Trefwoorden studium generale, interdisciplinariteit, kritische cultuurstudie
Doelstellingen Het opleidingsonderdeel Studium Generale (KSG3) van de Hogeschool Gent neemt de taak op zich een bijkomend studiepakket aan te bieden. Het wil een informatief pakket actuele kennisoverdracht organiseren vanuit een interdisciplinaire benadering. Hierbij staat problematisering en kritische bevraging van actuele kennisgebieden in brede zin voorop.
De lezingenreeks die het Studium jaarlijks aanbiedt, wil participanten van alle departementen stimuleren tot reflectie over vragen waarmee alle vakgebieden geconfronteerd worden. Dat betekent dat interdisciplinariteit een eerste vereiste is.
Een tweede vereiste wordt gevormd door de maatschappelijke relevantie van actuele problematisering.
Het Studium Generale is bedoeld als aanvulling op de bestaande onderwijspakketten. Vanuit een kritiek van onze hedendaagse cultuur en samenleving zullen verbanden tussen de studiegebieden worden gesmeed die in het gewone pakket afwezig blijven.
Vanuit die gedachte zet het Studium zelf een tweedelige reeks lezingen op, waaraan eventueel een waaier aan manifestaties kan worden gekoppeld (debatten, culturele avonden, workshops behoren tot de mogelijkheden).
Leerinhoud Lezingen rond thema's die vanuit volgende criteria vertrekken:
o het hedendaagse in al zijn verschijningsvormen
o maatschappelijke relevantie
o kritische bevraging van de gekozen thema's
o vakoverschrijdende thematiek
o (men kan eventueel volgende paragraaf inlassen wanneer het departement concrete leerinhoud vraagt; anders volstaat men met de omschrijving ‘vakoverschrijdende thematiek’; zo moet de fiche niet elk jaar aangepast worden)
De vierde jaargang van het studium generale (2005-2006) belicht de problematiek van de zogenaamde ‘heteronomie’ versus de ‘autonomie’: zijn de hedendaagse mensen werkelijk zo vrij, is hun wilsbeschikking wel zo autonoom als ze denken? Anderzijds laten van verschillende kanten filosofen en sociologen horen dat de oude ‘heteronome’ structuren zoals het geloof, de staat enz. wel degelijk een bescherming bieden voor het individu, waardoor het niet wordt uitgeleverd aan een wereld die niet alleen open is, maar ook bedreigend. Totale wilsbeschikking is misschien ook totale onzekerheid.
Over de complexe verhouding tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid in de diverse studiedomeinen, over de illusie van de vrijheid en de aantrekkelijkheid van afgebakende vrijheid, in een hedendaags perspectief.
Begincompetenties Het Studium zal zo worden opgevat dat studenten vanuit alle richtingen makkelijk kunnen instappen. Vereiste is de modale culturele achtergrond die van een student hoger onderwijs redelijkerwijs mag verwacht worden.
De nadruk zal tevens gelegd worden op bijkomende actuele informatiegaring door de participanten. Omdat de thema's van het Studium Generale telkens breed, actueel en kritisch zullen worden opgevat, zal de participant worden uitgenodigd zelf zijn spin offs te profileren via bibliotheken, anderr manifestaties, internet, pers en media.
Eindcompetenties Het schrijven van een paper, die ofwel een kritisch verslag met commentaar bevat, of op een andere wijze creatief reageert op het aangeboden debat.
Leermaterialen Modale uitrusting voor lezingen: microfoons, overhead, beamer, slides, laptop, video.
Het Studium beschikt over een eigen internetsite (www.hogent.be/studiumgenerale)
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 0.0 EUR In principe geen extra kosten, behalve eventuele verplaatsingen en documentatie. Eventuele tussenkomst per departement te bepalen.
Studiebegeleiding De ankerpersoon kan zelf studenten bijkomend advies geven tijdens de reeksen, of dat delegeren aan derden binnen zijn departement (bij voorkeur OP-leden die ook optreden als lector van de papers, zie: evaluatie).
Onderwijsvormen Twee reeksen van vijf lezingen in het eerste en tweede semester (streefdatum resp. tussen begin november en eind december, en tussen midden februari en eind april), te houden door externe sprekers uit die specifieke velden, eventueel vergezeld van een co-referaat en gevolgd door een debat. De lezingen zullen een accumulatief karakter hebben. Het staat de departementen vrij hun studenten te laten inschrijven voor de najaars- of de voorjaarsreeks, of voor een combinatie van beide.
Evaluatievorm Het studium generale organiseert één jaarlijkse examenzittijd in de maand mei, en een tweede zittijd in de maand september.
1ste examenzittijd: De student zal worden gevraagd een paper te schrijven waarin hij/zij getuigt van aanwezigheid op minstens vijf lezingen (eventueel te combineren ui de twee aangeboden reeksen), van kritisch inzicht in de geboden materie, reflectie vanuit het eigen werkveld, consistent commentaar en creatieve documentatie.Elementen die in de evaluatie een rol spelen zijn onder meer:
o de concrete tekststructuur (grammaticaal en syntactisch)
o de argumentatie die wordt uitgebouwd
o de manier waarop een dergelijke tekst in de geboden context van de lezingen functioneert
o de culturele context waarin de besproken tekst thuishoort, dus met decodering van het perspectief of de strategie die in de tekst aan bod komt
Omvang van de paper: tussen 10 en 15 pagina's tekst in correct Nederlands.
2de examenzittijd: herwerken van de paper tot een voor de examencommissie van het studium generale aanvaardbaar niveau. De stuurgroep maakt jaarlijks bij de mededeling van de agenda ook de uiterste indieningsdata voor eerste en tweede zittijd bekend.
De beoordelingscommissie bestaat per student uit minstens 3 leden van verschillende departementen, waaronder minstens één lid van het departement van de betrokken student (elke paper wordt dus door drie OP-leden gelezen). De commissieleden lezen de verhandelingen en komen bijeen om hun beoordelingen op elkaar af te stemmen en vast te leggen in een definitieve score. De beoordeling wordt uitgedrukt in een geheel examencijfer op een totaal van 20 punten conform artikel 48 van de A.O.R.
Omvang van het opleidingsonderdeel
75 uren, waarvan 5 x 3 voor de lezingen, gevolgd door 5 x 2 voor debat en discussie.
50 uur voor documentatie, verdieping en studie en het schrijven van de paper.
OP-leden De ankerpersonen van de respectieve departementen, die tevens zetelen in de stuurgroep van het Studium Generale. Bij de beoordeling van de papers: eventueel bijkomende lectoren die door de ankerpersoon in zijn eigen departement worden aangezocht.
|
|