Trefwoorden h720- beeldende kunst-2d-fotografie, onderzoek persoonlijk artistiek dossier.
Doelstellingen De student fotografie moet doorheen zijn opleiding vertrouwd raken met het plaatsen van zijn artistiek onderzoek binnen een brede context, zowel op fotografisch, artistiek als maatschappelijk en historisch vlak en zijn onderzoek leren rapporteren.
A. de student verwerkt zijn kennis en inzicht over de evolutie van het medium binnen politieke, sociaal-economische en culturele context.
B. de student verdiept zich in de analyse van zijn beelden en gebruikt zijn kennis en informatie om zijn eigen artistiek parcours te documenteren met relevant tekst- en beeldmateriaal.
C. de student leert een tekst schrijven over zijn artistiek parcours binnen zijn autonoom werk.
De opleidingsonderdelen 'Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 1 en 2' worden in 3e bachelor fotografie gefinaliseerd in het opleidingsonderdeel 'Dossier 3.2.'
Leerinhoud Niveau: verdiepend.
In dit opleidingsonderdeel leert de student zijn autonoom werk grondiger te documenteren.
Hij verdiept zich in de analyse van zijn uitgangspunt/onderwerp en illustreert het ontstaan en het verloop van zijn autonoom werk.
Om zijn beelden te situeren binnen de context van de geschiedenis van de fotografie of van de kunstgeschiedenis of een algemene context maakt de student gebruik van beeld en tekst om zijn analyse te onderbouwen.
De student leert zijn bedenkingen grondiger formuleren, illustreren en staven.
Er wordt nadruk gelegd op het formuleren van een eigen mening.
Begincompetenties De student beschikt over de eindcompetenties van:
- 'Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 1.2'
- 'Fotografie en concept I' of 'Documentaire fotografie I'
Eindcompetenties Specifieke competenties
1) De student kan op methodische wijze een foto vormelijk en inhoudelijk waarnemen en analyseren (niveau: verdiepend).
Onder meer:
- hij is in staat om het onderwerp, de vormelijke kenmerken en het specifiek gebruik van het medium bij een foto adequaat te beschrijven.
- hij is in staat om foto's te vergelijken.
2) De student is in staat om een informatief discours te ontwikkelen (niveau: verdiepend).
Onder meer:
- hij is in staat om bronnen op te zoeken en te selecteren op relevantie.
- hij is in staat om zijn visuele analyse te verdiepen en te staven aan de hand van het geselecteerde bronnenmateriaal.
- hij is in staat om een rapportage te maken van zijn onderzoek, rekening houdende met de wetenschappelijke eisen betreffende de redactie van teksten (gebruik van voetnoten, bibliografie).
Algemene competenties
1) Ingesteldheid tot levenslang leren
Onder meer:
- de student toont in staat te zijn nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven en de bereidheid om deze te actualiseren.
- hij geeft blijk zich te oriënteren in de theoretische referentiekaders die zijn/haar inzicht in de kunst en in de maatschappelijke realiteit verdiepen.
- geeft blijk van ruime culturele interesse.
- oriënteert zich in de geschiedenis van de kunst.
- oriënteert zich in het actuele artistiek domein.
2) Vermogen tot kritische reflectie
: de student leert het eigen werk en dat van anderen te beschouwen, analyseren, duiden en evalueren.
Onder meer:
- hij is zich aantoonbaar bewust van maatschappelijke en culturele stromingen zowel historisch als eigentijds en van het belang ervan op het eigen vakgebied.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Beeld- en tekstmateriaal als resultaat van eigen onderzoek.
Studiekosten Fotokopieën, verplaatsingskosten.
Studiebegeleiding Steeds mogelijkheid tot individueel gesprek, na afspraak met de docent.
Onderwijsvormen Klassikale en individuele besprekingen, groepsdiscussies, werkatelier, opzoekingswerk.
Evaluatievorm Permanente evaluatie telt voor 30% van de punten.
Evaluatie van het werkstuk telt voor 70% van de punten.
De werkstukken moeten op de vastgelegde datum ingediend worden of gepresenteerd.
Er is geen uitstel mogelijk.
OP-leden
|
|