Trefwoorden
Doelstellingen De arbeidsmarkt vraagt om afgestudeerden die naast een gedegen vakkennis ook beschikken over communicatieve vaardigheden en het vermogen tot samenwerking en tot analytisch en probleemoplossend denken. Jezelf kennen en het reflecteren op het eigen gedrag is van wezenlijk belang voor een goede communicatie met de collega's en de klanten. Met praktijkgeoriënteerde opdrachten in het bedrijf of een onderwijsinstelling wordt specifiek aandacht besteed aan het
ontwikkelen van een brede beroepsbekwaamheid.
Leerinhoud De stageopdracht is multidisciplinair opgebouwd vanuit verschillende studieonderdelen. De studenten bestuderen en integreren de leerinhouden van de diverse opleidingsonderdelen die bij de stageopdracht aan bod komen. In het derde jaar ligt de klemtoon op de beroepsbekwaamheid en de
kennismaking met een reële werksfeer. Van de studenten wordt verwacht dat ze volwaardig kunnen functioneren in hun stagebedrijf.
Begincompetenties Het is noodzakelijk dat de studenten over een goede kennis beschikken van alle opleidingsonderdelen professionele Bachelor Vastgoed.
Eindcompetenties
1. Kerncompetenties
- Kan eenvoudige opdrachten inzake vastgoed binnen het stagebedrijf uitvoeren en benut daarvoor de noodzakelijke informatiebronnen.
- Neemt deel aan de dagelijkse praktijk van het stagebedrijf en vervult zelfstandig de opgelegde taken.
- Zorgt voor kwaliteitsvolle afwerking van opdrachten die het stagebedrijf oplegt.
- Laat problemen niet aanslepen en onderneemt, onder begeleiding van het stagebedrijf, actie of doet voorstellen tot oplossing/verbetering.
- Onderhoudt nauwe contacten met de stagebegeleider en promotor, en volgt nauwgezet gemaakte afspraken op.
- Kan een complexe opdracht in al zijn aspecten ontleden en een persoonlijk standpunt hierover formuleren.
- Verzamelt en ordent bestaande informatie omtrent een bepaalde materie of een bepaald probleem en zoekt naar verbanden tussen verschillende probleemstellingen.
- Schrijft een gestructureerd eindwerk waarin in duidelijke en correcte taal de bevindingen en het persoonlijk standpunt worden naar voor gebracht.
- Gebruikt de toepasselijke terminologie van de vastgoedpraktijk.
- Geeft een presentatie over het eindwerk en beantwoordt naar best vermogen de vragen bij de eindwerkverdediging.
2. Algemene competenties
- Inlevings- en aanpassingsvermogen: werkt zich zonder moeite in in de dagelijkse praktijk van het stagebedrijf als een van de medewerkers, en zorgt voor een vlotte omgang met klanten en relaties van het kantoor.
- Kritische ingesteldheid en doorzettingsvermogen: vergelijkt de dagelijkse vastgoedpraktijk met de verworven kennis hierover, geeft feedback aan het kantoor en past eventueel de eigen werkmethode aan.
Leermaterialen Syllabi, opgesteld door de lesgevers van de betrokken opleidingsonderdelen en/of vakken, zijn te verkrijgen bij de cursusdienst of bij de lectoren zelf. Bibliografische gegevens zijn opgenomen in de syllabi, de meeste boeken kunnen geraadpleegd worden in de bibliotheek van de campus BME-CTL.
Bijkomende informatie is te vinden in de bedrijfsdocumentatie en via het elektronisch leerplatform.
Studiekosten De verplaatsingskosten van en naar het bedrijf en de fotokopiekosten voor het eindwerk in 5
exemplaren.
Studiebegeleiding De studenten ontvangen geregeld feedback van de stagebegeleider in het bedrijf.
Tijdens de stage wordt minstens tweemaal een tussentijdse evaluatie gemaakt door de stagebegeleider en promotor samen om het verloop van de stage op te volgen.
Bij technische of inhoudelijke problemen kan de student zijn promotor ten allen tijde raadplegen.
Voor niet-vakgebonden problemen kunnen de studenten terecht bij de stagecoördinator of bij de studiebegeleider.
Onderwijsvormen
Evaluatievorm
- Evaluatie van de stage (200/600 punten)
- De student bezorgt de promotor een wekelijks verslag en vult dit in in het individueel stageboek.
- Tijdens de stage bezoekt de promotor minstens tweemaal de student ter plaatse in het stagebedrijf en vult dan samen met de stagebegeleider een tussentijdse evaluatie (zonder quotatie) in.
- De eindbeoordeling van de samenwerking en de werkmethode gebeurt aan de hand van een permanente
evaluatie door de stagebegeleider (150 punten) en de promotor (50 punten) apart.
- Geen mogelijkheid tot 2e zittijd.
- Evaluatie van het eindwerk (400/600 punten)
- Beoordeling van de geschreven tekst van het eindwerk door de promotor (100 punten), copromotor (50 punten) en stagebegeleider (50 punten).
- Beoordeling van de presentatie van het eindwerk en mondelinge verdediging door de jury (200 punten).
- Mogelijkheid tot 2de zittijd.
OP-leden
|
|