Trefwoorden Initiatie video 1.1, h00X-kunst
Doelstellingen Video binnen de context van beeld & installatie introduceren.
Het gebruik van video past ten volle binnen het veld van de hedendaagse beeldontwikkeling als beeldend kunstenaar.
Verwijzend naar de leerinhoud loopt deze initiatie in het eerste jaar, onder de vorm van een vervolgprogramma over eerste en tweede semester en is mede-inleidend en ondersteunend voor het hoofdatelier, wat niet belet dat er zich volwaardige artistieke producten naast het zuivere verkennende onderzoek aankondigen.
Er is een inhoudelijk verband tussen initiatie foto en initiatie video, het stilstaande en het bewegende beeld.
Leerinhoud Artistiek technische basisintroductie ter inleiding en ondersteuning van onderzoek omtrent en aanwenden van video binnen interdisciplinaire context van '(bewegend) beeld & installatie'.
Het videografisch document wordt eveneens aangewend om als schets- en onderzoeksmatig element aan te wenden, om als archiverend en documenterend element te gebruiken.
Het videomateriaal wordt door de studenten onderzocht vanuit de interrelatie met andere beeldende disciplines en gebruikt om een autonoom (kunst)werk te realiseren binnen dit opleidingsonderdeel en eventueel binnen de hoofdateliers beeld & installatie en binnen het perspectief van de actuele kunst.
De opleiding stimuleert hen tot het formuleren van hypothesen en het ontwikkelen van een eigen technisch en artistiek onderzoek als voorbereiding op de ontwikkeling in de hoofdateliers van een oeuvre als actief beeldend kunstenaar.
+ materiaalonderzoek, techniekbeheersing, materiaalverwerking
+ betekenisonderzoek en betekenisoverdracht
+ kritische reflectie tov. eigen werk, eigen ik, breed-maatschappelijk en tot de kunstwereld
= open experiment, zin voor avontuur, formuleren van hypothesen = aanzet tot ontwikkeling van eigen oeuvre.
De leerstof is thematisch geordend.
Begincompetenties De begincompetenties worden op de toelatingsproef getoetst
Eindcompetenties Algemene competenties
Onderzoekende houding
Onder meer:
- de student kan experimenteren en nieuwe invalshoeken gebruiken
- de student onderzoekt de mogelijkheden van het medium en de daarbij horende technische middelen
Specifieke competenties
1. In staat zijn tot ontwerpen/analyseren/ realiseren van videomateriaal en onderzoek.
2. Kennis en inzicht verwerven van de technische aspecten van video en deze onder begeleiding doelmatig weten aan te wenden binnen het eigen onderzoek (op initiatie niveau)
Onder meer:
- de relatie tussen het videomateriaal en de geformuleerde uitgangspunten discursief kunnen uiteenzetten
- aantonen dat de gebruikte beeldende middelen adequaat zijn ten opzichte van het geformuleerde werkproces
- aantonen dat het videografisch materiaal bijdraagt tot een relatie met de kijker op een gestuurde wijze (impact van de individuele inbreng en keuzes van de kunstenaar welke het kijk- of ervaringsproces tot een 'auteurs'project maken).
3. het werkproces wordt zichtbaar gemaakt dmv tekst, tekeningen, voorbereidende studies, mondelinge toelichting
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Videocassettes voor opname.
Cd's of dvd's om eindresultaten op te slaan.
(Facultatief) externe harddisk tijdens montageproces en als tussentijds opslagmedium (Deze kan eveneens binnen het hoofdatelier gebruikt worden).
Toegang tot computer en montageprogramma's voorzien door de onderwijsinstelling.
Er is een uitleendienst binnen het afstudeertraject voor videocamera's, micro en geluidsopnamemateriaal.
Studiekosten Tussen 15,00 en 50,00 euro voor basismateriaal ( videocassettes, cd's, dvd's ), dit voor beide opleidingsonderdelen 1 en 2 samen.
Facultatieve aankoop externe harddisk (+/- 250 GB) tegen marktprijs, tussen 100,00 en 200,00 euro.
Dit is een eventuele investering die over de hele ba-ma-opleiding dient gespreid te worden en over alle ateliers.
Studiebegeleiding Steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docent.
Onderwijsvormen Er is een korte introductie waarin gewerkt wordt rond kleine open thema's die als verkennend onderzoek aangeboden worden.
In eerste instantie op technisch vlak, om zo snel mogelijk de studenten te leren deze middelen aan te wenden en in tweede instantie zich te leren uitdrukken en zich te positioneren en beperkte eigen projecten te leren formuleren en uit te werken binnen dit onderdeel en eventueel het hoofdatelier.
Individuele en klassikale professionele begeleiding en feedback ondersteunen de ontwikkeling en de uitvoering daarvan.
Hoorcolleges : (o.a.) beknopte introductie montageprogramma's ; beeldende middelen : woord, beeld, geluid ; aan- en afwezigheid ; la 'différance' ; tijdsbeleving en - ervaring, reële tijd en virtuele tijd, tijdsverdichting ; ...
Workshop /oefeningen : basiservaring van monteren, in kleine groepjes.
Begeleid zelfstandig werk : individueel en semi-klassikaal, individuele en groepsbespreking, toonmomenten en feedback
Evaluatievorm De eindevaluatie kan samenvallen met de eindbeoordeling atelierwerk.
Tijdens de lessen zijn er permanente evaluaties van het artistieke proces.
De toegekende cijfers tellen voor 1/3 van de punten.
In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
Het toegekend cijfer telt voor 2/3 van de punten.
De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht (= geen 2e zittijd).
Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
OP-leden
|
|