ATELIER BEELD & INSTALLATIE V
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, beeld & installatie - afstudeerrichting: vrije kunsten
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 24.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 60.0
Totale studietijd [D] 200.0
Studiepunten [E] 8
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Leo COPERS
Referentie ABBKUV03A00021
 
Trefwoorden
h713 beeldende-kunst-4d-mixed-media

Doelstellingen
Atelier Beeld en Installatie V volgt op Atelier Beeld en Installatie III en Atelier Beeld en Installatie IV.
Binnen dit atelier werkt de student aan een intellectuele, artistieke en organisatorische conditie die hem in staat moet stellen in het kader van zijn afstudeerproject een finale presentatie te brengen van zijn oeuvre.

"Atelier Beeld en Installatie V" werkt ondersteunend t.o.v. het opleidingsonderdeel "Afstudeerproject".
Het vormt een platform van waaruit studenten zelfstandig initiatieven kunnen nemen in functie van hun afstudeerproject.
De leereenheden beeldontwikkeling, beeldrealisatie en installatie, reflectie - discours, en praktijk -werkveld -ervaring & projecten, blijven als atelierstructuur bestaan.
Ze fungeren nu eerder als oriëntatiepunten t.o.v. het afstudeerproject.

Leerinhoud
-Realiseren van eindproject(en)/Individueel tijdschema opstellen en uitvoeren van toonmomenten in overleg met docenten
-Reflecteren en contextualiseren
-Deelname aan initiatieven binnen en buiten de school:- tentoonstellingen - manifestaties - projecten
-De student concipieert, ontwerpt en maakt beelden of installaties die op een persoonlijke, kritische en creatief -inventieve wijze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beeldend vermogen van de samenleving.
-Realiseren van eigen werk met een finale publieke presentatie als volwaardige 'tentoonstelling'.
-Extra aandacht gaat naar het reflecteren over het eigen werk en het positioneren van het werk en zichzelf.

Begincompetenties
Slagen voor eindcompetenties van opleidingsonderdeel Atelier Beeld en Installatie III en Atelier Beeld en Installatie IV.

Eindcompetenties
Kerncompetenties
De student kan concipiëren, ontwerpen en maakt beelden of installaties die op een persoonlijke, kritische en creatief -inventieve wijze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beeldende vermogen van de samenleving.
Indicatoren
a) de relatie tussen de installatie en de geformuleerde uitgangspunten discursief kunnen uiteenzetten.
b) kunnen aantonen dat de gebruikte beeldende middelen adequaat zijn ten opzichte van het geformuleerde werkproces.
c) kunnen aantonen dat de installatie een relatie met de kijker aangaat op een gestuurde wijze.
d) het werkproces moet zichtbaar gemaakt worden dmv tekst, tekeningen of foto's, voorbereidende studies, mondelinge toelichting.

Kerncompetenties leereenheden
A) Beeldontwikkeling
De gevoerde beeldende onderzoeken, schetsen en ontwerpen maken deel uit van één homogene creatief uitgebeelde gedachtegang die blijk geeft van een onderbouwde en doordachte visie, met plaats voor eigen standpunten t.o.v. de maatschappelijke, artistiek, ethische en wetenschappelijke problematiek.

B) Beeldrealisatie en installatie
De realisatie van het beeld en de presentatie/installatie geven blijk van een duidelijke visie i.v.m. afwerking, selectie en opstelling.
Dit is een oefening in autonomie ter voorbereiding op het veld van de kunstwereld.
Getuigen van een persoonlijke manier van uitwerken.
Met een focus op eigen onderzoek, getuigen van inzicht in het creatieve, artistieke proces, dit kunnen ontleden en met voldoende autonomie en trefzekerheid aanwenden in functie van ontwikkeling van eigen beeldende middelen.

C) Reflectie, Discours
Studenten getuigen van een maturiteit omtrent de werking van het beeld, hoe technisch uitvoeren, communicatief -associatieve werking van het beeld, hoe het werkt op betekenisniveau (aanschouwelijk, letterlijk, metaforisch, symbolisch, ervaringsgericht,...).
In staat zijn om reflectieve en kritische perspectieven op het eigen werk te integreren en het eigen werkproces met relevante kunstkritische en kunstfilosofische invalshoeken te ondersteunen.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Vakliteratuur, kunsttijdschriften, technisch/artistieke basistechnieken en handleidingen.
Hedendaagse artistieke creaties en realisaties binnen het vakgebied en aanverwante gebieden.
Bezoek aan het concrete werkveld en tentoonstellingen in functie van presentatie.
Deelname aan binnen- en buitenschoolse projecten, praktijkervaring in museale context, tentoonstellingscontext en projectopbouw.

Studiekosten
De kosten eigen aan het artistiek project per module (50- 200 euro)
De volgende aangekochte materialen zijn éénmalig:
-Materialenkoffer
-Aankoop van een externe harde schijf is wenselijk (150 €)
-Bezit van een computer of laptop verdient aanbeveling wegens grotere autonomie, maar is niet verplicht
-Een fototoestel en/of videocamera is nuttig
-Opname mini dv cassettes, uitvoer miniDV, vhs, cd of dvd (50 euro)

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot individuele afspraak met de docent.

Onderwijsvormen
Het onderwijs verloopt veelal via individuele gesprekken met de lesgevers.
Artistiek labo, werkatelier (labo), oefeningen, vrij werk, deelname aan en opzetten van projecten, studiereizen, tentoonstellingsbezoek, contacten met kunstenaars, galerijen, musea.
Theoretische uiteenzettingen, individuele gesprekken, groepsgesprekken, individuele en groepsbespreking van de resultaten.

Evaluatievorm
· De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht (= geen 2e zittijd).
· Tijdens de lessen zijn er permanente evaluaties van het artistieke proces, waarbij de toegekende cijfers tellen voor 1/3 van de punten.
· In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
· Het toegekend cijfer telt hier voor 2/3 van de punten.
· De ateliertitularissen kennen een evaluatiecijfer toe op de prestaties van de student tijdens de lesuren atelier.

OP-leden