is een groot deel van de nieuwe regelgeving (arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht, maar ook consumentenrecht, aansprakelijkheidsrecht, huurrecht, de sociale grondrechten, het familierecht, …) er nu juist op gericht om de personen in een zwakkere maatschappelijke positie te beschermen. En net die mensen geraken er niet meer wijs uit. Ze slagen er niet in deze rechten ook in de praktijk af te dwingen, te realiseren. Dat dit ook de dagdagelijkse ervaring is van de gewone burger blijkt uit de volgende uitspraak van Jan Goorden (voormalig Vlaams ombudsman): “Meer dan eens moet je dan horen van: Waarom hebben ze het allemaal zo moeilijk gemaakt mijnheer?”Onze federale staatsstructuur en de steeds toenemende invloed van Europa geven deze juridisering nog een extra dimensie.

Leerinhoud
Partim 1:Inleiding tot het recht, beginselen van het Grondwettelijk recht:

Deel I
De algemene beginselen waarop de Belgische Staat is gestoeld
- kenmerken van de Belgische staat die reeds (al dan niet gedeeldelijk) in 1830 aanwezig waren: grondwettelijke basis, scheiding der machten, representatieve en parlementaire democratie, rechtsstaat
- belangrijkste evoluties sedert 1830: taalproblematiek (met de daaraan verbonden sociale en politieke gevolgen), federalisering, internationalisering, evolutie naar een welvaartsstaat (verzorgingsstaat)
- overzicht van en hiërarchische verhouding tussen de verschillende normen in de Belgische rechtsorde (Grondwet, internationaal recht, wet, decreet, ordonnantie, K.B., M.B., gemeentelijke en provinciale verordeningen)

Deel II
De federale overheid- de wetgevende macht (parlement+ Koning): samenstelling, bevoegdheid, werkwijze en statuut
- de uitvoerende macht (regering + Koning): samenstelling, bevoegdheid, werkwijze en statuut
- de rechterlijke macht: samenstelling, bevoegdheid, werkwijze en statuut (waarbij een overzicht wordt gegeven van de verschillende rechtscolleges met hun bevoegdheden: Hof van Cassatie, Hof van Beroep, rechtbank van eerste aanleg, Raad van State, Arbitragehof, ....)

Deel III
De Gemeenschappen en Gewesten

Deel IV De Gemeenten, provincies en het OCMW

Deel V
De internationale rechtsorde
- Verenigde Naties: situering van belangrijkste taken (mensenrechten en peace-keeping) en kort overzicht van de organisatie (Veiligheidsraad, Internationaal Strafhof, .... ) en van de belangrijkste binnen de VN aangenomen mensenrechtenverdragen (verdrag inzake politieke en burgerlijke rechten, het verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, het kinderrechtenverdrag, het vrouwenverdrag, het anti-racismeverdrag, ...)
- Europese Unie: belangrijkste taken (economische bevoegdheden, buitenlands beleid, ...) en kort overzicht van de organisatie (Europees Parlement, Commissie, Raad, Hof van Justitie, ...) en de belangrijkste normen (richtlijnen, verordeningen, ...)
- Raad van Europa (bekeken vanuit de mensenrechten): situering van het belangrijkste verdrag inzake mensenrechten (het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van mens) en het daaraan verbonden internationaal gerechtshof in Straatsburg (het Europees Hof voor de Rechten van de Mens)

Deel VI
De rechten en vrijheden (de mensenrechten)


Partim 2


Burgerlijk recht:
- basiskennis van het personen- en familierecht.
- basiskennis van het goederenrecht
- basiskennis van het verbintenissenrecht.
- basiskennis van het vermogensrecht (erfrecht en huwelijksvermogen)

Begincompetenties
Geen specifieke voorkennis vereist.

Eindcompetenties
Het inleidende gedeelte moet de basis vormen en de voorbereiding zijn voor de rechtsvakken die in het studieprogramma voorkomen zoals burgerlijk, grondwettelijk, administratief, jeugd- en sociaal recht.
Deze eerste kennismaking met het recht moet de fundamentele en onontbeerlijke kennis van de basisbegrippen in het algemeen bijbrengen.
In het burgerlijk recht is het de bedoeling dieper in te gaan op rechtsfeiten en rechtshandelingen waar de student in zijn latere beroepssituatie mee zal geconfronteerd worden.
Een toekomstig maatschappelijk assistent wordt geacht zicht te krijgen op hulp- en dienstverlening in het werkveld.
Met welke doelgroep je ook werkt, de kans is groot dat je het Recht (in het bijzonder het gezinsrecht en het recht inzake overeenkomsten en vermogen) zal nodig hebben.

Het opleidingsonderdeel heeft twee doelstellingen:
1. De student vertrouwd te maken met de instellingen en het rechtssysteem in België.
2. De levensloop en de levensomstandigheden van een individu in al zijn juridische facetten te belichten.
Tegelijk kan het duidelijk zijn dat het recht eveneens van toepassing zijn op de student zelf, naargelang de verschillende levensfasen waarin hij zich bevindt.
Het opleidingsonderdeel kan hem dan ook ondersteunen in zijn persoonsontwikkeling.

Het opleidingsonderdeel wil volgende algemene doelstellingen realiseren: De student:
- licht correct begrippen, structuren en toepassingen van het Belgische rechtssysteem en van het Recht toe
- Implementeert de bronnen van het recht
- Lost een gevallenstudie op door gebruik te maken van het Recht
- Motiveert het recht als bron van en middel tot hulpverlening
- Profileert een kwalitatief zicht op de maatschappelijke context waarbinnen het Recht evolueert en tot stand komt
- Werkt methodisch en zelfstandig
- Brengt informatie over het Belgisch rechtssysteem en het Belgisch Recht duidelijk en gestructureerd over

Leermaterialen
Partim 1: boek: Vande Lanotte, J. Bracke, S. en Goedertier G., België voor beginners, Brugge, Die Keure, editie 2003 (indien een nieuwe editie uitkomt, zal de meeste recente versie worden gebruikt)

Partim 2: Cursus en lesnota's

Ondersteunende website: http://docent.hogent.be/~jfs672

Studiekosten
Cursus: € 40

Studiebegeleiding
Er is mogelijkheid tot individuele vraagstelling voor, tijdens en na de les.
De aan het vak recht gerelateerd website, voorziet, samen met de website van de vakgroep recht verscheidene tests en oefeningen.
De websites bevatten ook heel wat handige links die opzoekwerk kunnen vereenvoudigen.

Onderwijsvormen
Hoorcolleges met klassikale gesprekken, oefeningen
Ondersteuning via het internet

Evaluatievorm
Per semester (valt samen met deel 1 en deel 2) wordt een deelexamen afgenomen. Het gaat in beide gevallen om een schriftelijk examen, bestaande uit een deel open vragen en een deel multiple choice. Er wordt gepeild naar kennis en inzicht. Uit de actualiteit kunnen toepassingen komen, waar tijdens de les niet expliciet is bij stilgestaan. Zo kan het inzicht van de student in de stof beter gepeild.
Studenten die in de 1ste zittijd geen credit bekwamen voor dit opleidingsonderdeel, maar op de 'Partim 1' of 'Partim 2' minstens 10/20 behaalden in de 1ste zittijd, zijn niet verplicht over die partim opnieuw examen af te leggen in de 2de zittijd.

OP-leden
Jan FIERS