Trefwoorden Technologie-toepassingen, Elektrotechniek, Elektronica, Informatica, Linguïstiek
Doelstellingen De arbeidsmarkt vraagt om afgestudeerden die naast een gedegen vakkennis ook beschikken over communicatieve vaardigheden en het vermogen tot samenwerking en tot analytisch en probleemoplossend denken. Jezelf kennen en het reflecteren op het eigen gedrag is van wezenlijk belang voor een goede communicatie met de collega's en de klanten. Met praktijkgeoriënteerde opdrachten in het bedrijf of een onderwijsinstelling wordt specifiek aandacht besteed aan het ontwikkelen van een brede beroepsbekwaamheid.
Leerinhoud De stageopdracht is multidisciplinair opgebouwd vanuit verschillende studieonderdelen. De studenten bestuderen en integreren de leerinhouden van de diverse opleidingsonderdelen die bij de stageopdracht aan bod komen. In het derde jaar ligt de klemtoon op de beroepsbekwaamheid en het kennis maken met een reële werksfeer Van de studenten wordt verwacht dat ze volwaardig kunnen functioneren in hun stagebedrijf.
Begincompetenties Voor de stage en het eindwerk zijn geen specifieke begincompetenties vereist.
Het is echter wenselijk dat de studenten over een basiskennis beschikken van:
toegepaste wiskunde
fysica
informatica
elektriciteit
installatietechnieken
vormgevingstechnieken (basis)
communicatievaardigheden
schakeltechnieken
elektronica
materialenkennis
projectmatig werken
technische wiskunde
toegepaste informatica
veiligheid, kwaliteits- en milieuzorg
vermogenelektronica
elektrische machines
mechanica
microcontrollers
industriële automatisering
bedrijfsbeheer
industriele robots
industriele netwerken
industriële pneumatica - hydraulica
CNC.
Eindcompetenties Algemene competenties:
Analytisch denkvermogen: vervolmaking
De studenten hebben een kritische kijk op hun eigen werkwijze. Ze werken oplossingen uit voor eenvoudige opdrachten en benutten daarvoor actief de noodzakelijke informatiebronnen.
De studenten kunnen een complexe opdracht in al zijn aspecten ontleden en de nodige gegevens ordenen. Ze zoeken naar verbanden tussen de verschillende probleemstellingen.
De studenten zijn in staat logisch en methodisch een fout vast te stellen en de oorzaak ervan te bepalen.
Besluitvaardigheid: vervolmaking
De studenten durven zeggen dat er iets niet juist is en nemen tijdig een beslissing.
Ze baseren hun beslissingen op feitelijke informatie en ze betrekken de 'haalbaarheid' in hun overwegingen.
De studenten motiveren de eigen beslissing en volgen niet klakkeloos de adviezen van anderen op. Ze durven ook moeilijke beslissingen nemen.
Creativiteit: vervolmaking
De studenten ontwikkelen nieuwe ideeën en willen deze uitproberen waarbij ze soms verrassende verbanden leggen.
De studenten ontwikkelen alternatieven en ze bedenken nieuwe toepassingsgebieden voor bestaande concepten.
De studenten kijken over de grenzen van hun eigen afstudeerrichting en ze passen oplossingsmethoden tot uit andere werkterreinen.
Flexibiliteit: vervolmaking
De studenten zijn bereid van werkmethode te veranderen indien het nodig is. Ze kiezen een andere aanpak van zodra het resultaat in gevaar komt.
De studenten kunnen vertrouwde methoden afleggen en nieuwe aanleren.
Ze hebben bij veranderingen een oog voor prioriteiten en ze werken in crisissituaties de belangrijkste taken goed af.
Initiatief nemen: vervolmaking
De studenten laten de problemen niet aanslepen en ondernemen ongevraagd actie.
Ze voeren alleen de opdrachten uit en doen uit zichzelf voorstellen tot verbeteringen.
De studenten nemen hun eigen verantwoordelijkheid op, ze zoeken de uitdaging en ze zien kansen in plaats van problemen.
Nauwkeurigheid: vervolmaking
De studenten controleren hun eigen werk; ze willen geen fouten maken en zijn niet tevreden met een slordig afgewerkt resultaat.
De studenten schenken ook aandacht aan belangrijke details.
Ze kunnen het werk volledig en tot in de puntjes afwerken.
