FILMKRITISCHE STUDIES 2.1.
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de audiovisuele kunsten - afstudeerrichting: animatiefilm
Hoorcollege [A] 36.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 12.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Martine HUVENNE
Referentie ABAKUA02A00016
 
Trefwoorden
h 700 audiovisuele kunst-animatie

Doelstellingen
Filmkritische studies 2.1. bestaat uit 2 leereenheden:
-Animatiefilm als audiovisuele compositie.
-Theorie en geschiedenis van de animatiefilm.

Leereenheid 1
Animatiefilm als audiovisuele compositie.
De student leert animatiefilms en films analyseren vanuit het auditieve standpunt.
Dit moet de student in staat stellen om in een volgend stadium een eigen klankconcept te ontwikkelen bij zijn afstudeerproject, overeenkomstig met zijn eigen filmtaal.

Leereenheid 2
Theorie en geschiedenis van de animatiefilm.
Het opleidingsonderdeel behoort tot de filmkritische studies en introduceert de studenten tweede bachelor animatiefilm in de Westerse animatiefilm van na 1950.
(1) Kennis verwerven over significante figuren, stromingen en scholen uit de tweede helft van de twintigste eeuw.
(2) Inzicht verwerven in hun oeuvre a.h.v voorbeelden.

Leerinhoud
Thematisch geordend.
Animatiefilm als audiovisuele compositie.
Aan de hand van denkkaders die worden aangeboden, analyseren de studenten klassikaal en individueel animatiefilms en filmfragmenten.
Er wordt thematisch gewerkt.
De studenten kunnen materiaal aanbrengen.
Teksten van Bordwell, Chion, Eisenstein, Gorbman, Kloppenburg, Lottman, Schneider e.a. over filmmuziek en audiovisuele compositie worden verwerkt in de cursus.

Theorie en geschiedenis van de animatiefilm.
• aan de hand van cases wordt dieper in gegaan op auteurs/stromingen.
• niet lineair maar wil in een bepaalde logica vergelijken van verschillende auteurs.

Begincompetenties
Animatiefilm als audiovisuele compositie:
Filmkritische studies 1.2., afstudeerrichting animatie.

Eindcompetenties
Animatiefilm als audiovisuele compositie:
1. De student heeft inzicht in de typische kenmerken van de klankband van animatiefilms.
2.Hij is in staat om de totale compositie van een animatiefilm te bespreken (verband bewegingsbeeld en sonoor beeld)

Theorie en geschiedenis van de animatiefilm:
De student kan via de behandelde cases, de onderzoeksmethodes een goed beeld geven van de ontwikkeling van het medium.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Leereenheid 1:
Dvd’s, video’s, boeken over filmmuziek, aangeboden dagen over filmmuziek.
Boeken en naslagwerk, internet.
Leereenheid 2:
Lijst met relevante links op het net alsook beschikbare titels en publicaties.
Behandelde films die beschikbaar zijn op DVD en VHS, zijn op afspraak consulteerbaar in het videoarchief van de vakgroep.

Studiekosten
Leereenheid 1: 40 eurovoor uitlenen van studiemateriaal.
Leereenheid 2: Huur films bioscoopbezoek; max 50 euro.

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docent.

Onderwijsvormen
Leereenheid 1 Animatiefilm als audiovisuele compositie: hoor- en werkcolleges met een zelfstandige opdracht.
Leereenheid 2 Theorie en geschiedenis van de animatiefilm: Hoorcollege en werkcollege (geleide onderzoeksvragen).

Evaluatievorm
Leereenheid 1: Animatiefilm als audiovisuele compositie.
Schriftelijk examen en een paper die mondeling wordt besproken.

Leereenheid 2: Theorie en geschiedenis van de animatiefilm.
Schriftelijke bespreking van één film naar keuze, die niet in de cursus werd behandeld maar qua onderwerpen (innovatie, techniek, appreciatie, vorm/inhoud) een discussie mogelijk maakt omtrent de plaatsing van die film in de animatiefilmgeschiedenis.

Algemeen
-Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
-Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.

OP-leden