TEKENEN 3.2 (SCHILDERKUNST)
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, schilderkunst - afstudeerrichting: vrije kunsten
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 36.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Geert CLARISSE
Referentie ABBKUV03A00018
 
Trefwoorden
h00x- kunst, h710- beeldende kunst- 2d- schilderkunst

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel staat in nauw verband met het atelierwerk schilderen 3 en eindwerk schilderen en bouwt verder op het opleidingsonderdeel Tekenen 3.1.
Het heeft vooral de professionalisering van de student tot doel.
Het moet de student ertoe brengen een aantal autonome tekeningen te realiserende waarmee hij/zij een Bachelordiploma kan behalen en zich kan aanbieden voor het aanvangen van een Master in de Beeldende Kunst.
Voorts moet de student de aanzet te leveren tot een eigen oeuvre en werk realiseren dat technisch voldoet aan de gangbare westerse normen.

Het gerealiseerde project zal een artistieke uitspraak moeten bevatten die getuigt van een sterke oorspronkelijkheid en van de uitgesproken identiteit van de student.
Door reflectie over eigen werk en de kunstscène zal de student zijn kritische zin en zijn intellectuele weerbaarheid ontwikkelen die hem in staat stellen autonoom verder te werken en constructief met kritiek om te gaan.
Deze verworven competenties moeten kunnen worden aangetoond tijdens individuele en groepspresentaties binnen en buiten het atelier.
Het tentoonstellen van het werk, de confrontatie aangaan met zowel de ruimte als het publiek, is een belangrijk onderdeel van deze opleiding.
In verschillende toonmomenten zal de student dan blijk moeten geven van zijn aandacht voor de ruimere context van het werk en de relatie tussen de tekeningen en het schilderwerk.

Leerinhoud
Werken naar de menselijke figuur.
Belang van een persoonlijke interpretatie zowel inhoudelijk als vormelijk.
Voortdurende confrontatie (tentoonstellingen, video's, boeken) met de inhoudelijke samenhang tussen schilder- en tekenwerk bij kunstenaars (zowel historisch als actueel).
Hierbij wordt speciaal aandacht besteed aan de tentoonstellingsproblematiek (historisch en actueel).

Begincompetenties
Geslaagd zijn voor Atelier Schilderkunst III en IV, Tekenen 2.1. en 2.2. en Kleurenstudie 2.1. en 2.2.
De eindcompetenties van Tekenen 3.1. verworven hebben, is wenselijk.

Eindcompetenties
Kerncompetenties
1. De student is in staat een volwaardige autonome tekening te realiseren.
Onder meer:
- weet de inhoud, vorm en tekenkundige middelen van zijn werk op een precieze manier op elkaar af te stemmen

2. De student heeft inzicht in zijn eigen artistiek parcours en zijn positie binnen de beeldende kunst.
Onder meer:
- is in staat zijn onderzoeksterrein en de evolutie ervan te duiden en te synthetiseren.
- toont zich in staat over de inhoudelijke wisselwerking tussen het teken- en het schilderwerk te reflecteren en geeft blijk van een ontwikkelende intellectuele weerbaarheid.

3. De student heeft inzicht in de tentoonstellingspraktijk en kan dit toepassen.
Onder meer:
- kan een relevante selectie maken uit de gerealiseerde tekeningen en deze op een zinvolle manier presenteren en confronteren met zijn schilderwerk.
- begrijpt hoe beelden op elkaar of op de ruimte inwerken en kan deze processen constructief aanwenden.
- kan de organisatie van een tentoonstellingsproject op zich nemen.
- de student vertoont het nodige doorzicht waardoor hij/zij de artistieke probleemstellingen zelf ziet en tracht op te lossen.

Algemene competenties
1. De student kan zijn kritische zin constructief inzetten voor een tentoonstellingsproject ik groepsverband.

2. De student vertoont de nodige discipline en zelfredzaamheid waardoor hij/zij deadlines kan respecteren.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Tekenmaterialen: dragers zoals karton, papier, houtskool, potlood, inkt...
Kunstenaarsboeken, catalogi en andere te raadplegen.

Studiekosten
Ongeveer 150 EUR, afhankelijk van de werkwijze en het project van de student.

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docent.

Onderwijsvormen
· Zelfstandig werk in het atelier.
· Individuele en gezamenlijke begeleiding rond welomschreven en open opdrachten.
· Bezoek aan tentoonstellingen, individueel of in groep..
· Zelfstandig voorstellen / presenteren van gemaakt werk.

Evaluatievorm
Permanente evaluatie: tussentijdse beoordeling met individuele feedback.
Periodegebonden evaluatie: beoordeling en individuele werkbespreking.
In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.

Algemeen
Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie - en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht. (= geen 2de zittijd).

OP-leden