Zelfstandigheid: vervolmaking
De studenten weten wat ze willen. Ze werken zelfstandig aan de opgegeven taken en vragen advies op het juiste ogenblik.
Ze verschuilen zich niet achter de anderen en ze nemen hun verantwoordelijkheid op.
De studenten zoeken spontaan naar argumenten om hun eigen idee en/of oplossing te verdedigen.
Contactvaardigheid: vervolmaking
De studenten contacteren zonder schroom hun docenten en leggen contacten met de medestudenten.
De studenten trachten in contact te komen met de teamleden en de werknemers uit het bedrijf.
Kunnen anticiperen: vervolmaking
De studenten reageren alert op hun omgeving; ze luisteren actief naar anderen.
Ze houden rekening met wat er gaat komen en ze voorzien mogelijke knelpunten.
De studenten doen moeite om de anderen te begrijpen, ze zijn zich bewust van de belangen van de anderen.
Algemene beroepsspecifieke competenties:
Teamvaardigheden: vervolmaking
De studenten zijn altijd aanwezig op teambijeenkomsten, ze staan open voor kritiek. Indien nodig helpen ze anderen met de opdracht.
Ze bespreken spontaan problemen met anderen en ze besteden aandacht aan opmerkingen die de teamleden aanbrengen.
De studenten kunnen zich gedragen overeenkomstig de algemeen aangenomen normen van het team en/of het bedrijf.
Veiligheidsbewustzijn, kwaliteitsbewustzijn en milieubewustzijn: vervolmaking
De studenten volgen de veiligheidsvoorschriften en passen de werkplaatsreglementen toe.
De studenten weten aan welke kwaliteitsnormen een product moet voldoen. Ze zijn actief en pro-actief gericht op veiligheid en ze trachten situaties te voorkomen die mensen en milieu kunnen schaden.
Schriftelijke communicatievaardigheid: vervolmaking
De studenten zijn in staat een eindwerk te schrijven waarbij ze een correct taalgebruik hanteren en de spelling in acht nemen.
Mondelinge communicatievaardigheid: vervolmaking
De studenten beheersen de vergadertechnieken. Tevens kunnen ze een professionele presentatie geven van het bereikte resultaat.
De beroepsspecifieke competenties die aan bod komen tijdens de stageopdracht zijn terug te vinden op de studiefiches van de betrokken opleidingsonderdelen. De studenten beschikken niet alleen over de bekwaamheid om vakspecifieke kennis toe te passen, maar ze zijn ook in staat om de diverse kennisgebieden te integreren in de stageopdracht en daarnaast moeten ze praktijksituaties kritisch kunnen evalueren.
Leermaterialen Syllabi, opgesteld door de lesgevers van de betrokken opleidingsonderdelen en/of vakken, zijn te verkrijgen bij de cursusdienst of bij de lectoren zelf. Bibliografische gegevens zijn opgenomen in de syllabi, de meeste boeken kunnen geraadpleegd worden in de bibliotheek van de campus BME-CTL. Bijkomende informatie is te vinden in de bedrijfsdocumentatie en op internet.
Studiekosten De verplaatsingskosten van en naar het bedrijf en de fotokopiekosten voor het eindwerk in 5 exemplaren.
Studiebegeleiding De studenten ontvangen geregeld feedback van de stagebegeleider in het bedrijf. Bij technische problemen kunnen ze hun promotor raadplegen en voor niet vakgebonden problemen kunnen de studenten terecht bij de stagecoördinator of bij de studiebegeleider.
Onderwijsvormen
Evaluatievorm Procesevaluatie:
De beoordeling van de samenwerking en het werkproces gebeurt aan de hand van een permanente evaluatie door de stagebegeleider en een individueel stageboek opgesteld door de student.
33% van de te behalen punten, geen mogelijkheid tot 2e zittijd.
Productevaluatie:
Beoordeling van het eindwerk: 17% van de te behalen punten, mogelijkheid tot 2e zittijd.
Professionele presentatie van de probleemstelling en de realisatie van de stageopdracht: 33% van de te behalen punten, er bestaat de mogelijkheid tot 2e zittijd.
De uiteenzetting wordt gevolgd door een mondelinge verdediging m.b.t. de theoretische achtergrond van de stageopdracht. 17% van de te behalen punten, mogelijkheid tot 2e zittijd.
OP-leden
|