Trefwoorden H 714: beeldende kunst - 2d - vrije kunsten - tekenen.
Doelstellingen De eerste bachelor van het tekentraject-atelier bestaat uit twee op elkaar aan- sluitende modules, waarin de probleemstelling inhoud/vorm/materiaalkeuze het over- koepelende uitgangspunt is.
Er worden daarvoor 3 thema's aangereikt die de student bewuster moet leren omgaan met beeldvorming en de keuze ervan in relatie tot de inhoud.
Deze thema's (het monumentale/ruimtelijke, het documentaire/beschrijvende en het verhalende/illustratieve/karikaturale) vormen in de eerste module de ruggengraat van alle atelierwerk, en moeten door de student worden gedocumen- teerd.
Dit opzoekingswerk laat de student kennis maken met de geschiedenis van de tekentaal en haar conventies.
De relatie inhoud-materiaalgebruik-drager en het onderscheid afbeelding-beeld worden via het waarnemingstekenen in( en buiten) het atelier onderzocht.
De student maakt gebruik van de basismaterialen (potloden, houtskool, inkten, pen- selen en pennen) en tekent op zoveel mogelijk verschillende dragers.
Dit waarnemingstekenen wordt via kleine opdrachten uitgebouwd.
In de tweede module wordt gewerkt op basis van een overkoepelende opdracht waarbinnen de student de verworven vaardigheden en inzichten uit de eerste module op een persoonlijk manier moet trachten toe te passen.
Waarnemingstekenen blijft de kern van het werkproces.
Als voorbereiding op de tweede bachelor- waar een basisinzicht in 'tentoonstellen' deel uitmaakt van de eindcompetenties wordt van de student een eenvoudige, maar doordachte presentatie van het tekenwerk verwacht.
In inhoud/materiaalkennis/tekentaal I ligt de nadruk vooral op het verkennend beeldonderzoek waardoor de student basisinzicht verwerft in de tekentaal en de conventies waarop ze steunt.
Het wezenlijk belang hierbij van de interactie tussen materiaal en drager wordt erkend.
Leerinhoud - De drie thema's: het monumentale-ruimtelijke, het documentaire-beschrijvende, het verhalende, illustratieve, karikaturale.
- De documentatiedossiers rond deze thema's.
- De tekentaal en haar codes.
- De tekenmaterialen in relatie tot verschillende soorten dragers.
- Practische confrontatie met de complexiteit en het manipuleerbare van een getekend beeld.
- Abstractie en figuratie binnen de plastische kunsten.
- De suggestieve kracht van het getekende beeld.
- Bezochte tentoonstellingen (telkens gekoppeld aan een opdracht)
Begincompetenties Begincompetenties worden getoetst op de toelatingsproef.
Eindcompetenties Kerncompetenties
1. Heeft algemeen inzicht en kan op een efficiënte en gevarieerde manier gebruik maken van het medium tekenen.
Onder meer:
- De student gebruikt de tekentaal op een doelmatige manier voor zijn beeldonder- zoek.
- De student slaagt erin om de opdrachten in een persoonlijke beeldtaal om te zet- ten.
2. Toont inzicht in de tekentaal en haar conventies en kan deze hanteren.
Onder meer:
- De themadossiers moeten blijk geven van een fundamenteel inzicht in de geschiedenis van de tekening en de beeldtaal die daarmee gepaard gaat.
- Tekenen, de tekening loopt als een rode draad doorheen de kunst- geschiedenis.
Het is daarom wenselijk dat de student zich na bachelor 1 via zijn teken- en opzoekingswerk bewust toont van dit feit en het belang van positionering - keuze binnen die kunstgeschiedenis erkent.
3. De student toont zich in staat een presentatie van zijn werk te maken op basis van inhoudelijk inzicht.
Onder meer:
a. Zijn er logische verbanden waarneembaar tussen het aantal tekeningen en de zeggingskracht van het geheel?
b. Komen de gebruikte formaten en de keuze van tekenmaterialen versus drager(s) als noodzakelijk en 'dwingend' over?
c. De wijze van presenteren schraagt op voldoende wijze het inhoudelijk discours.
d. De student heeft inzicht in de problematiek waarvan sprake in a, b en c.
Algemene competenties
- Het vermogen tot kritische reflectie: kan een kritisch gesprek aan rond proces en resultaat.
- Ingesteldheid tot levenslang leren: oriënteert zich in het actuele artistieke domein, in de geschiedenis van kunst en vormgeving, in de maatschappelijke actualiteit en in die menswetenschappen die inzicht geven in de kunst en het artistieke proces.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: - Kunstboeken, literatuur over de thema's : bibliotheek kask.
- Tekenmateriaal: basismateriaal zelf aankopen. Bepaald materiaal (rollen tekenpapier bv. speciaal papier) wordt aangekocht met de ateliergelden.
- Video's en dvd's ter beschikking in atelier.
- Computer met internetverbinding ter beschikking in atelier.
Studiekosten - Tekenmateriaal: 100 euro.
- Studiereizen: 50 euro.
Studiebegeleiding Steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docenten.
Onderwijsvormen - Zelfstandig werk in het atelier/ thuis (werken aan dossiers, tekenwerk).
- Individuele begeleiding.
- Klassikale besprekingen.
- Verdediging van eigen werk.
- Het opbouwen van een kleine tentoonstelling met eigen tekenwerk.
Evaluatievorm De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht = géén tweede zittijd.
Tijdens de atelieruren zijn er permanente evaluaties van het artistieke proces en van de prestaties van de student.
In januari wordt het werk van de eerste module geëva-lueerd.
Het toegekend cijfer telt voor 1/3 van de punten.
In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
Het toegekend cijfer telt voor 2/3 van de punten.
OP-leden
|
|